ecologie en duurzaamheid th 6.1 tl-niveau

Basisstof 1. Organismen en hun omgeving
1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, t, havoLeerjaar 2

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Basisstof 1. Organismen en hun omgeving

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
Einde van de les ken en begrijp je de volgende begrippen: milieu, relaties, ecologie en abiotisch en biotische factoren.

Einde van de les weet jij welke niveaus (individu, populatie, leefgemeenschap en ecosysteem) er binnen ecologie te onderscheiden zijn. 

Einde van deze les weet jij waar dit hoofdstuk over gaat. 

Slide 2 - Diapositive

Weet je nog? Dood , levend en levenloos. Geef een voorbeeld bij elk woord

Slide 3 - Question ouverte

Welke type factoren hebben invloed op ieder levend wezen?
Invloeden vanuit de levenloze natuur, niet levende zaken 
=> A-biotische factoren
Denk aan de hoeveelheid water, zon, droogte, welke grondsoort,
op welke hoogte en zoutgehalte
Invloeden vanuit levende en dode natuur => Biotische factoren.
Denk aan soortgenoten, vijanden, voedsel en concurenten

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Welke factoren (levende en niet levende zaken om jou heen) hebben invloed op jou?
Een goed antwoord zou de volgende niet levende zaken kunnen bevatten: huis, telefoon, temperatuur, regen, voedsel, etc. 
Een goed antwoord zou de volgende levende zaken kunnen bevatten: familie, vrienden, bomen, huisdieren, insecten, etc.

Slide 6 - Diapositive

Milieu
Alles dat invloed heeft op een organisme behoort tot zijn/haar milieu. Het milieu kan ook worden beinvloed door het organisme. 
Ecologie
Ecologie is de wetenschap die zich bezich houdt met de relaties tussen organismen onderling alsook tussen organismen en hun milieu. 
Biotisch
Met het begrip biotisch wordt alles bedoeld dat leeft; alles dat levenskenmerken vertoont. In de afbeelding zijn de ree, vis en struiken daar voorbeelden van. 
Abiotisch
Alles dat niet leeft wordt abiotisch genoemd. Voorbeelden zijn o.a. water, temperatuur, temperatuur en grond. 
Relaties
Oragnismen hebben invloed op elkaar, bijvoorbeeld de zon die de dieren verwarmt. Dit noemen we relaties

Slide 7 - Diapositive

Milieu
Biotisch
Ecologie
Relaties
Abiotisch
Dit heeft invloed op organismen en wordt beïnvloed door organismen.
De studie van de relaties tussen organismen het 
milieu.

Slide 8 - Question de remorquage


Op de foto zie je water en stenen. Van wat voor voorbeelden zijn dit factoren?
A
Biotisch
B
Abiotisch

Slide 9 - Quiz

Wat bestuderen we in de ecologie?
A
In de ecologie bestuderen we een milieu
B
In de ecologie bestuderen we alle relaties (betrekkingen) tussen organismen en hun milieu
C
In de ecologie bestuderen we de invloeden die afkomstig zijn van de levende natuur
D
In de ecologie bestuderen we de wisselwerkingen binnen een populatie

Slide 10 - Quiz


Op de foto zie je twee blauwe muntgoudhaantjes . Van welk type factor is dit een voorbeeld?
A
Biotisch
B
Abiotisch

Slide 11 - Quiz

Niveaus van de ecologie
  • Individu
  • Populatie
  • Leefgemeenschap 
  • Ecosysteem 

 

Slide 12 - Diapositive

Individu
1 organisme

Bijvoorbeeld een eik
een konijn of een
champigion

Slide 13 - Diapositive

Populatie
1 groep organismen in een
bepaald gebed die zich onder-
ling kunnen voortplanten

Bijvoorbeeld een eiken bos
alle konijnen in de Haagse
duinen

Slide 14 - Diapositive

Levensgemeenschap
Alle planten, dieren, schimmels
en bacteriën in een gebied.

