H15_AA3_CVRM Praktijk_Interacties_Online

• apothekersassistente
• Beroepsopleiding

H15 CVRM_Praktijk

Interacties

Leerdoelen:

1. Aan het einde van deze les;
2. Weet je welke interacties kunnen ontstaan met betrekking tot antihypertensiva
3. Heb je inzicht in de verschillende interacties
4. Kun je de interacties afhandelen

Commentaren medicatiebewaking

Itslearning

Waar kan ik interacties terug vinden of nalezen?

Opdracht

1. Pas je kennis uit afgelopen lessen toe. 
2. Bestudeer de interactie
3. Gebruik voor het herleiden van de indicaties het farmacotherapeutisch kompas 
4. Beantwoord de vragen.

NSAID's

Noem een NSAID die op alle 3 de interactie's invloed heeft;

Welke combinatie aan medicijnen geeft deze interactie?

1. Hydrochloorthiazide - diclofenac
2. Chloorthalidon - ibuprofen
3. Bumetanide - paracetamol
4. Furosemide - Naproxen

Welke combinatie geeft deze interactie

1. Labetalol - Ramipril
2. Hydrochloorthiazide - ibuprofen
3. Furosemide - Naproxen
4. Nebivolol - Diclofenac

Wat zou je doen, als je het volgende recept krijgt (zie hiernaast)

Geef antwoord in volgende vraag

R/ 

Diclofenac 

50mg 

S/ 3 x dgs 1 tb.

30st 

R/ Bisolprolol 1,25 mg

S/ 1 x dgs 1 tb.

Wat is je antwoord bij de vorige vraag IA 061

1. < 2 wkn Geen actie.
2. Controleer bloeddruk elke 2–4 wkn
3. Overige indicatie geen actie
4. pas medicatie aan ook pas de dosering aan

Wat zou je doen, als je het volgende recept krijgt (zie hiernaast)

Geef antwoord in volgende vraag

R/Bumetanide      1 mg

S/ mane 

    1 x dgs 1 tb.

    90st

R/Brufen retard 800mg

1 x dgs 1 tab.

60 st

Wat is je antwoord bij de vorige vraag IA 063

1. Afhandeling Hypertensie (kort)
2. Afhandeling Hypertensie (lang)
3. Afhandeling Hartfalen (kort gebruik)
4. Afhandeling Hartfalen/en oedemen

Welke combinatie geeft deze interactie?

1. Metyldopa - Indometacine
2. Metoprolol - Diclofenac
3. Captopril - Ibuprofen
4. Amlodipine - Naproxen

Wat zou je doen, als je het volgende recept krijgt (zie hiernaast)

Geef antwoord in volgende vraag

R/Perindopril 10mg

1 x dgs 1 tb.

R/

naproxen 500mg

2 x dgs 500mg

Wat is je antwoord bij de vorige vraag IA 056

1. Afhandeling hypertensie (kort )
2. Afhandeling hypertensie (lang)
3. Afhandeling Hartfalen
4. Vraag de indicatie na

Achtergrond:  NSAID en bloeddruk verlagende middelen

Dit komt omdat;

NSAID’s hebben invloed op de nier en de vochtuitscheiding.

Zij remmen de vorming van prostaglandines en die zijn juist verantwoordelijk voor verwijding van bloedvaten die naar de nier lopen. er minder bloed door de nier waardoor minder vocht wordt afgevoerd

Als de hoeveelheid prostaglandines afneemt, worden deze vaten nauwer. Hierdoor stroomt er minder bloed door de nier waardoor minder vocht wordt afgevoerd

Gebruik korter dan 2 weken is vaak probleem.

 

Welke combinatie geeft deze interactie:

1. Propranolol - Captopril
2. Hydrochloorthiazide - Irbesartan
3. Spironolacton - Losartan
4. Amlodipine - Triamtereen

Wat zou je doen, als je het volgende recept krijgt 

(zie hiernaast)

Geef antwoord in volgende vraag

R/Triamtereen 50mg

S/ 1 x dgs 1 tb.

15st

R/Losaratan

1 x dgs 80mg

90st

Wat is je antwoord bij de vorige vraag
IA 082

1. Geen actie
2. Start 3 dagen in de laagste dosering
3. Omzetten naar paracetamol
4. Op het rand van het bed innemen

Welke gnm geven deze interactie

1. Chloorthalidon - Perindopril
2. Losartan - Bumetanide
3. Captopril - Furosemide
4. Enalapril - Amiloride

Wat zou je doen, als je het volgende recept krijgt

(zie hiernaast)

Geef antwoord in volgende vraag

R/ Spironolacton 25mg

S/1 x dgs 1

15 st EU

R/Lisinopril 20mg

S/1 x dgs 1

Wat is je antwoord bij de vorige vraag IA 083

1. Vervang k.sparend diureticum door niet-kaliumsparend diureticum.
2. Controleer kaliumspiegel 2 weken
3. Stop zo mogelijk kalium.
4. Geen actie

CI 44: Astma
Welke medicatie is gecontra indiceerd bij astma

1. Diuretica
2. Calcium antagonisten
3. Betablokkers
4. Overige zoals methyldopa

Wat zou je voorstel zijn bij een patiënt met Astma als er dit wordt voorgeschreven

R/Sotalol 1 x dgs 80mg

1. Geen actie
2. Selectieve bètablokker in lage dosering
3. Niet-selectieve bètablokker in lage dos.
4. Sympaticomimetica toevoegen