Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
19C
In welke tijd staat ἀναγιγνώσκει (r.13)?
A
praesens
B
imperfectum
C
aoristus
1 / 22
suivant
Slide 1:
Quiz
Grieks
Middelbare school
Cette leçon contient
22 diapositives
, avec
quiz interactifs
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
In welke tijd staat ἀναγιγνώσκει (r.13)?
A
praesens
B
imperfectum
C
aoristus
Slide 1 - Quiz
In welke tijd staat ἤλασε (r.14)?
A
praesens
B
imperfectum
C
aoristus
Slide 2 - Quiz
In welke tijd staat εἰσέδρακεν(r.14)?
A
praesens
B
imperfectum
C
aoristus
Slide 3 - Quiz
In welke tijd staat ἔλαβεν (r.17)?
A
praesens
B
imperfectum
C
aoristus
Slide 4 - Quiz
In welke tijd staat ἐθέλεις (r.18)?
A
praesens
B
imperfectum
C
aoristus
Slide 5 - Quiz
In welke tijd staat ἔτρεφες (r.19)?
A
praesens
B
imperfectum
C
aoristus
Slide 6 - Quiz
In welke tijd staat ἦλθον (r.19)?
A
praesens
B
imperfectum
C
aoristus
Slide 7 - Quiz
In welke tijd staat σίγα (r.20)?
A
praesens
B
imperfectum
C
aoristus
Slide 8 - Quiz
In welke naamval staat τοὺς πόδας (r. 12)?
A
nom
B
gen
C
dat
D
acc
Slide 9 - Quiz
In welke naamval staat σῦς (r. 14)?
A
nom
B
gen
C
dat
D
acc
Slide 10 - Quiz
In welke naamval staat τῷ λευκῷ ὀδόντι (r. 14)?
A
nom
B
gen
C
dat
D
acc
Slide 11 - Quiz
In welke naamval staat παῖδα νέον (r. 14)?
A
nom
B
gen
C
dat
D
acc
Slide 12 - Quiz
In welke naamval staat χειρὶ δεξιᾷ (r. 17)?
A
nom
B
gen
C
dat
D
acc
Slide 13 - Quiz
In welke naamval staat με (r. 18)?
A
nom
B
gen
C
dat
D
acc
Slide 14 - Quiz
In welke naamval staat εἰκοστῷ ἔτει (r. 19)?
A
nom
B
gen
C
dat
D
acc
Slide 15 - Quiz
In welke naamval staat πολλὰ πάθη (r. 20)?
A
nom
B
gen
C
dat
D
acc
Slide 16 - Quiz
Welke van de onderstaande woorden is een betrekkelijk voornaamwoord?
A
ἡ (r.12)
B
ἥν (r. 14)
C
τὴν (r. 15)
D
τὸν (r. 16)
Slide 17 - Quiz
Wat is het antecedent van ἥν (r.14)?
A
Τὸν πόδα (r. 13)
B
αὐτὸν (r.14)
C
τὴν οὐλὴν (r. 13)
D
σῦς (r.14)
Slide 18 - Quiz
In welke twee regels staat een ACI?
Slide 19 - Question ouverte
Naar wie verwijst: αὐτὸν (r.14)
A
Odysseus
B
het zwijn
C
de voedster
D
zijn voet
Slide 20 - Quiz
Naar wie verwijst: αὐτῆς (r.17)
A
Penelope
B
het zwijn
C
de voedster
D
haar keel
Slide 21 - Quiz
Naar wie verwijst: με (r.18)
A
Penelope
B
Odysseus
C
de voedster
Slide 22 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
11.4 God straft zijn vijanden!
Juin 2023
- Leçon avec
32 diapositives
Latijn
Secundair onderwijs
pallas 21A
Mars 2024
- Leçon avec
29 diapositives
Grieks
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
13B-1
Septembre 2019
- Leçon avec
31 diapositives
Middelbare school
25B tweede helft
Février 2020
- Leçon avec
10 diapositives
Grieks
Middelbare school
20c vanaf r.10
Juin 2019
- Leçon avec
27 diapositives
Middelbare school
IRE + vertaling tekst 18 Via Latina
Janvier 2021
- Leçon avec
34 diapositives
Latijn
Secundair onderwijs
15A va r. 14
Novembre 2019
- Leçon avec
21 diapositives
Middelbare school
Optellen tot 20
Novembre 2023
- Leçon avec
18 diapositives
Wiskunde
Lager onderwijs