Recap: Past Simple , Present Perfect, en Past Continuous

• Engels
• Middelbare school
• vmbo g, t
• Leerjaar 3,4

De Past tenses; 

praten over de verleden tijd.

Doelen

1. Ik weet hoe en wanneer ik een past simple moet maken en gebruiken.
   
2. Ik weet hoe en wanneer ik een present perfect moet maken en gebruiken.
   
3. Als ik in één zin een past contiNUous en een past simple moet gebruiken, dan weet ik wanneer ik welke moet gebruiken.
   

Wanneer gebruik je de past simple?

• voor iets dat in het verleden is gebeurd (en is afgelopen)
• het doet er niet meer toe.

I watched a movie last night.
We went to Spain in July last year.

Past simple (regular verb):

I ...................... to school yesterday.

1. walk
2. was walking
3. walked
4. have walked

Past simple (irregular verb):

I .................... a test this morning.

1. maked
2. make
3. have made
4. made

Hoe maak je de past simple van een regular verb (regelmatig ww)?

Hoe weet ik de past simple van een irregular verb (onregelmatig ww)?

Wanneer gebruik je de past simple?

Ik weet wanneer en hoe ik de past simple moet gebruiken en maken!

😒🙁😐🙂😃

Wanneer gebruik je de present perfect?

• voor iets dat in het verleden is begonnen en nu nog steeds aan de gang of van toepassing is
• het is dus nog niet afgelopen 
           I have been waiting for you for an hour! 
• of het effect ervan is nog steeds merkbaar
          Harry hasn't seen his son for 2 years.
• of als je praat over een ervaring uit het verleden
         We have been to Spain 15 times already. 

Present perfect:
(to live)
I ............................ here all my life.

1. lived
2. have lived
3. live
4. have life

Present perfect:
(to be / never)
I ............................................. in the USA.

1. have never been
2. was never
3. had never been
4. am never

Hoe maak je een present perfect?

Wanneer gebruik je de present perfect?

Signaalwoorden

Sommige woorden in een zin wijzen op het gebruik van een tijd:

• Past simple: tijdsbepalingen uit het verleden (yesterday, last week, last year, in 2012, 2 days ago, etc)
• Present perfect: FYNE JAS
   For, Yet, Never, Ever, Just, Already/Always, Since 

Hoe maak je de past simple?

• regelmatige werkwoorden: werkwoord + ed
      - I worked
      - She called
  
  
• onregelmatige werkwoorden: 2e rijtje! 
      - I saw ...
      - He told me ... 

(to see - saw - seen)

(to tell - told - told)

Hoe maak je de present perfect?

have/has + voltooid deelwoord 

• regelmatige werkwoorden: werkwoord + ed
      - I have worked
      - She has called
• onregelmatige werkwoorden: 3e rijtje! 
      - I have seen ...
      - He has told ... 

Last saturday we .... (have) our first guitar lesson

I hope Jill will be there. We .... (not - see) each other in 10 years

Ik weet wanneer en hoe ik de present perfect moet gebruiken en maken!

😒🙁😐🙂😃

Hoe maak je de past contiNUous?

was / were + werkwoord + ing     

• I / He/She/It was reading a book then.

• We/You/They were going to the Harry Styles

        concert. 

Past simple or past continuous?

I was having a shower

1. Past simple
2. Past continuous

Past simple or past continuous?
Was Andrew playing computer games?

1. Past continuous
2. Past simple

Past simple or past continuous?

We sang that song yesterday

1. Past simple
2. Past continuous

Hoe maak je de past continuous?

Wanneer gebruik je de past continuous?

past contiNUous en past simple

• I was watching TV when my friend called me. 
  
  
• We were driving to France when we ran out of gas. 

Gebruik de past contiNUous voor datgene dat al bezig was, toen het andere (past simple) gebeurde.

We _____ (watch) TV
when we _____ (hear) a loud noise.

1. were watching - heared
2. was watching - heared
3. were watching - heard
4. was watching - heard

He ____ (work) in the garden
when he _____ (find) the money.

1. were working - finded
2. worked - was finding
3. was finding - works
4. was working - found

Ik weet wanneer en hoe ik de past contiNUous moet gebruiken en maken!

😒🙁😐🙂😃