Herhaling H4 + 3.3

Herhaling H4 + 3.3
1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Herhaling H4 + 3.3

Slide 1 - Diapositive

De logica in dit hoofdstuk
Alle onderwerpen op een tijdlijn
  1. Ontstaan geslachtscellen door meiose
  2. Bevruchting van eicel en ontwikkeling tot baby
  3. Puberteit en ontwikkeling voortplantingsstelsel
  4. Zwanger worden en zwangerschap en Soa's voorkomen

Slide 2 - Diapositive

Meiose
Vergelijkbaar aan mitose met als doel:
Het produceren van geslachtscellen, zowel eicel als zaadcel

Slide 3 - Diapositive

Wat is waar over lichaamscellen?
A
Bevatten 23 chromosomen en zijn diploïd
B
Bevatten 23 chromosomen en zijn haploïd
C
Bevatten 23 chromosoomparen en zijn diploïd
D
Bevatten 23 chromosoomparen en zijn haploïd

Slide 4 - Quiz

Diploïd en haploïd
Lichaamscellen hebben 23 paren en zijn dus diploïd

Geslachtscellen hebben geen paren en zijn dus haploïd

Slide 5 - Diapositive

gewone celdeling
reductiedeling

Slide 6 - Diapositive

Waar in het lichaam vinden meiotische delingen plaats?

Slide 7 - Question ouverte

Meiose
De bedoeling van meiose is dus de hoeveelheid DNA reduceren/verminderen zodat het precies de helft bevat van een lichaamscel

Dit verloopt ook in verschillende fasen

Slide 8 - Diapositive

Zet de fasen van de meiose in de juist volgorde
Profase
Anafase
Telofase
Interfase
Metafase

Slide 9 - Question de remorquage

PMAT 1
Eerst de chromosomen verdelen! ....

Slide 10 - Diapositive

PMAT 2
En daarna de
chromatiden
splitsen!

(dit stuk is verge-
lijkbaar met mitose)

Slide 11 - Diapositive

Welk mannelijk hormoon is voornamelijk betrokken bij zaadcel productie?

Slide 12 - Question ouverte

Vorming zaadcellen
1. Eerst voorlopercel uit cellen van de wand
2. Daarna ontwikkeling tot zaadcel door meiose (en bevat dus n chromosomen)

3. Opslag in bijbal

Slide 13 - Diapositive

Waarom heeft een zaadcel zoveel mitochondriën?
A
Zodat ze in de bijballen niet bewegen
B
Voor energie voor de bevruchte eicel
C
Om de meiose in de kop af te maken
D
Voor energie om te zwemmen

Slide 14 - Quiz

Vorming eicellen
Iets anders dan bij zaadcellen

Er rijpen meerdere eicellen, maar slechts 1 krijgt het meeste cytoplasma

De rest vormen poollichaampjes

Slide 15 - Diapositive

Welk vrouwelijk hormoon is voornamelijk betrokken bij eicel rijping?

Slide 16 - Question ouverte

Menstruatiecyclus






Het maandelijks rijpen van een aantal eicellen

Slide 17 - Diapositive

Wat is het verschil tussen een 1-eiige en een 2-eiige tweeling?
A
Het aantal betrokken eicellen
B
Het aantal betrokken zaadcellen
C
De hoeveelheid hormonen
D
Het aantal celdelingen

Slide 18 - Quiz

Tweelingen
één-eiig: er is een normale bevruchting maar het klompje cellen splitst zich

Slide 19 - Diapositive

Bevruchting




Een aantal dagen per maand kan
een zaadcel een eicel bevruchten

Slide 20 - Diapositive

Hoeveel zaadcellen kunnen de eicel bevruchten?
A
1
B
zoveel er in de buurt zijn
C
alle nog levende zaadcellen
D
geen enkele

Slide 21 - Quiz

Innesteling na 5-7 dagen
Groei van embryo/foetus en het ontstaan van de placenta

Slide 22 - Diapositive

Placenta
Transport van stoffen van moeder naar baby en andersom


Moeder
Embryo

Slide 23 - Diapositive

In de baarmoeder





Ontwikkeling van het kind in de baarmoeder gedurende 36-40 weken

Slide 24 - Diapositive

Welke kenmerken zijn aanwezig bij de geboorte?
A
Primaire kenmerken
B
Secundaire kenmerken
C
Tertiaire kenmerken
D
Geen kenmerken

Slide 25 - Quiz

Geslachtskenmerken
Primair: zichtbaar vanaf geboorte

Secundair: vanaf puberteit

Tertiair: geestelijke en sociale ontwikkeling vanaf puberteit

Slide 26 - Diapositive

Vrouwelijk geslachtsdeel
Vrijwel volledig in onderbuik

De route van een eicel moet je kennen

Slide 27 - Diapositive

Mannelijk geslachtsdeel
Gedeeltelijk buiten het lichaam

Je moet de route van zaadcellen (en dus sperma) kennen

Slide 28 - Diapositive

Hulp bij voortplanten
Moderne technieken worden toegepast om de kans op zwangerschap te vergroten 

Slide 29 - Diapositive

Bij welke techniek vind bevruchting buiten het lichaam plaats?
A
Kunstmatige inseminatie
B
In-vitro fertilisatie
C
Vlokkentest
D
Vruchtwaterpunctie

Slide 30 - Quiz

Welke techniek wordt gebruikt om afwijkingen in de groei op te sporen?
A
Echoscopie
B
Vlokkentest
C
Vruchtwaterpunctie
D
NIPT

Slide 31 - Quiz

Vlokkentest
Vruchtwaterpunctie

Slide 32 - Diapositive

Welke soort ziekteverwekker kan een SOA veroorzaken
A
Bacterie
B
Schimmel
C
Virus
D
Alle 3

Slide 33 - Quiz

Noem een voorbehoedsmiddel dat overdracht van een SOA kan voorkomen

Slide 34 - Question ouverte

Ongewenste zwangerschap
Er zijn genoeg producten op de markt om zwangerschap te voorkomen, bv
- Condoom
- De pil
- Spiraaltje
- Steriliseren (permanent onvruchtbaar)

Slide 35 - Diapositive

Niet betrouwbaar
Periodieke onthouding -->
Plannen wanneer je geen seks hebt

Coïtus interruptus
Seks onderbreken voor het klaarkomen

Slide 36 - Diapositive

Waarom is periodieke onthouding onbetrouwbaar?
A
Soms komen er 2 eicellen bij de ovulatie vrij
B
Eicellen kunnen soms meerdere dagen overleven
C
Ovulatie kan op een ander moment zijn
D
Zaadcellen kunnen wel 10 dagen leven

Slide 37 - Quiz

Vragen?
Kijk na wat je nog niet nagekeken hebt
Maak wat je nog niet gemaakt hebt

Bereid voor op de oefentoets donderdag

Slide 38 - Diapositive

Slide 39 - Diapositive

Slide 40 - Diapositive