Gorilla’s kunnen borstroffelen (afbeelding). Dat doen ze bijvoorbeeld als ze boos worden. Een gorillamannetje ligt te luieren, terwijl een gorillavrouwtje op zijn teen gaat staan. Het mannetje wordt boos en gaat borstroffelen. In de afbeelding is een spier getekend die betrokken is bij het borstroffelen, met een uitloper van een zenuwcel. Deze uitloper geleidt impulsen die de spiervezels doen samentrekken. →Van welk type zenuwcel is deze uitloper een deel? Leg je antwoord uit.