A6sptl4 Periode 1, Les 5 SCHRIJVA - GSE (30-09-2024)

Bienvenidos
De lespresentaties komen op lessonup.app.
Meld je aan via de link in magister of via de klascode KAASM. 
De link staat in magister bij jouw eerste les Spaans van dit schooljaar.


1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Bienvenidos
De lespresentaties komen op lessonup.app.
Meld je aan via de link in magister of via de klascode KAASM. 
De link staat in magister bij jouw eerste les Spaans van dit schooljaar.


Slide 1 - Diapositive

Metas (doelen), materiales
  • Je leert informele en formele brieven schrijven over onder meer studie, werk, reizen/toerisme (brieven met een verzoek om hulp of informatie, klachtenbrieven, sollicitatiebrieven). 
  • Je leert je mening en gevoelens schriftelijk te verwoorden in een informeel en formeel taalregister en gebruikt signaalwoorden.
  • Je leert hiervoor ook de benodigde woordenschat, grammatica en lenguateca.
  • Je werkt aan je leesvaardigheid door een boekje te lezen, met het oog op uitbreiding van de woordenschat en om meer vertrouwd te raken met de Spaanse zinsbouw.
  • Je verbetert je luistervaardigheid.
Libros, materiales:
  • Paso adelante libro de referencia, libros de alumno 3 y 4, materiales en línea

Slide 2 - Diapositive

Spaans in klas 6
Per periode worden een of meer examenonderdelen afgerond.
In periode 1 zijn dat: schrijfvaardigheid en luistervaardigheid.

Het zwaarstwegende examenonderdeel is Leesvaardigheid.

Studiewijzer periode 1 staat op Teams, tegel A6sptl4
  • doornemen Studiewijzer
  • 2 lessen per week: wekelijks 1 les schrijfvaardigheid ('redacción') + 1 les lees/luistervaardigheid
  • KWG / ACA info volgt




Slide 3 - Diapositive

El programa 
INFO, DEBERES (5m)
CONECTORES + VERBOS (20m)
  • Conectores: Signaalwoorden 3.4.2 + oefenen H4, oef 41 en 42
  • Practicar ser/estar/hay + los Pasados
LENGUATECA, Cap.7 B ‘klacht indienen’ (10m)
LEER + ESCRIBIR (20m)
  • Comprobar ej. 12 + Hacer ej. 13-15, ¡Usa conectores variados!
REFLEXION (5m)
conectar

Slide 4 - Diapositive

INFO Toetsen, opdrachten
Toetsen
  • Formatieve Tussentoets (vocab/gram/signaalwoorden), 07-10-2024
  • Luistertoets tijdens de les, 25%, niet herkansbaar , 14-10-2024
  • Schrijftoets in toetsweek, 15%, herkansbaar, 90 minuten

Opdrachten (formatief)
  • Glosario: per tekst noteer je enkele nieuwe woorden met vertaling, minimaal 25 woorden EN je maakt wekelijks 3 voorbeeldzinnen + nauwkeurige vertaling.
  • Luisterdossier grotendeels tijdens de les, digitaal op teams bij opdrachten
  • Boekje lezen in duo's + vragen beantwoorden + woorden omcirkelen en vertalen in de kantlijn



Slide 5 - Diapositive

Los deberes fueron:
Estudiar:  
  • H6 vocab D 
  • futuro + condicional, libro de referencia en H6 B; pluscuamperfecto libro de ref nr 10 
  • briefconventies libro de referencia p. 55-60 
Hacer:  
  • afmaken H7 oef 11abc (nakijken + slides) , 12 (later in de les)  
                       PREGUNTA: Oef 11c zin 1 begint met 'como'. Welke 3 vertalingen zijn er van 'como'?

 -> antwoordblad H6 (het antwoordblad zoek je op in teams)
-> antwoordblad H7 (het antwoordblad zoek je op in teams)
Glosario aanvullen



Slide 6 - Diapositive

Conectores + Verbos (20m)
  1. Estudiar: Conectores paragraaf 3.4.2  (= signaalwoordenlijst)
  2. Hacer: Hoofdstuk 4, oefening 41 en 42 (zie teams Lesmateriaal -> 6V Periode 1)
  3. Comprobar: Kijk je oefeningen na met het antwoordblad H4 en leer van je fouten (zie teams Lesmateriaal -> Antwoordbladen)
  4. Herhaal de verleden tijden op de volgende lichtblauwe slide + beantwoord de vragen op de volgende 8 slides.

