Samengestelde zinnen

Enkelvoudige en samengestelde zinnen
1) Wat is het verschil tussen een enkelvoudige en een samengestelde zin?

2) Kun je meerdere persoonsvormen en onderwerpen vinden in een zin?
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Enkelvoudige en samengestelde zinnen
1) Wat is het verschil tussen een enkelvoudige en een samengestelde zin?

2) Kun je meerdere persoonsvormen en onderwerpen vinden in een zin?

Slide 1 - Diapositive

1) Is dit een enkelvoudige of samengestelde zin?

Mijn opa en oma zijn al vijftig jaar bij elkaar.
A
enkelvoudige zin
B
samengestelde zin

Slide 2 - Quiz

2) Is dit een enkelvoudige of samengestelde zin?

Deze mensen zouden het theater willen bezoeken.
A
enkelvoudige zin
B
samengestelde zin

Slide 3 - Quiz

3) Is dit een enkelvoudige of samengestelde zin?

Mijn neef heeft het winnende doelpunt gemaakt, dus nu zijn wij kampioen.
A
enkelvoudige zin
B
samengestelde zin

Slide 4 - Quiz

4) Is dit een enkelvoudige of samengestelde zin?

Begin je dit al een beetje te snappen of is het nog lastig?
A
enkelvoudige zin
B
samengestelde zin

Slide 5 - Quiz

5) Is dit een enkelvoudige of samengestelde zin?

Dat meisje zei dat een ambulance alleen een oudere vrouw had meegenomen.
A
enkelvoudige zin
B
samengestelde zin

Slide 6 - Quiz

6) Is dit een enkelvoudige of samengestelde zin?

Als ik dat ene cijfer op kan halen, ben ik trots op mezelf.
A
enkelvoudige zin
B
samengestelde zin

Slide 7 - Quiz

7) Maak een samengestelde zin met de volgende woorden:

vorig jaar - maar - vakantie - vliegtuig - hij

Slide 8 - Question ouverte

8) Maak een samengestelde zin met de volgende woorden:

vroeger - tussen de middag - tenzij - de meeste mensen

Slide 9 - Question ouverte

Enkelvoudige en samengestelde zinnen
1) Wat is het verschil tussen een enkelvoudige en een samengestelde zin?
2) Kun je meerdere persoonsvormen en onderwerpen vinden in een zin?

Mkn: opdr 1  (blz 57)
Noteer: pv1: ...      ond 1: ...
                pv2: ...     ond 2: ...
Mkn: opdr 4 (blz 57)
zin 3 + 4
Klaar? -> Lezen!

Slide 10 - Diapositive