Talent 5.7 les 2 2TL

timer
10:00
Welkom
We beginnen met 10 minuten lezen
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

timer
10:00
Welkom
We beginnen met 10 minuten lezen

Slide 1 - Diapositive

Doel vandaag:
Het herkennen van een bijwoordelijke bepaling

Slide 2 - Diapositive

We gaan de volgende zin ontleden:
Tijdens de wedstrijd heeft Luuk zijn enkel lelijk verzwikt.

Slide 3 - Diapositive

Tijdens de wedstrijd heeft Luuk zijn enkel lelijk verzwikt.
Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Slide 4 - Question ouverte

......................................................WG................................................................WG.....
Tijdens de wedstrijd | heeft | Luuk zijn enkel lelijk | verzwikt.|

Wat is het onderwerp?

Slide 5 - Question ouverte

......................................................WG.........O...................................................WG.....
Tijdens de wedstrijd | heeft | Luuk | zijn enkel lelijk | verzwikt.

Wat is het lijdend voorwerp?

Slide 6 - Question ouverte

......................................................WG.........O.................LV...............................WG.....
Tijdens de wedstrijd | heeft | Luuk | zijn enkel | lelijk | verzwikt.

Wat is het meewerkend voorwerp?

Slide 7 - Question ouverte

......................................................WG.........O.................LV...............................WG.....
Tijdens de wedstrijd | heeft | Luuk | zijn enkel | lelijk | verzwikt.

Welke stukken blijven over? Dit zijn de bijwoordelijke bepalingen.

Slide 8 - Question ouverte

Slide 9 - Diapositive

Typ jij regelmatig je geboortedatum in een wachtwoordveld?
Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Slide 10 - Question ouverte

.WG............................................................................................................................
Typ | jij regelmatig je geboortedatum in een wachtwoordveld?
Wat is het onderwerp?

Slide 11 - Question ouverte

.WG..O....................................................................................................................
Typ| jij| regelmatig je geboortedatum in een wachtwoordveld?
Wat is het lijdend voorwerp?

Slide 12 - Question ouverte

.WG..O.....................................................LV...............................................................
Typ| jij| regelmatig | je geboortedatum |in een wachtwoordveld?

Wat is het meewerkend voorwerp?

Slide 13 - Question ouverte

.WG..O.....................................................LV.............................................................................
Typ| jij| regelmatig | je geboortedatum |in een wachtwoordveld?

Wat is zijn de bijwoordelijke bepalingen?

Slide 14 - Question ouverte

.WG..O.........BWB.......................LV.....................................BWB.................
Typ| jij| regelmatig | je geboortedatum |in een wachtwoordveld?

Slide 15 - Diapositive



Maak opdracht:
7, 8, 9 van §5.7
Maak de 'Test jezelf' van §5.7
Gebruik de leertekst:
* Bijwoordelijke bepaling


* Maken opdrachten
* Nakijken
* woordentrainer
* nabespreken doel van de les

Slide 16 - Diapositive

Nabespreken

Slide 17 - Diapositive


Haar vader wil haar een reis geven naar Lapland.
Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Slide 18 - Question ouverte

............................WG.........................................WG.........................................................
Haar vader | wil | haar een reis | geven | naar Lapland.
Wat is het onderwerp?

Slide 19 - Question ouverte

............O..............WG.........................................WG.........................................................
Haar vader | wil | haar een reis | geven | naar Lapland.
Wat is het lijdend voorwerp?

Slide 20 - Question ouverte

............O..............WG......................LV.............WG.........................................................
Haar vader | wil | haar | een reis | geven | naar Lapland.
Wat is het meewerkend voorwerp?

Slide 21 - Question ouverte

............O..............WG.....MV..........LV.............WG.........................................................
Haar vader | wil | haar | een reis | geven | naar Lapland.
Wat zijn de bijwoordelijke bepalingen?

Slide 22 - Question ouverte

............O..............WG.....MV..........LV.............WG................BWB...........
Haar vader | wil | haar | een reis | geven | naar Lapland.

Slide 23 - Diapositive