Het zenuwstelsel

Het 
Zenuwstelsel                                      
1 / 47
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 4

Cette leçon contient 47 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

Éléments de cette leçon

Het 
Zenuwstelsel                                      

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Studiewijzer
Week 1 13 feb Inleiding en basisprincipes van het zenuwstelsel
• Onderscheiden van het centrale en perifere zenuwstelsel
• Begrijpen van de basisfuncties van het zenuwstelsel
• Kennismaken met neuronen en hun werking
Week 2 27 feb Anatomie van het zenuwstelsel
  • hersengebieden
  • neurotransmitters
  • verband tussen anatomie en functie
Week 3 6 maart PSO Neurologische aandoeningen - CVA (Beroerte)
Week 4 13 maart Multiple Sclerose (MS)
Week 5 20 maart PSO Ziekte van Parkinson
Week 6 27 maart Epilepsie
Week 7 3 april Dementie (o.a. Alzheimer)
Week 8 10 april Afsluitende opdracht
Week 9 17 april Buffer week / afsluitende opdracht


Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

les 1

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gaan we leren vandaag?
  • Je kunt benoemen wat de vijf belangrijkste taken van het zenuwstelsel zijn.
  • Je kunt benoemen uit welke delen het centrale en het perifere zenuwstelsel bestaat.
  • je hebt kennis gemaakt met neuronen en hun werking

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zenuwstelsel
  • Het zenuwstelsel bestaat uit het centrale zenuwstelsel (de hersenen en het ruggenmerg) en het perifere zenuwstelsel (de zenuwen buiten de hersenen en het ruggenmerg).
  • Het perifere zenuwstelsel bestaat uit twee delen: het somatische zenuwstelsel en het autonome zenuwstelsel. 
  • Het autonome zenuwstelsel bestaat uit twee delen: het sympatische en het parasympatische zenuwstelsel. 

Slide 7 - Diapositive

Het perifere zenuwstelsel bestaat uit meer dan 100 miljard zenuwcellen die als draden door het gehele lichaam lopen. De zenuwen van het somatische zenuwstelsel verbinden de hersenen en het ruggenmerg met spieren die bewust worden aangestuurd (willekeurige spieren of skeletspieren) en met sensibele receptoren in de huid. Het autonome zenuwstelsel verbindt de hersenstam en het ruggenmerg met de inwendige organen en reguleert inwendige lichaamsprocessen die geen bewustzijn vereisen. Voorbeelden hiervan zijn de frequentie waarmee het hart samentrekt, de bloeddruk en de ademhalingsfrequentie. 

Het sympatische en het parasympatische zenuwstelsel werken samen, waarbij het ene meestal de werking van de inwendige organen activeert en het andere de werking afremt. De belangrijkste functie van het sympatische zenuwstelsel is de voorbereiding van het lichaam op een veeleisende situatie of een noodsituatie, ofwel een fight-or-flight-situatie. De belangrijkste functie van het parasympatische zenuwstelsel is de voorbereiding van het lichaam op normale situaties. Het sympatische deel vergoogt bijvoorbeeld de hartslag, bloed en ademhalingsfrequentie, terwijl het parasympatische deel deze juist verlaagt.
Functies zenuwstelsel
- Zintuigelijke (sensorische) informatieverwerking
- Opname van informatie
- Motorische coördinatie
- Regulatie van het gedrag

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe werkt ons zenuwstelsel?

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Werking zenuwstelsel
  1. Zintuigen vangen de prikkels op
  2. Zintuigcellen zetten deze om in impulsen 
  3. Impulsen gaan via de zenuwen naar het ruggenmerg.
  4. Ruggenmerg naar de hersenen
  5. De hersenen verwerken de impulsen wat zorgt voor bewustzijn
  6. De hersenen verwerken de impulsen wat zorgt voor bewustzijn
  7. De impulsen gaan via de zenuwen naar de spieren en klieren
  8. De spieren en klieren zorgen voor bepaalde reactie 

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zenuwstelsel = regelcentrum
Je hersenen ontvangen informatie (prikkels) van je zintuigen en verwerken deze informatie.
De informatie komt via de zenuwen bij de hersenen.

Hersenen + ruggenmerg + zenuwen noemen we het zenuwstelsel.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Perifere zenuwstelsel
- Animaal                        Hier heb je zelf invloed op
                                            Verzorgt bewuste reacties en reflexen
                                             Bijvoorbeeld: aanspannen spieren

- Autonoom                    Hier heb je zelf geen invloed op
                                             Zorgt voor homeostase (evenwicht)
                                             Bijvoorbeeld: hartslag, ademhaling

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Autonome zenuwstelsel
  • Sympatisch zenuwstelsel
                   Fight-or-flight

  • Paraympathisch zenuwstelsel
                   Rest-and- digest

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Parasympatisch zenuwstelsel
Sympatisch zenuwstelsel
 grotere productie van spijsverteringssappen
snellere darmbeweging
snellere nierwerking
verlaagt  de hartslag- en ademhalings-frequentie
hogere hartslagfrequentie
remt de spijsvertering
verwijdt de pupillen
Stimuleert afgifte van adrenaline

Slide 14 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Neuronen

Slide 16 - Diapositive

Myeline is wit en vetachtig
- kan snel boodschap vervoeren
- beschermt de zenuw
- voed de zenuwbaan
MS: ontsteking CZST --> myeline beschadigd
Zenuwcellen
Zenuwcellen: Neuronen
  • Ontvangen en verzenden prikkels

We hebben 3 soorten neuronen:
  • Motorische neuronen (efferent): Van hersenen af
  • Sensorische neuronen (afferent): Naar hersenen toe
  • Interneuronen: Schakelneuronen, tussen zenuwcellen in 
      * Zitten het meest in ruggenmerg en hersenen