timer
10:00

Slide 7 - Diapositive

Verbos: En resumen
  • Presente (llamo = ik bel)
  • Futuro: ik zal.... (llamaré = ik zal bellen)
  • Condicional: ik zou ... (llamaría = ik zou bellen)
  • Perfecto: ik heb/ben + volt dw. (he llamado = ik heb gebeld)
  • Pluscuamperfecto: ik had/was + volt dw. (había llamado = ik had gebeld)
  • Subjuntivo: bij wil, wens etc..., meestal in bijzin met 'que' (quieren que llame = ze willen dat ik bel)
  • Indefinido: verleden tijd bij (opsomming van) gebeurtenissen (llamé = ik belde)
  • Imperfecto: verleden tijd als gewoonte, achtergrondbeschrijving (llamaba = ik belde)

Slide 8 - Diapositive

Wat is een signaalwoord van de perfecto?
A
anoche
B
este año
C
el año pasado
D
hace un año

Slide 9 - Quiz

Wat is een signaalwoord van de perfecto?
A
ayer
B
en 2011
C
hoy
D
las vacaciones pasadas

Slide 10 - Quiz

Wat is een signaalwoord van de perfecto?
A
de repente
B
un día
C
en verano
D
ya

Slide 11 - Quiz

Wat is geen signaalwoord van de indefinido?
A
anoche
B
nunca
C
todavía no
D
siempre

Slide 12 - Quiz

Wat is een signaalwoord van de indefinido?
A
ayer
B
esta noche
C
ya
D
todavía no

Slide 13 - Quiz

Wat is een signaalwoord van de pretérito indefinido?
A
esta tarde
B
este siglo
C
el año pasado
D
hoy

Slide 14 - Quiz

Wat is GEEN signaalwoord van de pretérito indefinido?
A
hace tres años
B
el jueves pasado
C
en verano
D
estas vacaciones

Slide 15 - Quiz

Het signaalwoord "antes" hoort bij de .....
A
Presente
B
Pretérito perfecto
C
Pretérito indefinido
D
Pretérito imperfecto

Slide 16 - Quiz

Escribir cartas formales

Slide 17 - Diapositive

Comprobar : Tu carta a la oficina de turismo, ej. 12
1. Markeer de werkwoorden in elkaars tekst in twee stappen:
  • markeer de vormen van ser-estar-hay ->  geef elkaar feedback + verbeter je eigen tekst

2. Markeer alle conectores -> ga naar de signaalwoordenlijst en zoek 2-3 conectores die je nog kunt toevoegen -> verbeter je tekst

3. Vergelijk je tekst met het antwoordblad H7, wees kritisch -> Noteer drie aandachtspunten voor verbetering van je schrijfvaardigheid

¿Terminado? 
->  practicar los pasados en Verbuga + hacer el ejercicio ser/estar/hay (en teams 'Grammatica')

timer
10:00

Slide 18 - Diapositive

La carta de denuncia
LENGUATECA
Estudiar: H7 Lenguateca B ‘een klacht indienen’

ESCRIBIR: ‘una carta de denuncia’ 
Hacer: H7 oef 13 t/m 15, gebruik minimaal 5 gevarieerde signaalwoorden! 

Oefen alvast met de indeling voor een formele brief (dus geen e-mail, maar een brief), zie libro de ref p.56-57 + 59.
timer
15:00

Slide 19 - Diapositive

Welke uitdrukkingen en grammatica heb je geleerd voor het schrijven van Spaanse formele brieven?

Slide 20 - Question ouverte

Los deberes
Estudiar:
leren voor de tussentoets (formatief)

Hacer: 
afmaken opdrachten vorige les (H4 oef 41 + 42  + H7 oef 13 t/m 15)
Glosario aanvullen

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Verbos: SER vs. ESTAR
  1. Maak 2 kolommen, een kolom voor SER en een kolom voor ESTAR.
  2. Kijk de video.
  3. Vul in per kolom: wanneer gebruik je 'ser', en wanneer 'estar'?
  4. Klaar? Noteer dan de indefinido en de imperfecto  van estar: 
indefinido: (yo) estuve, (tú) estuviste...
imperfecto: (yo) estaba ....

