Instaples hormonen MBO als voorbereiding bs 1 en 2 HAVO 4

Hormonen: hoe zat het ook al weer?
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Hormonen: hoe zat het ook al weer?

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
1.  je kunt uitleggen hoe hormonen werken.
2. je kunt verschillende hormoonklieren herkennen en benoemen. 
3. je kunt de functies van de verschillende hormonen benoemen.
4. je kunt uitleggen hoe je lichaam een constant inwendig milieu (homeostase) bewaart

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Wat zijn hormonen?
  • Hormonen zijn regelstoffen

  • Hormoonklieren maken deze stoffen
  • Bij signaal (van zenuwcel of ander hormoon) 
    geven de cellen stoffen af aan het bloed



Slide 4 - Diapositive

Hormoonklier
Maakt hormonen en geeft deze af aan het bloed.



Slide 5 - Diapositive

Hormoonklieren
  • Kunnen aan en uit worden gezet door een impuls via een bewegingszenuwcel of door een ander hormoon

Slide 6 - Diapositive

Welke hormoonklieren zijn er? 
welke hormonen maken de hormoonklieren?
  1. Hypofyse: groeihormonen (groeien)
  2. Schildklier: schildklierhormoon (verbranding)
  3. Eilandjes van Langerhans: insuline en glucagon (suiker)
  4. Bijnier: adrenaline (stress, schrikken, vluchten, boosheid)
  5. Eierstokken: oestrogeen (vrouwelijke kenmerken)
  6. Zaadballen: testosteron (mannelijke kenmerken)

Slide 7 - Diapositive

Zenuwstelsel - Hormoonstelsel

Het hormoonstelsel bestaat uit een aantal hormoonklieren die hormonen maken. Het hormoonstelsel werkt vaak samen met het zenuwstelsel. 
Hiernaast zie je een aantal hormoonklieren.
Hypofyse
1
Schildklier
2
Bijnieren
3
Alvleesklier
4
Vrouw: Eierstokken
5
Man: teelballen
6
Leer de hormoonklieren
Functie hormoonstelsel
Het hormoonstelsel regelt vooral langzame, langdurige processen.
(Info: Adrenaline is een hormoon dat voor snelle processen zorgt)

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Hormonen zijn:
A
Regelstoffen
B
Voedingsbestanddelen
C
Geslachtskenmerken
D
hormoonklieren

Slide 11 - Quiz

Wat is de functie van hormonen?
A
hormonen regelen de werking van organen die er gevoelig voor zijn
B
hormonen zorgen voor de voeding van veel hormoonklieren
C
hormonen zorgen voor snelle reacties op bepaalde prikkels

Slide 12 - Quiz

sleep de hormoonklieren naar de juiste plek
testikels
hypofyse
schildklier
alvleesklier
bijnieren

Slide 13 - Question de remorquage

Welke andere hormonen beïnvloeden vooral de werking van de eierstokken
A
Hormonen uit de alvleesklier
B
Hormonen uit de hypofyse
C
Hormonen uit de schildklier
D
Hormonen uit een bijnier

Slide 14 - Quiz

Hormonen werken sneller dan impulsen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quiz

Opdracht:

Slide 16 - Question ouverte

Inwendig milieu en uitwendig milieu
  • Inwendig milieu  = bloedplasma + weefselvloeistof
  • Uitwendig milieu = je omgeving + uitscheidende organen zoals:
  1.  de inhoud van je darmkanaal is uitwendig
  2. de inhoud van je  longen is uitwendig
  3. de inhoud van je blaas is uitwendig

  • Let op: Als een stof een celmembraan gepasseerd heeft, zit het in je inwendig milieu.

Slide 17 - Diapositive

Een constant inwendig milieu

Slide 18 - Diapositive

Inwendig milieu

Het inwendige milieu bestaat uit het weefselvloeistof en het bloedplasma


Het inwendige milieu moet contstant van samenstelling blijven.


Dit wordt constant gehouden door opname, opslag en uitscheiding van stoffen


Slide 19 - Diapositive

Een constant inwendig milieu
heet als je havo doet: homeostase

Slide 20 - Diapositive

Homeostase zorgt voor een constant intern milieu
A
Waar
B
Onwaar

Slide 21 - Quiz

Hoe heet de eigenschap van het lichaam om inwendige stabiliteit te handhaven?
A
fysiologie
B
controle
C
lichaamstemperatuur
D
homeostase

Slide 22 - Quiz

Welke twee hormonen zorgen voor de homeostase bij de bloedsuikerspiegel
A
Glucagon & Glycogeen
B
Glucagon & Insuline
C
Glycogeen & Insuline
D
Glucose & Glycogeen

Slide 23 - Quiz

Wat wordt bedoeld met het begrip 'homeostase'?
A
de balans in een organisme
B
een groep mensen met dezelfde interessen
C
de uitwisseling tussen het inwendig en het uitwendig milieu
D
de samenwerking tussen hormoonstelsel en zenuwstelsel

Slide 24 - Quiz

Aan de slag met havo 4
Pak je binas: 
welke informatie vind je over het hormoonstelsel in je binas?
noteer de nummers van de pagina's over het hormoonstelsel.
Pak boek 4b havo thema 5 regeling: 
lees basisstof 1 regeling en homeostase blz 11
lees basisstof 2 hormonale regulatie blz 13
bestudeer de afbeeldingen en de vragen.
maak de vragen die je kunt maken.


Slide 25 - Diapositive