1.2 + 1.3 celdifferentiatie + plantencel

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Welkom

Telefoon weg

Tas van tafel

Laptop + notitiespullen pakken

Open 10voorbiologie 

Huiswerk (vorige les)

1. Maak opdrachten 1, 2 & 3 van paragraaf 1.1

2. Neem de tabel over en vul deze in met celkern, celmembraan, vacuole, cytoplasma, . Zorg dat je meer kan toevoegen. Deze tabel kun je gebruiken bij het leren voor de toets.

Type celorganel

Plant en/of dierlijke cel?

Wat is de functie?

Hoeveel zitten er in één cel

Leerdoel 1.2

Je kunt beschrijven wat stamcellen zijn en wat celdifferentiatie is

Ga naar 10voorbiologie en lees 1.2

Celdifferentiatie

Stamcellen zijn een soort basiscellen die nog alles kunnen worden.

Stamcellen (in embryo) ontwikkelen zich met ieder een eigen vorm en functie = celdifferentiatie 

uitleg stamcel, celdifferentiatie, uitleg van klein naar groot

Voorlopercellen van bloedcellen zijn stamcellen (T1)

1. Waar
2. Niet waar

Stamcellen die totipotent zijn kunnen zich nog differentiëren tot alle mogelijke lichaamscellen. Hoe lang beschikt ons lichaam over deze cellen? (Zoek op in binas) (T2)

Leerdoelen 1.3

Je kunt vertellen uit welke onderdelen een plantencel bestaat

Je kunt in een context uitleggen hoe kleurverandering optreedt binnen bepaalde organismen

Ga naar 10voorbiologie en lees 1.3

Welke celorganellen hebben plantencellen wél die dierlijke cellen niet hebben? (zie binas) (T1)

Plantencellen in hun organellen

• de plastiden
  
• de vacuole
   
• de celwand*
  (officieel geen organel) 

Plastiden

• chloroplasten (bladgroenkorrels)
  
• chromoplasten (rode of gele kleur)
  
• leukoplasten (kleurloos zoals de amyloplast = zetmeelkorrel)

Als een aardappel boven de grond komt wordt hij groen. Welke verandering van plastiden heeft plaatsgevonden? Overleg met je buur.

Als een paprika rijp wordt verandert hij van groen naar rood/geel/oranje. Welke verandering van plasmiden is de oorzaak?

1. Chloroplasten veranderen in chromoplasten.
2. Chloroplasten veranderen in leukoplasten.
3. Chromoplasten veranderen in chloroplasten.
4. Leukoplasten veranderen in chloroplasten.

                  de vacuole

Een blaas in de cel gevuld met vocht, mineralen en soms kleurstoffen (anthocyaan - blauw/ roze/ paars).

Jonge cellen hebben meerdere kleine vacuoles, oudere cellen één grote.

Functie = stevigheid (als een opgeblazen ballon)

In de afbeelding rechts zie je een verwelkte plant.
Leg dit uit en noem in je antwoord de vacuole.

de celwand (en cellulose)

• ligt om celmembraan heen (buiten de cel, dus geen organel maar hoort wel bij een cel)
• functie = stevigheid en bescherming. 

Aan het werk

Bestudeer paragraaf 1.1 t/m 1.3
Maak de opdrachten bij 1.1 t/m 1.3 (niet de toetsvragen)

Huiswerk donderdag 14 september

Maak de basisopdrachten horende bij 1.1 t/m 1.3

Zorg dat je de tabel met celorganelen bij je hebt.