Thema mens en milieu: koolstofkringloop + stikstofkringloop

Thema Mens & milieu

B2: Kringlopen
  • Koolstofkringloop
  • Stikstofkringloop
1 / 45
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 45 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Thema Mens & milieu

B2: Kringlopen
  • Koolstofkringloop
  • Stikstofkringloop

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Als je eet, krijg je .... binnen.
A
organische stoffen
B
anorganische stoffen
C
zowel anorganische als organische stoffen

Slide 3 - Quiz

Assimilatie & dissimilatie
Assimilatie heeft te maken met opbouw. Fotosynthese is een vorm van koolstofassimilatie. 

In de voortgezette assimilatie wordt door de dier/plant glucose omgezet in eiwitten, vetten en koolhydraten.

Dissimilatie heeft te maken met afbraak: organische stoffen worden weer afgebroken.

Slide 4 - Diapositive

organisch <-> anorganisch

Slide 5 - Diapositive

Wie maken er organische stoffen uit anorganische stoffen?
A
de consumenten
B
de producenten
C
de reducenten
D
zowel de reducenten als de producenten

Slide 6 - Quiz

Koolstofkringloop
Koolstofassimilatie = opbouwen van organische stoffen uit anorganische stoffen

Dissimilatie = afbraak van organische materialen waarbij energie vrijkomt

Aeroob: met zuurstof
Anaeroob: zonder zuurstof

Slide 7 - Diapositive

Koolstofkringloop

Slide 8 - Diapositive

Voedselkringloop
Koolstofkringloop

Slide 9 - Diapositive

timer
1:00

Slide 10 - Diapositive

Over de afbeelding van net een aantal vragen. Sleep het juiste antwoord naar de zin

Slide 11 - Diapositive

Dit molecuul wordt door de planten opgenomen uit de lucht
Via dit molecuul komt de koolstof in consumenten terecht
Deze organismen maken van organisch afval weer CO2
Je mag voor deze vraag je boek gebruiken
We noemen het opnemen van CO2 en omzetten naar glucose ......
We noemen het afbreken van glucose tot CO2.....
CO2
glucose
reducenten
assimilatie
verbranding

Slide 12 - Question de remorquage

Koolstofkringloop
Binastabel 93F!

Slide 13 - Diapositive

Koolstofkringloop

Slide 14 - Diapositive

Koolstofkringloop
Koolstof in koolstofdioxide ( in de lucht)
koolstof in glucose
(producenten)
koolstof in plantaardige energierijke stoffen
koolstof in dierlijke energierijke stoffen
(consumenten)
Koofstof in energierijke stoffen
(reducenten)
verbranding
fotosynthese
Verbranding
verbranding
voortgezette assimilatie

Slide 15 - Question de remorquage

Slide 16 - Vidéo

Koolstofkringloop
Koolstofdioxide
Andere organische stoffen
Glucose
Organische stoffen
Organische stoffen
Dissimilatie
Detritus (= afval)
Koolstofassimilatie
Dissimilatie
Voortgezette assimilatie
Consumenten
Producenten
Reducenten
Fossiele brandstoffen

Slide 17 - Question de remorquage

Slide 18 - Diapositive

Stikstofkringloop

Slide 19 - Diapositive

Stikstofkringloop

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Nijntje nitraat
1: Planten nemen nitraat (NO3-) op.
2: Er vindt stikstofassimilatie plaats
     vorming aminozuren
(vorming eiwitten is voortgezette assimilatie)
3: Dier eet plant, verteert en assimileert eigen        organische stoffen.
4: Bij dissimilatie komt ureum vrij. 
5: Rottingsbacterien breken ureum af tot NH3
6: NH3 lost in (grond)water op tot NH4+
7: Nitrietbacterien zetten NH4+ om in NO2-
8: Nitraatbacterien zetten NO2- om in NO3-


Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Lien

Slide 24 - Diapositive

Zijn reducenten autotroof of heterotroof?
A
autotroof
B
heterotroof

Slide 25 - Quiz

Welke functie hebben reducenten in de koolstofkringloop?

