Herhaling H3

Economie, herhaling 'De winkel in'
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Economie, herhaling 'De winkel in'

Slide 1 - Diapositive

Aan het einde van deze les...
  • ... heb ik begrippen van H3 herhaald samen met de leerkracht;
  • ... heb ik geoefend met het berekenen van kortingen, prijsstijgingen, omzet, winst en verlies.
  • heb ik geoefend met het berekenen van de brutowinst en de nettowinst. 

Slide 2 - Diapositive

De winkel in 
De 4 p's vormen samen de marketingmix:
1. plaatsbeleid (waar?)
2. prijsbeleid (prijs?)
3. promotiebeleid (aandacht v/d klant?)
4. productbeleid (soort product?)

Slide 3 - Diapositive

Verkopers zoeken een goede plaats om hun producten te verkopen.

A
productbeleid
B
plaatsbeleid
C
prijsbeleid
D
promotiebeleid

Slide 4 - Quiz

Het verlagen van prijzen tijdens de 'BTW weg ermee!' van Mediamarkt is een voorbeeld van...
A
plaatsbeleid
B
productbeleid
C
promotiebeleid
D
prijsbeleid

Slide 5 - Quiz

Intratuin verkoopt tijdens de wintermaanden veel speciale artikelen voor Kerstmis.
A
plaatsbeleid
B
prijsbeleid
C
promotiebeleid
D
productbeleid

Slide 6 - Quiz

3.2 Van grondstof tot eindproduct
Bedrijfskolom:
- bedrijven die grondstoffen produceren;
- handelsbedrijven (verhandelen);
- fabrieken (maken eindproduct);
- groothandelsbedrijven (verhandelen eindproduct);
- winkels (verkopen eindproduct aan consument). 

Slide 7 - Diapositive

Hoe noem je een serie bedrijven betrokken bij de productie van een product?

Slide 8 - Question ouverte

3.3 Tel uit je winst
Brutowinst = omzet - inkoopwaarde

Nettowinst = brutowinst - bedrijfskosten
Nettowinst = omzet - inkoopwaarde - bedrijfskosten

Slide 9 - Diapositive

Brutowinst =
omzet - Inkoopwaarde

Slide 10 - Diapositive

Nettowinst = 
brutowinst - bedrijfskosten 

Slide 11 - Diapositive

omzet: 220 000 euro
inkoopwaarde: 100 000 euro
Bereken de brutowinst.

Slide 12 - Question ouverte

Brutowinst: 120 000 euro
Bedrijfskosten: 45 000 euro
Wat is mijn nettowinst?

Slide 13 - Question ouverte

omzet: 500 000 euro
inkoopwaarde: 140 350 euro
bedrijfskosten: 65 000 euro
Bereken de brutowinst.

Slide 14 - Question ouverte

Je brutowinst is 359 650 euro.
Bedrijfskosten: 65 000 euro
Bereken de nettowinst.

Slide 15 - Question ouverte

Verlies ...
Je maakt geen winst.
Een bedrijf heeft een tekort.
De bedrijfskosten zijn hoger dan de brutowinst.

Slide 16 - Diapositive

Je brutowinst is 359 650 euro.
Bedrijfskosten: 362 000 euro
Bereken de nettowinst.

Slide 17 - Question ouverte

Kijk op cijfers


Bijvoorbeeld.
Jan zijn omzet was vorige maand 35 000 euro. Deze maand is zijn omzet 65 000 euro. Hoeveel procent is zijn omzet gestegen?


Slide 18 - Diapositive

Jan zijn omzet was vorige maand 35 000 euro

Deze maand is zijn omzet  
49 000 euro. Hoeveel procent is zijn omzet gestegen?
Hoe reken ik dit uit?
Stap 1. 
nieuwe omzet - oude omzet = stijging in geld
49 000 - 35 000 = 14 000 euro 

Stap 2. 
€  35000               14 000
%     100       ........        40  

Slide 19 - Diapositive

omzet: 83 000 euro
inkoopwaarde: 46 000 euro
Wat is de inkoopwaarde in %?

Slide 20 - Question ouverte

omzet: 83 000 euro
brutowinst: 34 000 euro
Wat is de brutowinst in euro's?

Slide 21 - Question ouverte

omzet: 83 000 euro
brutowinst: 34 000 euro
Wat is de brutowinst nu in %?

Slide 22 - Question ouverte

omzet: 83 000 euro
bedrijfskosten: 7 000 euro
Wat zijn de bedrijfskosten in %?

Slide 23 - Question ouverte

omzet: 260.000 euro
nettowinst: 39.000 euro
Wat is de nettowinst in %?

Slide 24 - Question ouverte

Winkel en milieu

Slide 25 - Diapositive

Noem één manier voor winkeliers om milieuvriendelijker te produceren.

Slide 26 - Question ouverte

Rekentrainer
- korting
- stijging in prijs

- brutowinst (al besproken)
- nettowinst (al besproken)
- verlies (al besproken)
- procenten (al besproken)


Slide 27 - Diapositive

Ik koop mijn telefoon bij Media Markt met 21% korting. Hij kost normaal 600 euro. Wat moet ik betalen?

Slide 28 - Question ouverte

Slide 29 - Diapositive

Tablets zijn erg populair. Media Markt besluit daarom de prijs 5% omhoog te doen. Normaal betaalt een klant 300 euro voor de Samsung tab S2.
Wat moet je nu betalen?

Slide 30 - Question ouverte