T&G periode 10 les 9 Snelheid herhaling (2020-2021)

Trainen en gezondheid

  • Spijsvertering
Trainen en gezondheid
Periode 10
Les 9 
1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
Trainen en GezondheidMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Trainen en gezondheid

  • Spijsvertering
Trainen en gezondheid
Periode 10
Les 9 

Slide 1 - Diapositive

Inhoud
  • Leerdoelen
  • Wat is snelheid
  • Soorten snelheid
  • Trainingsadaptaties voor snelheid
  • Snelheidstraining
  • Leerdoelen behaald?

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je kennis betreft snelheid is weer opgefrist, zodat je genoeg kennis hebt voor het examen kerntaak 1.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Wat is snelheid?
Snelheid: 
Het vermogen van de sporter om een motorische actie of een aantal motorische acties in een zo kort mogelijke tijd te volbrengen

Snelheid op zich komt in de sport niet voor > steeds aan een andere eigenschap gekoppeld

Slide 5 - Diapositive

Pure snelheid  

Fosfaatrijke energiestoffen ATP en CP



Snelheid > anaerobe alactische actie



Voorraad ATP splitst zich in ADP en P
Maximaal snelle en krachtige acties (tot 4 sec)


Voorraad CP vormt nieuwe ATP
Maximaal snelle en krachtige acties (tot 20 sec)

Slide 6 - Diapositive

Wat is snelheid?
Snelheid = grotendeels aangeboren
  • snelheid is sterk afhankelijk van de te leveren kracht 
  • coordinatie en techniek spelen een rol
  • snelheid is mede afhankelijk van de psyche
  • zintuigelijke waarneming is bepalend voor je snelheid
  • type spierweefsel
  • aanleg voor snelle overdracht in de synapsen van het zenuwstelsel
  • snelle resynthese van ADP naar ATP is eenbelangrijke voorwaarde
  • goede warming up positief effect op snelheid
  • vermoeidheid werkt negatief

Slide 7 - Diapositive

Spiervezels

Slide 8 - Diapositive

Wat is snelheid
A
Een cognitieve actie in een zo kort mogelijke tijd volbrengen
B
Een serie motorische acties in een zo kort mogelijke tijd uitvoeren
C
Zo snel mogelijk een treinkaartje kopen
D
Een motorische actie in een zo kort mogelijke tijd volbrengen

Slide 9 - Quiz

Welke spiervezel is van de topsprinter?
A
Red Muscle
B
Mixed Muscle
C
Blue muscle
D
White Muscle

Slide 10 - Quiz

Welke spiervezel is van de marathontopper?
A
Red Muscle
B
Mixed Muscle
C
Blue cheese Muscle
D
White Muscle

Slide 11 - Quiz

Verschil in snelheid
Absolute snelheid:
Maximale snelheid die je kunt behalen

Relatieve snelheid:
Snelheid die je kunt halen bij een sprint na 200km fietsen

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Trainingsadaptaties
De trainingsadaptaties door snelheidstraining komen grotendeels overeen met de adaptaties voor krachttraining.

Belangrijkste adaptaties door snelheidstraining:
  1. Adaptaties van maximale snelheid en snelkracht
  2. Adaptaties van het snelheidsUHV

Slide 14 - Diapositive

Maximale snelheid en snelkracht
Anatomische adaptaties

  • Ontstaan meer sarcomeren in de fast-twitch vezels
  • Omvang van de fast-twitch vezel neemt toe (hypertrofie)
  • Voorraad energie ATP en CP in fast-twitch vezel neemt toe
  • Fast - en slowttwitch vezels kunnen sneller samentrekken

Slide 15 - Diapositive

Maximale snelheid en snelkracht
Anatomische adaptaties









Slide 16 - Diapositive

Maximale snelheid en snelkracht
Fysiologische adaptaties

  • Spierdelen binnen in de spier (myofibrillen) werken onderling beter samen. Intramusculaire coordinatie 
  • Agonisten, synergisten en antagonisten werken beter samen (intermusculair)
  • Contractiesnelheid van fast-twitch spiervezels neemt toe
  • Bij snelheid kunnen meer fast-twitch spiervezels worden ingezet

Slide 17 - Diapositive

Waar is dit een voorbeeld van:
de spierdelen in de spier werken beter samen (intramusculair)
A
Fysiologische adaptatie
B
Anatomische adaptatie

Slide 18 - Quiz

Waar is dit een voorbeeld van:
het ontstaan van meer sarcomeren in de fast-twitch vezels
A
Fysiologische adaptatie
B
Anatomische adaptatie

Slide 19 - Quiz

Waar is dit een voorbeeld van:
voorraad ATP en CP in de fast-twitch vezels wordt vergroot
A
Fysiologische adaptatie
B
Anatomische adaptatie

Slide 20 - Quiz

Snelheid uithoudingsvermogen
Anatomische adaptaties

  • Omvang van fast-twitch spiervezels neemt toe (hypertrofie)
  • Voorraad glycogeen in fast-twitch vezels neemt toe
  • Hoeveelheid alkalische stoffen neemt licht toe