Slide 26 - Question ouverte

Welke organismen zetten nitraationen om in eiwitten?
A
Dieren
B
Rotting bacteriën
C
Planten
D
Nitrificerende bacteriën

Slide 27 - Quiz

Welke stof gebruiken de meeste planten als stikstofbron?
A
Nitriet
B
Nitraat
C
Ammonium
D
Eiwitten

Slide 28 - Quiz

Welke stof gebruiken de meeste dieren als stikstofbron?
A
Nitriet
B
Nitraat
C
Ammonium
D
Eiwit

Slide 29 - Quiz

Waardoor groeien planten beter als de bodem luchtig is?
A
Er is zuurstof nodig voor de omzetting van ammonium naar nitraat
B
Er is zuurstof nodig voor de omzetting van nitraat naar ammonium
C
Er is stikstof nodig voor de omzetting van ammonium naar nitraat
D
Er is stikstof nodig voor de omzetting van nitraat naar ammonium

Slide 30 - Quiz

Planten gebruiken nitraat om eiwitten te maken. Is dit assimilatie of dissimilatie? En is nitraat organisch of anorganisch?
A
Assimilatie en nitraat is organisch
B
Assimilatie en nitraat is anorganisch
C
Dissimilatie en nitraat is organisch
D
Dissimilatie en nitraat is anorganisch

Slide 31 - Quiz

Op welke manier kan stikstof uit de lucht vastgelegd worden?
A
Vlinderbloemigen zetten N2 om in ammonium
B
Planten gebruiken N2 om eiwitten te maken
C
Dieren gebruiken N2 om eiwitten te maken
D
Knolletjesbacteriën gebruiken N2 om ammonium te maken

Slide 32 - Quiz

Als het onweert kan er ook stikstofbinding optreden. In welke stof wordt stikstof gebonden?
A
ureum
B
ammonium
C
nitriet
D
nitraat

Slide 33 - Quiz

Wat is de ecologische relatie tussen vlinderbloemigen en knolletjesbacteriën?
A
Parasitisme
B
Commensalisme
C
Mutualisme
D
Predatie

Slide 34 - Quiz

Welk proces treedt op bij rotting?
A
ammonificatie
B
nitrificatie
C
stikstofassimilatie
D
denitrificatie

Slide 35 - Quiz

Rottingsbacteriën breken organisch afval af. Het zijn reducenten. Zijn ze autotroof of heterotroof?
A
autotroof
B
heterotroof

Slide 36 - Quiz

Denitrificerende bacteriën worden actief bij zuurstofarme omstandigheden. Ze gebruiken nitraat in plaats van zuurstof bij de afbraak van organische stoffen. Denitrificerende bacteriën zijn...
A
consumenten en heterotroof
B
consumenten en autotroof
C
reducenten en heterotroof
D
reducenten en autotroof

Slide 37 - Quiz

Nitrificerende bacteriën zetten ammonium om in nitraat. Dit is een exotherm proces. Het levert ze energie op, die ze gebruiken voor het maken van glucose. Nitrificerende bacteriën zijn...
A
consumenten en heterotroof
B
consumenten en autotroof
C
producenten en heterotroof
D
producenten en autotroof

Slide 38 - Quiz

Vleesetende planten komen voor op een...
A
Koolstofrijke bodem
B
Koolstofarme bodem
C
Stikstofrijke bodem
D
Stikstofarme bodem

Slide 39 - Quiz

De kringloop is bij landbouw niet gesloten. Er treedt een tekort op doordat planten worden afgevoerd. Op welke drie manieren kan het stikstoftekort bij landbouw worden aangevuld?

Slide 40 - Question ouverte

Slide 41 - Lien

Slide 42 - Lien

Slide 43 - Lien

Ik heb de leerdoelen van basisstof 2 onder de knie
😒🙁😐🙂😃

Slide 44 - Sondage

Wat vind je lastig/moeilijk?

Slide 45 - Question ouverte