Lees de uitleg nog eens na in Libro de referencia nr. 19 (p.24-25).
De keuze tussen 'estar' en 'hay' wordt uitgelegd in het 

Slide 23 - Diapositive

REPASO: 'futuro' y 'condicional' - 20m 
1. El FUTURO (explicación)
  • ik zal een brief schrijven, hij zal wel te laat komen 
  • -> bij een voorspelling, belofte, veronderstelling
  • libro de ref. p. 20 nr. 13 (gebruik) + nr. 1-2-3 (vervoegingen)

2. EL CONDICIONAL (explicación)
  • ik zou het leuk vinden; we zouden naar Spanje verhuizen; ik zou het niet doen... 
  • -> bij beleefdheid, advies, voorwaarde, wens 
  • H6 gram B ‘condicional’ (libro 3, p.61)
   
  -> ¿TE ACUERDAS DE LAS CONJUGACIONES? EXPLICA.


Slide 24 - Diapositive

Repaso: El subjuntivo (H6 gram. C, p.72)
'Espero que tengas un buen viaje.'

Gebruik van de subjuntivo:
  1. Een wil of een advies. (Quiero que..., Te aconsejo que...)
  2. Een wens of voorkeur. (Espero que..., Prefiero que...)
  3. Een onpersoonlijke uitdrukking van mening (Es importante que...)
  4. Twijfel of onzekerheid. (Dudo que...., No creo que ...)
  5. Emotie (Me alegro que...., Temo que ..... )   
In deze situaties + na sommige signaalwoorden komt er na 'que'  een subjuntivo.  

Slide 25 - Diapositive

El subjuntivo (2)
Vorm van de subjuntivo:
  1. Neem de ik-vorm van de presente.
  2. Knip de uitgang -o eraf.
  3. Voeg de uitgangen toe.

Pregunta: 
Waarom staat er 'Neem de ik-vorm....' en niet  'Neem de stam van het werkwoord'?

EXPLICACIÓN: capítulo 5, gram. D (libro 3, p.36)

Slide 26 - Diapositive

Resumen + ejemplos
  • Presente (llamo = ik bel)
  • Futuro: ik zal.... (llamaré = ik zal bellen)
  • Condicional: ik zou ... (llamaría = ik zou bellen)
  • Perfecto: ik heb/ben + volt dw. (he llamado = ik heb gebeld)
  • Pluscuamperfecto: ik had/was + volt dw. (había llamado = ik had gebeld) -> toelichting in libro de ref. p.18
  • Subjuntivo: bij wil, wens etc..., meestal in bijzin na 'que' (quieren que llame = ze willen dat ik bel)
  • Indefinido: verleden tijd bij (opsomming van) gebeurtenissen (llamé = ik belde)
  • Imperfecto: verleden tijd als gewoonte, achtergrondbeschrijving (llamaba = ik belde)

Slide 27 - Diapositive

¿Qué frase contiene un verbo en 'futuro'?
A
Te lo diré.
B
Quiero que vengas.
C
Me gustaría ir a España pronto.
D
Cada sábado voy de compras.

Slide 28 - Quiz

Welke vorm hoort NIET bij de condicional?
A
haría
B
querría
C
me gustaría
D
quería

Slide 29 - Quiz

Noteer 1) een formele aanhef voor een brief +
2) een uitgebreide formele afsluiting.

Slide 30 - Question ouverte

Libro 3, Vocabulario H6 B:
van tevoren
A
fluido
B
previamente
C
arriesgado
D
apropiado

Slide 31 - Quiz

Libro 3, Vocabulario H6 B:
toewijzen
A
exponerse a
B
paciente
C
ganar
D
asignar

Slide 32 - Quiz

Kies twee woorden uit vocab B en verwerk die in één Spaanse zin. Ejemplo:
'El equipo de fútbol consiste en quince jugadores.'

Slide 33 - Question ouverte

signaalwoorden p.1 'opsomming'
zelfs niet
A
asimismo
B
incluso
C
sin embargo
D
ni siquiera

Slide 34 - Quiz

signaalwoorden p.1 'tegenstelling'
daarentegen
A
no obstante
B
con todo
C
aunque
D
en cambio

Slide 35 - Quiz

Signaalwoordenlijst p.1 'Vraagwoorden'
Hoeveel?
A
¿Cómo?
B
¿Cuándo?
C
¿Cuál?
D
¿Cuánto?

Slide 36 - Quiz

Kies woorden uit vocab C (libro 3 p.90) en
verwerk die in Spaanse zinnen.
Gebruik de volle tijd van 2.30 minuten.

timer
2:30

Slide 37 - Question ouverte