Biologie M1T4M - Menselijk Lichaam - Les 2 (Hormonen)

Menselijk lichaam                                                 FKD
 
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
GroenMBOStudiejaar 1,3

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Menselijk lichaam                                                 FKD
 

Slide 1 - Diapositive

Hormonen
Grote lichamelijke + geestelijke veranderingen op weg naar volwassenheid

Puberteit
Lichamelijke verandering

Adolescentie
Geestelijke ontwikkeling

Slide 2 - Diapositive

Wat was een ander woord voor 'hormoonklieren'?
A
Lymfeklieren
B
Endocriene klieren
C
Hypofyse
D
Exocriene klieren

Slide 3 - Quiz

Hoe is het mogelijk voor hormoonklieren om stoffen direct aan het bloed af te geven?
A
Stoffen worden door enzymen verplaatst
B
Haarvaten kunnen stoffen direct opnemen

Slide 4 - Quiz

Geslachts kenmerken


Ieder mens = mannelijk en vrouwelijk geslachtshormonen


Slide 5 - Diapositive

Geslachts kenmerken
Testosteron speelt belangrijk rol
  • Veel = mannelijker geslachtskenmerken ontwikkelen
  • Weinig = Vrouwelijke geslachtskenmerken ontwikkelen

Geslachtskenmerken aanwezig bij de geboorte = primaire geslachtskenmerken

Slide 6 - Diapositive

Puberteit
Toename van geslachtshormonen 
Verhouding bepaalt de uiting van secundaire geslachtskenmerken

Jongens en meisjes: schaam- en okselhaar

Jongens: Gezichtsbeharing, groei penis, lagere stem

Meisjes: ontwikkeling borsten, rondere vormen

Slide 7 - Diapositive

Geslachtshormonen
Twee hormonen uit de hypofyse spelen rol bij de voortplanting:
  • Follikel stimulerend hormoon (FSH)
  • Luteïniserend hormoon (LH)

Regelen de hormoonproductie van andere geslachtshormonen

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

MAN
In de puberteit: begin vorming zaadcellen

 
Onder invloed van de hormonen FSH, LH en testosteron
  • Uit de hypofyse: FSH en LH
  • Uit de teelballen: testosterone

Slide 10 - Diapositive

MAN
FSH: Stimuleert vorming van zaadcellen
 
LH: Stimuleert cellen in de teelballen om testosterone te produceren

Testosteron: Stimuleert ontwikkeling van zaadcellen

Slide 11 - Diapositive

MAN
Testosteron remt bij een bepaalde concentratie de hypofyse.
  • Hierdoor zal de hypofyse minder LH produceren
  • Verlaagde productie van LH = minder cellen die testosterone aanmaken =
  • Testosteron concentratie in de bloed neemt af

Slide 12 - Diapositive

Negatieve terugkoppeling



Testosteron concentratie te laag? = hypofyse gaat weer LH produceren = meer testosteron in de teelballen

Slide 13 - Diapositive

Waar wordt testosteron aangemaakt?
A
Teelballen
B
Hypocampus
C
Bijballen
D
Hypofyse

Slide 14 - Quiz

Wat doet testosteron?
A
Stimuleert vorming van zaadcellen
B
Stimuleert cellen in de teelballen om testosterone te produceren
C
Stimuleert ontwikkeling van zaadcellen

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Diapositive

VROUW
Hypofyse 
  • Geeft FSH en LH af --> eierstokken geven oestrogeen af
Tijdens puberteit; eerste menstruatie. Bloedverlies iedere 4 weken.

Slide 17 - Diapositive

VROUW
FSH: stimuleert de rijping van de follikels in de eierstokken
 
FSH en LH: stimuleren de productie van oestrogeen door de cellen uit de wand van de rijpende follikels


Slide 18 - Diapositive

VROUW
LH: zorgt voor de eisprong en stimuleert de productie van oestrogeen + progesteron door het gele lichaam
 
Oestrogeen: geproduceerd in eierstokken. Zorgt dat baarmoederslijmvlies dikker wordt en meer klieren gaat bevatten

Slide 19 - Diapositive

Wat is de taak van oestrogeen?
A
Zorgt voor de eisprong
B
Dikker baarmoederslijmvlies met meer klieren

Slide 20 - Quiz

Waar wordt oestrogeen geproduceerd?
A
Hypofyse
B
Eileiders
C
Eierstokken
D
Baarmoeder

Slide 21 - Quiz

VROUW
1 rijpende follikel voorsprong op andere in de eierstokken


Slide 22 - Diapositive

VROUW
Productie oestrogeen bereikt hoogtepunt --> stimuleert hypofyse tot afgifte van veel LH

Hoge concentratie LH in bloed --> stimulatie opname vocht door follikel --> barst open = eisprong

Slide 23 - Diapositive

Waardoor wordt de eisprong veroorzaakt (noem het hormoon en kort wat er gebeurt)?

Slide 24 - Question ouverte

2 mogelijkheden na eisprong
Wel bevruchting
of
Geen bevruchting

Slide 25 - Diapositive

Geen bevruchting
Geen bevruchting binnen een dag --> eicel sterft af en verdwijnt
  • Na eisprong stimuleert LH de vorming van het gele lichaam uit het in de eierstokken achtergebleven follikelweefsel
  • Gele lichaam: produceert progesteron --> toename dikte baarmoederslijmvlies
  • Progesteron remt afgifte FSH en LH
  • Gebrek aan LH -->  gele lichaam wordt kleiner en verdwijnt
  • Afname van de grootte van gele lichaam --> concentratie progesteron daalt. Baarmoederslijmvlies niet in stand gehouden en menstruatie komt weer op gang

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Wel bevruchting
Na de bevruchting --> bevruchte eicel deelt zich binnen het bevruchtingsmembraan
  • In de baarmoeder: zygote nestelt zich in het baarmoederslijmvlies
  • Buitenste laag cellen begint de productie van het hormoon HCG (human choriongonadotrofine)
  • HCG houdt het gele lichaam in stand --> progesteronconcentratie blijft hoog --> menstruatie blijft weg
  • Na 3 maanden --> gele lichaam verdwijnt en placenta neemt progesteronproductie over

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Einde les

Slide 31 - Diapositive