Slide 21 - Diapositive

Snelheid uithoudingsvermogen
Fysiologische adaptaties

  • Spieren kunnen beter melkzuur verdragen
  • Coordinatie tussen de spieren onderling wordt verbeterd bij spiervermoeidheid

Slide 22 - Diapositive

Waar is dit een voorbeeld van:
de voorraad glycogeen in de fast twitch vezels neemt toe
A
Fysiologische adaptatie
B
Anatomische adaptatie

Slide 23 - Quiz

Waar is dit een voorbeeld van:
de hoeveelheid Alkali neemt lichtelijk toe
A
Fysiologische adaptatie
B
Anatomische adaptatie

Slide 24 - Quiz

Snelheidstraining

  • Algemene snelheidstraining
  • Training reactiesnelheid
  • Training acceleratiesnelheid
  • Training maximale snelheid
  • Training snelheid uithoudingsvermogen

Slide 25 - Diapositive

Algemene snelheidstraining
  • Ook gericht op het verbeteren van kracht
  • Altijd in de specifieke snelheidssituatie
  • met hoge trainingsintensiteit
  • met lage trainingsomvang
  • op jonge leeftijd

Snelheid is goede vriendjes met Kracht

Slide 26 - Diapositive

Algemene snelheidstraining
  • Souplesse en kracht vormen het geheim achter snelheid. Dit vereist een goede specifieke coordinatie!!!!!!

  • Snelheidstraining vindt plaats in de allerhoogste intensiteitszone. Daarom is de omvang kleiner
  • Gevaar op spier en peesblessures groter
  • Loop en spelsporters moeten lichaamsgewicht opvangen
  • 1 a 2 snelheidstrainingen per week lijkt de max

Slide 27 - Diapositive

Algemene snelheidstraining
Je kunt het beste met snelheidstraining beginnen op jeugdige leeftijd. De beste marathonlopers hebben in hun jeugdperiode op de 200m, 400m en 800m een hoge basissnelheid ontwikkeld.





Met deze basis hebben deze lopers enorm voordeel! 

Slide 28 - Diapositive

Training reactiesnelheid
Een training die gericht is op het vermogen om zo snel mogelijk op een akoestische, optische of een tactiele prikkel te reageren.

  • Zenuwbanen spelen een enorm belangrijke rol (senso-motorisch)
  • Wetenschappers geven aan dat een trainingseffect van 5% mogelijk is
  • Snel reageren gaat goed samen specifieke techniek of coordinatietraining. Ook gaat snel reageren goed samen met acceleratietraining

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Vidéo

Training acceleratiesnelheid
Een training die gericht is op het vermogen om in zo kort mogelijke tijd een zo hoog mogelijke snelheid te bereiken

Deze training moet samengaan met:
  • krachttraining
  • techniektraining
  • mentale training
  • fitheid

Slide 31 - Diapositive

Training maximale snelheid
Een training die gericht is op het vermogen, op basis van kracht, motorische acties in zo kort mogelijke tijd te realiseren.

Bij maximale snelheid is het van belang:
  • Sterke spanning agonisten
  • Ontspanning antagonisten

Trainen van maximale snelheid vraagt een maximale krachtinzet.

Slide 32 - Diapositive

Training snelheid UHV
Een training die gericht is op het vermogen weerstand te bieden aan vermoeidheid bij belastingen met maximale bewegingssnelheden

Vasthouden van de maximale snelheid kan GEEN MENS

De training richt zich op het optimaal maken van het fosfaatsysteem dat er voor zorgt dat er weer snel nieuwe ATP-energie gemaakt kan worden.

Snelheid UHV trainen vraagt volledig herstel!

Slide 33 - Diapositive

Snelheidstraining vindt plaats in de hoogste intensiteitszonde. Daarom:
A
Is er een grotere kans op spier en peesblessures
B
Lijkt 1 a 2 snelheidstrainingen per week de max
C
Is er een grotere belasting voor spelsporters
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 34 - Quiz

Waar hoort de volgende zin bij:

Bij deze training komt er sterke spanning op de agonisten en een relatieve ontspanning op de antagonisten
A
Algemene snelheidstraining
B
Acceleratietraining
C
Snelheid UHV training
D
Maximale snelheids training

Slide 35 - Quiz

Waar hoort de volgende zin bij:

Een training die gericht is op het vermogen om in zo kort mogelijke tijd een zo hoog mogelijke snelheid te bereiken
A
Algemene snelheidstraining
B
Acceleratietraining
C
Snelheid UHV training
D
Maximale snelheids training

Slide 36 - Quiz

Soorten snelheid?
Soorten:
  • Maximale snelheid
  • Acceleratiesnelheid
  • Snelheiduithoudingsvermogen
  • Reactiesnelheid
  • Cyclische snelheid
  • A-cyclische snelheid
  • Actiesnelheid
  • Snelkracht

Slide 37 - Diapositive

Leerdoelen behaald?
  • Je kennis betreft snelheid is weer opgefrist, zodat je genoeg kennis hebt voor het examen kerntaak 1.

Slide 38 - Diapositive