H2 opdr 4

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Grammatica H2

Opdracht 4

vraagzinnen

1) Wie van jullie klas / wil / morgen / als eerste / het werkstuk / presenteren?
Wat is de persoonsvorm?

1. wie
2. wil
3. presenteren
4. wil presenteren

2) Wie van jullie klas / wil / morgen / als eerste / het werkstuk / presenteren?
Wat is een antwoord op de vraag?

1. Over de Tweede Wereldoorlog
2. Misschien
3. Hij
4. A, B & C

3) Wie van jullie klas / wil / morgen / als eerste / het werkstuk / presenteren?
Wat is het onderwerp?

1. wie
2. wie van jullie
3. hij
4. wie van jullie klas

4) Wat / wordt / vandaag / getoetst / door de docent?
Wat is de persoonsvorm?

1. wat
2. wordt getoetst
3. vandaag
4. wordt

5) Wat / wordt / vandaag / getoetst / door de docent?
Wat is een antwoord op de vraag?

1. Simon
2. De leerlingen
3. Wiskunde
4. A, B & C

6) Wat / wordt / vandaag / getoetst / door de docent?
Wat is het onderwerp?

1. door de docent
2. vandaag
3. Wiskunde
4. Wat

7) Welke leerling / heeft / geoefend / met de digitale stof?
Wat is de persoonsvorm?

1. welke
2. geoefend
3. heeft
4. heeft geoefend

8) Welke leerling / heeft / geoefend / met de digitale stof?
Wat is een antwoord op de vraag?

1. Hij
2. Dat meisje
3. De hele klas
4. A, B & C

9) Welke leerling / heeft / geoefend / met de digitale stof?
Wat is het onderwerp?

1. Welke leerling
2. Welke
3. digitale stof
4. De hele klas

10) Wanneer / zet / de docent / de cijfers van het laatste proefwerk / in het systeem?
Wat is de persoonsvorm?

1. wanneer
2. systeem
3. cijfers
4. zet

11) Wanneer / zet / de docent / de cijfers van het laatste proefwerk / in het systeem?
Wat is een antwoord op de vraag?

1. In het weekend
2. Dan
3. Straks
4. A, B & C

8) Wanneer / zet / de docent / de cijfers van het laatste proefwerk / in het systeem?
Wat is het onderwerp?

1. wanneer
2. de docent
3. de cijfers
4. de cijfers van het laatste proefwerk

Opdracht 5

1a) In tropische landen zoals Indonesië wordt rijst verbouwd.
Wat is de persoonsvorm?

1b) In tropische landen zoals Indonesië / wordt / rijst / verbouwd.
Check de zinsdeelstrepen.

1c) In tropische landen zoals Indonesië wordt rijst verbouwd.
Wat is het onderwerp?

2a) Wie heeft toegezegd de racefiets in de schuur te zetten?
Wat is de persoonsvorm?

2b) Wie / heeft / toegezegd / de racefiets / in de schuur / te zetten?
Check de zinsdeelstrepen.

2c) Wie / heeft / toegezegd / de racefiets / in de schuur / te zetten?
Wat het onderwerp?

3a) Tot onze teleurstelling heeft de regen in de caravan lekkage veroorzaakt.
Wat is de persoonsvorm?

3b) Tot onze teleurstelling / heeft / de regen / in de caravan / lekkage / veroorzaakt.
Check de zinsdeelstrepen.

3c) Tot onze teleurstelling / heeft / de regen / in de caravan / lekkage / veroorzaakt.
Wat is het onderwerp?

4a) Welke schaatsafstand is deze keer favoriet bij de Olympische Spelen?
Wat is de persoonsvorm?

4b) Welke schaatsafstand / is / deze keer / favoriet / bij de Olympische Spelen?
Check de zinsdeelstrepen.

4c) Welke schaatsafstand / is / deze keer / favoriet / bij de Olympische Spelen?
Wat is het onderwerp?

Snap je hoe je de persoonsvorm vindt?

Snap je hoe je het onderwerp vindt?

Snap je hoe je zinsdelen vindt?

Volgende onderwerp

Wat weet jij van Dagobert Duck?
Hij is een ... eend.

Wat weet jij over het bijvoeglijk naamwoord?

Huiswerk

mkn: 

opdracht  1

opdracht 2.1

opdracht 3

opdracht 4 

(lw/zn/bn)