Voeding PM 2 periode 2
1 / 21
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
A
Slide 2 - Quiz
De gistproef:
Onder welke omstandigheden groeit gist het best?
Onder welke omstandigheden groeit gist het best?
A
in water bij 25 graden Celsius
B
in citroensap bij 10 graden Celcius
C
in fruitsap bij 25 graden Celsius
D
in brooddeeg bij 7 graden Celsius
Slide 3 - Quiz
Noem 2 levensvoorwaarden van micro-organismen.
Slide 4 - Question ouverte
Waar staat de afkorting NVWA voor?
Slide 5 - Question ouverte
Wat doet de NVWA?
Slide 6 - Carte mentale
Er zijn verschillende soorten gevaren. Zet bij elk soort gevaar een juist voorbeeld.
Fysisch gevaar
Microbiologisch gevaar
Chemisch gevaar
Stukje glas in een pot jam
Schimmel op brood
Chloor resten in melk leidingen
Slide 7 - Question de remorquage
Slide 8 - Diapositive
Controles voor een HACCP plan kun je indelen in 3 groepen. Sleep het juiste voorbeeld bij de juiste controle.
Ingangscontrole
Tussencontrole
Eindcontrole
Controle van geleverde aardappelen voor productie van friet.
controleren van de temperatuur van de olie bij het voorbakken van friet.
Steekproef van een zak voorgebakken diepvries friet of het voldoet aan de kwaliteitseisen
Slide 9 - Question de remorquage
Wat hoort bij reinigen en wat hoort bij desinfecteren?
Reinigen
Desinfecteren
Afwasmiddel
Glas cleaner
verwijderen van zichtbaar vuil
Verwijderen van onzichtbaar vuil
Alcohol
Moet altijd eerst gebeuren
chloor
Slide 10 - Question de remorquage
Slide 11 - Diapositive
Noem een doel van een verpakking.
Slide 12 - Question ouverte
Welke soort verpakking kan goed tegen warmte/zout/zuur en is recyclebaar. Maar is ook zwaar en breekbaar?
A
Karton
B
Plastic
C
Blik
D
Glas
Slide 13 - Quiz
Wat is waar over informatie op de verpakking?
A
Allergenen worden dikgedrukt in de ingrediëntenlijst
B
Er moet altijd een gebruiksaanwijzing op de verpakking
C
Ingrediënten staan van weinig naar veel op de ingrediëntenlijst
D
TGT producten kun je gerust nog na de datum eten
Slide 14 - Quiz
Wat behoort NIET tot de schijf van 5?
A
Haring
B
Margarine
C
Halfvolle melk
D
Pizza
Slide 15 - Quiz
Van de grote vakken uit de schijf van 5 moet je meer eten dan van de kleine vakken.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 16 - Quiz
Koolhydraten zijn:
A
Voedingsmiddelen
B
Voedingsstoffen
Slide 17 - Quiz
Welke voedingsstoffen zijn brandstoffen?
A
koolhydraten, vetten en eiwitten
B
koolhydraten en vetten
C
vetten en eiwitten
D
koolhydraten
Slide 18 - Quiz
Zet de voedingsmiddelen op de juiste voedingsstoffen.
Brandstoffen
koolhydraten en vetten
Bouwstoffen
eiwitten en water
Beschermstoffen
vitaminen en mineralen
Slide 19 - Question de remorquage
Slide 20 - Diapositive
A
