2.7 verder (vanaf opdracht 8)

Vandaag gaan we verder met 2.7 

Maar eerst: 

nieuwe info
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Vandaag gaan we verder met 2.7 

Maar eerst: 

nieuwe info

Slide 1 - Diapositive

Wat betekent:
infinitief
A
oneindig
B
iets met je gevoel doen
C
heel werkwoord
D
iets afmaken

Slide 2 - Quiz

Het infinitief is het hele werkwoord
Het hele werkwoord is de werkwoordsvorm waar je 'wij' voor kunt zetten.
 
Dus: 
lopen
praten 
fietsen 

Slide 3 - Diapositive

Wat is de infinitief (heel ww) van:
zit?

Slide 4 - Question ouverte

Wat is ook alweer een
splitsbaar werkwoord?
(Je mag een voorbeeld geven)

Slide 5 - Carte mentale

Jantje staat altijd laat op. 
De persoonsvorm is: staat op. 

Het splitsbaar werkwoord is: opstaan.
Dit is de infinitief.  

Slide 6 - Diapositive

Wat is de infinitief van de persoonsvorm?

Het meisje belt de jongen op.

Slide 7 - Question ouverte

Het hulpwerkwoord
Als er twee werkwoorden in een zin staan, dan is één daarvan altijd het hulpwerkwoord. 
Als de één het zww is, is de ander de hww.

De hond wil door het bos lopen. 
lopen = zww
wil = hww 

Slide 8 - Diapositive

Sommige zinnen hebben meerdere hulpwerkwoorden:

 

Mijn zus wil morgen komen eten.
hww = wil
hww = komen
zww = eten

Slide 9 - Diapositive

Wat is in deze zin het hww?

De kat wil de muis vangen.
A
De kat
B
wil
C
de muis
D
vangen

Slide 10 - Quiz

Wat is in de deze zin het hww:

De docent zal snel vakantie hebben.
A
de docent
B
zal
C
vakantie
D
hebben

Slide 11 - Quiz

Heeft deze zin een hww?

Ik fiets naar huis.
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quiz

Ik snap het verschil tussen
een zww en een hww.
Ja
Nee

Slide 13 - Sondage

Aan de slag!
Maken: 
2.7 grammatica
Opdracht 9, 10, 11, 12
14 1, 2 + 3


timer
1:00

Slide 14 - Diapositive