Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Fictie: historische roman
Slide 1 - Diapositive
Beschrijf in een paar woorden wat jij denkt dat een historische (jeugd)roman is?
Slide 2 - Question ouverte
Historische (jeugd)roman
Een boek over geschiedenis. Vaak gaat een historische roman over gebeurtenissen die werkelijk hebben plaatsgevonden, maar de schrijver heeft er ook veel bij verzonnen (fictie).
Slide 3 - Diapositive
Tijd en plaats/ruimte
De tijd en de plaats van een verhaal vormen het 'decor'. Als je zelf de tijd en plaats van een verhaal kan beschrijven, kan je dat helpen om een helder beeld te krijgen van waar en wanneer het verhaal zich afspeelt.
Slide 4 - Diapositive
Tijd
De 'tijd' omvat allereerst het tijdvak of het jaar waarin het verhaal zich afspeelt, maar bijvoorbeeld ook het seizoen of het tijdstip op de dag.
Slide 5 - Diapositive
Beschrijf zo uitgebreid mogelijk de 'tijd' van het laatste boek dat je zelf hebt gelezen. Dus niet alleen het jaar waarin het zich afspeelde, maar ook het seizoen of hoeveel tijd er verstreek.
Slide 6 - Question ouverte
De verteltijd
Verteltijd is de tijd die de lezer nodig heeft om een verhaal(fragment) te lezen (vandaar ook de termen ‘leestijd’ of ‘tijd van realisatie’). De verteltijd wordt meestal uitgedrukt in het aantal pagina’s of woorden
Slide 7 - Diapositive
Vertelde tijd
De tijd waarover de gebeurtenissen zich uitstrekken wordt aangeduid met de term “vertelde tijd”.
De 'plaats' omvat niet alleen het land,de stad,de streek of het dorp waar het verhaal zich afspeelt, maar ook de ruimte. Bijvoorbeeld in een huis, op een middelbare school of in een kerk.
Sleep in de volgende slide het verhaal naar de juiste plaats/ruimte.
Slide 10 - Diapositive
New York (plaats)
Middelbare school (ruimte)
Zweinstein/
Hogwarts (ruimte)
Slide 11 - Question de remorquage
- Ik weet wat een historische roman is. - Ik weet hoe je tijd kunt beschrijven als je een roman analyseert.