41. Verleden tijd van zwakke werkwoorden

Doel:  Ik kan de persoonsvorm van zwakke ww in de verleden tijd spellen.    
Goedemorgen, 

Start je laptop en LessonUp alvast op.
online
online
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

Doel:  Ik kan de persoonsvorm van zwakke ww in de verleden tijd spellen.    
Goedemorgen, 

Start je laptop en LessonUp alvast op.
online
online

Slide 1 - Diapositive

Hoe zat het ook al weer?
Voorkennis
- persoonsvorm tegenwoordige tijd
- zwakke werkwoorden


Slide 2 - Diapositive

Sterk of zwak werkwoord?
Sterk werkwoord
Zwak werkwoord
stoppen
hebben
dansen
worden
schrijven
boffen
lopen
zijn
fietsen
lachen

Slide 3 - Question de remorquage

Persoonsvorm tegenwoordige tijd
A
hij vindt
B
hij vind

Slide 4 - Quiz

Persoonsvorm tegenwoordige tijd:

De buurman (verbranden) ... zich.
A
verbrandt
B
verbrand
C
verbrant
D
verbrandde

Slide 5 - Quiz

Wat zijn de vormen van de persoonsvorm tegenwoordige tijd?
A
stam + de/te of stam + den/ten
B
stam, stam + t of het hele werkwoord
C
het hele werkwoord + d
D
alleen de stam

Slide 6 - Quiz



Doel: Ik kan de persoonsvorm van zwakke werkwoorden in de verleden tijd spellen. 

Slide 7 - Diapositive

Instructie: video-uitleg 

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Slide 10 - Vidéo

Ezelsbruggetje zwakke ww

- 't ex-kofschip


- 't sexy fokschaap



kies het woord dat je het makkelijkst kunt onthouden

Slide 11 - Diapositive

Gebruiksaanwijzing 't sexy-fokschaap

Stap 1:  Kijk naar het hele werkwoord (zwakke ww!)

Stap 2: Haal -en  eraf
Stap 3: Kijk naar de letter waar het ww nu mee eindigt

Stap 4: Staat deze letter in 't sexy-fokschaap?

Stap 5: Ja > stam + -te(n)
                Nee > stam -de(n)

Slide 12 - Diapositive

Voorbeeld 
1. Fietsen
2. Fietsen 
3. Fiets
4. 's' komt voor in
't sexy-fokschaap
5. dus de verleden tijd is
(ik) fietste (wij fietsten)

 

Slide 13 - Diapositive

Voorbeeld 
1. voetballen
2. voetballen 
3. voetball
4. 'l' komt niet voor in
't sexy-fokschaap
5. dus de verleden tijd is
(ik) voetbalde 
(wij voetbalden)

 

Slide 14 - Diapositive

Let op!
verbazen-> = verbaz
-z staat niet in '"t sexy-fokschaap" dus -> +d
 ik verbaasde

doven-> = dov-
-v staat niet in "t ex-kofschip" dus -> hij doofde(n)

Slide 15 - Diapositive

Hoe spel je de verleden tijd?
Ik kook, ik ………….
A
kookte
B
kookde
C
kookten
D
kookden

Slide 16 - Quiz

Persoonsvorm verleden tijd:
Hij ......(pakken) het boek.
A
pak
B
pakte
C
pakten

Slide 17 - Quiz

Hoe spel je de verleden tijd?
Ik raad, ik ………….
A
raad
B
raadt
C
raade
D
raadde

Slide 18 - Quiz

Online. Verplicht gebruik van 't x-kofship / 't sexy fokschaap
                       Planning Les 41
 
                       Planning Les 41

                       
                       Stillezen

Noteer het huiswerk: dinsdag 30 januari  Ne Planning les 41


online
online
klaar
klaar

Slide 19 - Diapositive

Hoe werkt 't ex-kofschip?
timer
1:00

Slide 20 - Question ouverte

Slide 21 - Vidéo

Hoe spel je de verleden tijd?
Jij rent, jij ………….
A
ren
B
rend
C
rende
D
renden

Slide 22 - Quiz

DENK ERAAN:
EERST de ik-vorm
DAARNA  schrijf je -te/-de
MEERVOUD? vergeet de N niet

Ik-vorm = raad  
Ik-vorm+de = raadde
Meervoud = raadden

Slide 23 - Diapositive

Wat is de verleden tijd van:
ik antwoord, ik ...

Slide 24 - Question ouverte

Hoe spel je de verleden tijd?
Jullie praten, jullie ...
A
praten
B
praatte
C
praatten
D
pratte

Slide 25 - Quiz

Hoe spel je de verleden tijd?
Wij verven, wij ………….
A
verfte
B
verfde
C
verften
D
verfden

Slide 26 - Quiz

T-H: 
Cursus 7 Spelling 
$10 PV verleden tijd zwak ww

Maak de opdracht 1-2-3-4

Klaar?
 Thema A Mens en dier $4 Reclame

Huiswerk: 
Cursus 7 Spelling 
$10 Pv verleden tijd zwak ww
Maak opdr. 5-6 
H-V: 
Cursus 7 Spelling 
$8 PV verleden tijd zwak ww

Maak de opdrachten.

Klaar?
 Thema A Mens en dier $3 Reclame

Huiswerk: 
De Brug Meestromen
 Formuleren $2 Verbanden tussen zinnen Maak opdr. 1

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive