Sonnet - De moeder de vrouw (Nijhoff)

Welkom! 
Zorg dat je je telefoon deze les bij de hand hebt
Leg je reader en hand-out op tafel
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Welkom! 
Zorg dat je je telefoon deze les bij de hand hebt
Leg je reader en hand-out op tafel

Slide 1 - Diapositive

Deze les
  • Korte introductie: het gedicht 'liedje' van René Oskam
  • Theorie: wat is een sonnet? 
  • Oefenen: klassikaal een sonnet analyseren
  • Samenwerkingsopdracht: creatief schrijven 



Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen

Jullie kunnen de kenmerken van een sonnet benoemen
Jullie kunnen verklaren waarom een gedicht een sonnet is
Jullie kunnen de volta in een sonnet aanwijzen 
Jullie kunnen de volta in een sonnet interpreteren

Slide 3 - Diapositive

'Liedje'
Om zeven uur de wekker
nog tien minuten snoozen
vijf keer godverdomme roepen
en dan maar eens gaan douchen.

Snel ontbijten in de trein
alle mensen strak in lijn
omdat praktisch iedereen
om negen o pkantoor moet zijn.

Koffie drinken, overleggen
zo nu en dan iets nuttigs zeggen
klantje bellen, koffie drinken.

Af en toe een akkefietje
om  vijf uur weer naar huis teruggaan
en morgen weer hetzelfde liedje.
Liedje

Om zeven uur de wekker 
nog tien minuten snoozen 
vijf keer godverdomme roepen 
en dan maar eens gaan douchen. 
 
Snel ontbijten in de trein 
alle mensen strak in lijn 
omdat praktisch iedereen 
om negen o pkantoor moet zijn. 
 
Koffie drinken, overleggen 
zo nu en dan iets nuttigs zeggen 
klantje bellen, koffie drinken. 
 
Af en toe een akkefietje 
om  vijf uur weer naar huis teruggaan 
en morgen weer hetzelfde liedje.

Slide 4 - Diapositive

Wat is een sonnet?
Een versvorm met een vaste vorm:
  • 14 regels
  • Twee kwatrijnen (= 1 octaaf) en twee terzetten (= 1 sextet)
  • Witregel na octaaf

Inhoudelijk kenmerk: na de octaaf een volta (wending, val, chute)

Traditioneel rijmschema = abba abba cdc dcd

Slide 5 - Diapositive

Martinus Nijhoff - De moeder de vrouw (1934)


Ik ging naar Bommel om de brug te zien
Ik zag de nieuwe brug. Twee overzijden
die elkaar vroeger schenen te vermijden,
worden weer buren. Een minuut of tien
dat ik daar lag, in 't gras, mijn thee gedronken,
mijn hoofd vol van het landschap, wijd en zijd - 
laat mij daar midden uit oneindigheid
een stem vernemen dat mijn oren klonken.

Het was een vrouw. Het schip dat zij bevoer
kwam langzaam stroomaf door de brug gevaren.
Zij was alleen aan dek, zij stond bij 't roer

en wat zij zong hoorde ik dat psalmen waren.
O, dacht ik, o, dat daar mijn moeder voer.
Prijs God, zong zij, Zijn hand zal u bewaren. 

Slide 6 - Diapositive

Waar gaat dit gedicht volgens jou over?

Slide 7 - Question ouverte

Welke rijmschema komt voor in dit gedicht?
A
Slagrijm (AAAA)
B
Gepaard rijm (AABB)
C
Omarmend rijm (ABBA)
D
Gekruist rijm (ABAB)

Slide 8 - Quiz

Martinus Nijhoff - De moeder de vrouw (1934)


Ik ging naar Bommel om de brug te zien A
Ik zag de nieuwe brug. Twee overzijden B
die elkaar vroeger schenen te vermijden, B
worden weer buren. Een minuut of tien A
dat ik daar lag, in 't gras, mijn thee gedronken, C
mijn hoofd vol van het landschap, wijd en zijd - D
laat mij daar midden uit oneindigheid D
een stem vernemen dat mijn oren klonken C

Het was een vrouw. Het schip dat zij bevoer E
kwam langzaam stroomaf door de brug gevaren .F
Zij was alleen aan dek, zij stond bij 't roer E

en wat zij zong hoorde ik dat psalmen waren. F
O, dacht ik, o, dat daar mijn moeder voer. E
Prijs God, zong zij, Zijn hand zal u bewaren. F

Slide 9 - Diapositive

Hoe herken je dat dit een sonnet is?

Slide 10 - Question ouverte

Hoe verhouden het octaaf en het eerste terzet zich tot elkaar?

Slide 11 - Question ouverte

Is het rijmschema passend bij dit gedicht? Waarom vind je dat?

Slide 12 - Question ouverte

Noem een voorbeeld van alliteratie in het gedicht.

Slide 13 - Question ouverte

Noem een voorbeeld van een enjambement in dit gedicht.

Slide 14 - Question ouverte

Creatief schrijven
  • Schrijf in tweetallen een eigen sonnet
  • Kies een actueel thema of een actuele gebeurtenis
  • Zorg dat het sonnet voldoet aan alle kenmerken...
  • Het sonnet moet ook minimaal een vorm van alliteratie, een vorm van assonantie en een vorm van volrijm bevatten 
  • Gebruik de theorie!
  • Neem jullie sonnet de volgende les mee

Slide 15 - Diapositive

Lesdoelen

Jullie kunnen de kenmerken van een sonnet benoemen
Jullie kunnen verklaren waarom een gedicht een sonnet is
Jullie kunnen de volta in een sonnet aanwijzen 
Jullie kunnen de volta in een sonnet interpreteren

Slide 16 - Diapositive