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zenuwcel = neuron

Werking van een neuron:
1. dendriet vangt prikkel op
2. cellichaam denkt er over na
JA: prikkel verder sturen / NEE: prikkel dooft uit
3. axon/ neuriet transporteert prikkel naar andere neuronen of organen (bijvoorbeeld spieren)


Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Les 2

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gaan we leren vandaag?
• Benoemen van de belangrijkste hersengebieden en hun functies
• Begrijpen van de functie van neurotransmitters
• Verband leggen tussen anatomie en functie

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De hersenen bestaan uit:


- grote hersenen: cerebrum

- kleine hersenen: cerebellum

- tussenhersenen:  diencephalon

- hersenstam: truncus cerebri

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Spraakcentrum van Wernicke: Speelt een rol bij het kunnen interpreteren, herinneren en begrijpen van het geschreven woord.
Komt maar een 1 kant van de hersenen voor.

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Grijze en witte stof
 Grijze stof
- Buitenste laag van de hersenen
- bestaat uit cellichamen van zenuwcellen 

Witte stof
- Bevat de lange uitlopers (de axonen) van deze zenuwcellen.
- Bevindt zich rondom de grijze stof

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hersenvocht (liquor)
  • Bescherming van de hersenen
  • Transport voedingsstoffen
  • Afvoer afvalstoffen



    Diagnostiek --> lumbaalpunctie 

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

In welke volgorde kom je je hersenvliezen tegen van buiten naar binnen?
A
zacht hersenvlies - hard hersenvlies - spinnenwebvlies
B
Spinnenwebvlies - hard hersenvlies
C
Spinnenwebvlies - hard hersenvlies - zacht hersenvlies
D
Hard hersenvlies - spinnenwebvlies - zacht hersenvlies

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat voor functie heeft het hersenvocht?
(meerdere antwoorden mogelijk?
A
vervoer van stoffen
B
geleiding van prikkels
C
schokdemping
D
afvoer afvalstoffen

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De taak van de grote hersenen
A
het regelen van de evenwichtscontrole
B
het regelen van de ademhaling
C
het verwerken van gevoelens

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Kleine hersenen
De kleine hersenen coördineren houding,
bewegingen en motorische vaardigheden

Bij een verstoring in de kleine hersenen
zou je ongecontroleerde, houterige
en schokkerige bewegingen maken. 

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De taak van de kleine hersenen
A
het regelen van samenwerking van de spieren
B
het reguleren van emoties
C
het verwerken van prikkels

Slide 34 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij welke hersenfuncties zijn de gebieden van Broca en Wernicke betrokken?
A
Geheugen
B
Reuk
C
Spraak
D
Zicht

Slide 35 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Als een zorgvrager een herseninfarct heeft gehad en daarna onsamenhangend spreekt, de taal eigenlijk niet lijkt te begrijpen dan is er een beschadiging in:
A
spraakcentrum van Wernicke
B
spraakcentrum van Broca

Slide 36 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De hersenstam is verantwoordelijk voor .......
A
Controleert en reguleert het animale zenuwstelsel
B
Zorgt voor demping en bescherming van de hersenen
C
Zorgt voor sensorische en motorische vaardigheden
D
Controleert en reguleert het autonome zenuwstelsel

Slide 37 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In welke volgorde kom je je hersenvliezen tegen van buiten naar binnen?
A
zacht hersenvlies - hard hersenvlies - spinnenwebvlies
B
Spinnenwebvlies - hard hersenvlies
C
Spinnenwebvlies - hard hersenvlies - zacht hersenvlies
D
Hard hersenvlies - spinnenwebvlies - zacht hersenvlies

Slide 38 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het Limbisch systeem
- midden in de hersenen
- betrokken bij: emotie, emotieregulering, emotioneel geheugen, genot en motivatie.
- onderdeel vd grote hersenen
- Bestaat uit: hippocampus (blauw), amygdala (groen), thalamus en hypothalamus (rood)

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Emoties
Ontstaan in Limbisch Systeem.
Hebben een functie in:
  • Emoties: gekoppeld aan sensorische info (lachen, huilen etc)
  • Motivatie
  • Gedrag
  • Geheugen 
Daarnaast ook koppeling met basis functioneel gedrag (agressie, seksualiteit,  etc)



Koppelt emotionele ervaringen aan lichamelijke functies; bv. versnellen hartslag bij een soortgelijke situatie.

Limbisch systeem ook gekoppeld aan hersenschors--> fysieke response.

Referentie
Plaatje afkomstig uit Campbell ed. 9 Hoofdstuk 49

Slide 40 - Diapositive

Limbus = grens; centra van het limbisch systeem grenzen aan de hersenstam.

Koppelt emotionele ervaringen (amygdala in limbisch systeem) aan lichamelijke functies; bv. versnellen hartslag bij een soortgelijke situatie. 

Limbisch systeem ook gekoppeld aan hersenschors--> fysieke response.

Referentie:
Plaatje afkomstig uit Campbell ed. 9 Hoofdstuk 49

Slide 41 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Soorten Pijn
Nociceptieve pijn: weefsel beschadiging 
Somatische pijn: weefsel schade van huid, spieren, botten
Viscerale pijn: beschadiging van orgaanweefsel
Referred pain: pijn op andere plaats gevoeld 
Neuropatische pijn: bij zenuwbeschadiging
Fantoompijn

Slide 42 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 43 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Vragen?

Slide 44 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Volgende 2 filmpjes zijn voor jezelf om te kijken en meer informatie hierdoor op te doen

Slide 45 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 46 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 47 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions