Wk 17 klas 1 (online les - Coronavirus): Lz bl 6 sub/objectief + Gram bl 3 lv + lw/ znw

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

 Welkom! 

Nederlands

Havo/vwo en vwo leerjaar 1

Zoom, LessonUp, schrift, pen, Schooltas, Drive

Mevrouw Baars

Terugblik

https://www.menti.com/wm543ydx9g

Huiswerk in Som: gemaakt + nagekeken

1hv: Lezen blok 6, blz. 292 opdracht 30 

+ Gram blok 3, blz. 119 opdracht 10 en 11 + screenshot znw

1vwo: Lezen blok 5, blz. 260 opdracht 7 

+ Gram blok 3: blz. 130 opdracht 4 en 5 + screenshot znw

Wat we deze week gaan doen

Lezen:

• Je kent de begrippen en de betekenis uit blok 1 t/m 5 Lezen. 
• Je kunt de theorie toepassen bij het lezen van een tekst. 
  
  

Grammatica:

• Je weet hoe je het bijvoeglijk naamwoord kan vinden in de zin. 
• Je kunt het voorzetsel herkennen in een zin/ oefening. 

Tekstbegrip

Feiten, meningen, objectieve en subjectieve woorden (herhaling)

Feiten: zijn altijd waar, te controleren en worden beschreven met objectieve woorden.

Meningen: geven aan wat iemand ergens van vindt en worden beschreven met subjectieve woorden.

Objectieve woorden: zakelijke, niet persoonlijke woorden.

Subjectieve woorden: persoonlijke woorden

Voor meer informatie lees: Hv= blz: 248/249,  Vwo= blz: 255/256

Klassikale opdracht:

Zet alle dikgedrukte woorden uit blok 1 t/m 5 Lezen onder elkaar in je schrift. 

Zet de betekenis achter de dikgedrukte woorden

In groepen om de lijst te bespreken. 

Klassikaal: de een vraagt de betekenis van een begrip. De ander geeft het antwoord.  

Individuele opdracht:
Maak 2 vd 3 opdrachten

1hv: methode Schooltas, Lezen blok 6

blz. 293, 294, 295 opdracht 31, 32, 33 maken + nakijken

1vwo: methode Schooltas, Lezen blok 6

blz. 303 opdracht 1, 2, 3 maken + nakijken

De antwoorden staan in drive in de map 'lezen' --> blok 4 t/m 6

Bijvoeglijk naamwoord (bvn)

Bvn kun je voor een zelfstandig naamwoord (znw) zetten. Een eigenschap van het znw. Voorbeelden: 
Het goede boek. De moeilijke oefening. Onhandige jongen.

Niet altijd staat er een bvn voor een znw.

Voorbeelden: De opgave is moeilijk.  De voetballers waren zenuwachtig. De dag is mooi. 

Voorzetsel (vz)

Voorzetsels komen nooit alleen voor. Ze staan aan het begin van een zinsdeel met een zelfstandig naamwoord of een voornaamwoord: Zij gaan met vakantie naar Noorwegen. Geef het maar aan haar.

https://www.cambiumned.nl/theorie/grammatica/woordsoorten/vz-bij-wvw/

Tot nu toe

Zinsontleding: werkwoorden (pv, vdw, inf), onderwerp, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp

Woordsoorten: lidwoord, zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord, werkwoord, voorzetsel. 

Wat weet je nog?

Ga naar: www.socrative.

Doelen behaald?

Lezen:

Je weet de begrippen uit blok 1 t/m 5 Lezen.

Je kunt de theorie toepassen bij het lezen van een tekst. 

Grammatica:

Je weet hoe je het bijvoeglijk naamwoord kan vinden in de zin.

Je kunt het voorzetsel herkennen in een zin/ oefening. 

https://www.menti.com/wm543ydx9g

Afsluiting

Reflectie: Welke smiley kies je?

1. smiley= hoe vond je de les en waarom?

2. smiley = hoe voel jij je na deze les en hoe komt dat?

Denk aan: Score

+ leesboek 4.

Afsluiting

Huiswerk in Som: Begrippenlijst Lezen bl 1 t/m 5.

1hv: Lezen blok 6, blz. 293 opdracht 31, 32, 33 maken + nakijken 
+ Gram blok 3, blz. 122 opdracht 16 t/m 19 + nakijken

1vwo: Lezen blok 6, blz. 303 opdracht 1, 2, 3 maken + nakijken
+ Gramm blok 3, blz. 134 opdracht 10, 11 en 12 maken + nakijken