Bijvoorbeeld een eiken bos
met alle konijnen, herten, 
dassen, paddenstoelen.

Slide 15 - Diapositive

Ecosysteem
Alle planten, dieren, schimmels
en bacteriën in een gebied, dus 
de biotische factoren en
daarbij alle a-biotische factoren


Slide 16 - Diapositive



Wat zie je in de afbeelding?
A
Levensgemeenschap
B
Ecosysteem
C
Populatie
D
Individu

Slide 17 - Quiz



Wat zie je in de afbeelding?
A
Levensgemeenschap
B
Ecosysteem
C
Populatie
D
Individu

Slide 18 - Quiz



Wat zie je in de afbeelding?
A
Levensgemeenschap
B
Ecosysteem
C
Populatie
D
Individu

Slide 19 - Quiz

Individu
Populatie
Ecosysteem

Slide 20 - Question de remorquage

Lesdoelen behaald?
Ken je de begrippen: milieu, relaties, ecologie en abiotisch en biotische factoren?

Weet jij welke niveaus (individu, populatie, leefgemeenschap en ecosysteem) er binnen ecologie te onderscheiden zijn?

Waar gaat dit hoofdstuk over?

Slide 21 - Diapositive

Kun je een voorbeeld geven van een biotische en een abiotische factor?
A
Ja
B
Nee

Slide 22 - Quiz

Weet je en begrijp je de begrippen: milieu, relaties en ecologie
A
Ja
B
Nee

Slide 23 - Quiz

Kan jij een voorbeeld geven bij de volgende begrippen:
individu, populatie, leefgemeenschap en ecosysteem?
A
Ja
B
Nee

Slide 24 - Quiz

Waarover wil jij meer uitleg/informatie?

Slide 25 - Question ouverte

De volgende les
Broeikaseffect 
Versterkt broeikaseffect
Oorzaak en gevolgen

Slide 26 - Diapositive

Zelfstandige verwerking
Aan de slag met het maken van de vragen volgens de studiewijzer van module 5 
6.1

Slide 27 - Diapositive

Er volgen nu een aantal 'verdiepingsopdrachten'. 
De verdiepingsopdrachten hebben te maken met de organisaties weergegeven middels de icoontjes.
Je mag de verdiepingsopdrachten in tweetallen uitvoeren. Beantwoord de vragen wel in via je eigen account op je eigen device zodat jij de scores ook toegekend krijgt.

Slide 28 - Diapositive

Een derde van de zoetwatervissen wordt bedreigd met uitsterven. Open de de link nporadio1.nl en beluister de podcast tot minuut 2:35. Beantwoord daarna de vragen op de volgende slides. 

Slide 29 - Diapositive

Over welk ecosysteem wordt er in het
fragment gesproken?
A
Zoetwatervissen
B
Zoetwater ecosysteem
C
Nederlands als ecosysteem
D
De wereld als ecosysstem

Slide 30 - Quiz

Volgens het NPO radio 1 fragment ervaren vissen verschillende dreigingen. Welke biotische dreiging ervaren de vissen?
A
Klimaatverandering
B
Dammen en stuwen
C
Overbevissing
D
Vervuiling

Slide 31 - Quiz

Volgens het NPO radio 1 fragment ervaren vissen verschillende dreigingen. Welke abiotische dreiging ervaren de vissen?
A
Klimaatverandering
B
Dammen en stuwen
C
Overbevissing
D
Vervuiling

Slide 32 - Quiz

Het gaat slecht met de vissen in de Noordzee, zegt Greenpeace. Zij gedragen zich nu als milieu terroristen, aldus de visserij. Open de link (vissers v.s. Greenpeace) en bekijk de eerste vijf minuten. 
V.S.

Slide 33 - Diapositive

Wat zijn de belangen van Greenpeace?

Slide 34 - Question ouverte

Welke belangen heeft de visserij?

Slide 35 - Question ouverte

Hoe beïnvloeden de belangen van Greenpeace en de vissers, de betrouwbaarheid van beide partijen?

Slide 36 - Question ouverte