Hoofdstuk 2 paragraaf 4 Nederland en het interbellum

Welkom in de geschiedenisles!
H3 - Het Interbellum


2.4 - Nederland in het interbellum
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom in de geschiedenisles!
H3 - Het Interbellum


2.4 - Nederland in het interbellum

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen: 
• Je kan het volgende kenmerkend aspect in je eigen woorden uitleggen: ‘De economische wereldcrisis.’
• Je kan uitleggen welke sociale verdeling bestond in Nederland.
• Je kan uitleggen hoe de economie zich ontwikkelde.
• Je kan uitleggen welke politieke ontwikkelingen plaatsvonden.
• Je kan uitleggen wat een levensbeschouwing is.
• Je kan uitleggen wat verzuiling is.
• Je kan uitleggen welke zuilen/levensbeschouwingen in Nederland bestonden.
• Je kan wat de AVRO met de verzuiling te maken heeft.
• Je kan uitleggen wat een uitkering is.
• Je kan uitleggen wat stempelen is.

• Je kan uitleggen wie Colijn was.
• Je kan uitleggen wat de aanpassingspolitiek is.
• Je kan uitleggen welk economisch beleid Nederland voerde onder bewind van Colijn.
• Je kan uitleggen wat de gouden standaard is.
• Je kan uitleggen waarom de gouden standaard de crisis verergerde in Nederland.
• Je kan uitleggen hoe de NSB ontstond.
• Je kan uitleggen welke ideologie de NSB volgde.
• Je kan uitleggen waarom de NSB in Nederland weinig succes had.

Slide 2 - Diapositive

• Je kan het volgende kenmerkend aspect in je eigen woorden uitleggen: ‘De economische wereldcrisis.’

Slide 3 - Question ouverte

Planning

  • 20 minuten uitleg. 
  • 20 minuten zelfstandig werken.
  • 10 minuten: Beantwoorden leidende vraag. 

Slide 4 - Diapositive

Afspraak: 
Ben je klaar met beantwoorden van de vraag: Ga verder met je huiswerk. 

Slide 5 - Diapositive

Noem de 4 zuilen in de Nederlandse samenleving.

Slide 6 - Question ouverte

Verzuiling
In Nederland waren er verschillende levensbeschouwingen. 

Slide 7 - Diapositive

0

Slide 8 - Vidéo

Leg uit hoe de wereldcrisis ook naar Nederland kwam.

Slide 9 - Question ouverte

Crisis in Nederland
  • Nederland wordt zwaar door de crisis geraakt: de handel met de VS en Duitsland komt vrijwel stil te staan.

  • Bedrijven en fabrieken moeten de deuren sluiten.

  • Tussen 1929 en 1935 stijgt de werkloosheid van 22.000 naar 500.000

Slide 10 - Diapositive

Leg uit waarom je moest stempelen bij een stempelkantoor.

Slide 11 - Question ouverte


Stempelen voor 'de Steun'


Er is nauwelijks steun van de overheid: 
alleen werklozen tussen 21 en 60 jaar krijgen de steunuitkering.

Hiervoor moeten ze 2 keer per dag in de rij staan om te stempelen. 
Dit is vooral bedoeld om zwartwerken te voorkomen.

Slide 12 - Diapositive

• Je kan het volgende kenmerkend aspect in je eigen woorden uitleggen: ‘De economische wereldcrisis.’

Slide 13 - Question ouverte

Planning

  • 20 minuten uitleg. 
  • 20 minuten zelfstandig werken.
  • 10 minuten: Beantwoorden leidende vraag. 

Slide 14 - Diapositive

Afspraak: 
Ben je klaar met beantwoorden van de vraag: Ga verder met je huiswerk. 

Slide 15 - Diapositive

Leg uit hoe werkverschaffingsprojecten weer zorgden voor een groei in de economie.

Slide 16 - Question ouverte


Werkverschaffingsprojecten


Net als in andere landen probeert de overheid werklozen 
aan werk te helpen met werkverschaffingsprojecten.
Grote projecten zoals het Amsterdams Bos en de Afsluitdijk 
helpen mannen aan werk en een beetje inkomen.

Slide 17 - Diapositive

Vernedering
  • De steun is vaak te laag, daarom moeten mensen ook andere hulp krijgen.

  • Zo krijg je bijvoorbeeld kleding, maar daar staat wél een stempel in: iedereen kan dat zien.

  • Je hoeft geen rijwielbelasting te betalen: maar ook dát kan iedereen zien

Slide 18 - Diapositive

Leg uit wat aanpassingspolitiek is.

Slide 19 - Question ouverte


Aanpassingspolitiek
1934



De Nederlandse regering van minister-president Colijn besluit dat er minder uitgaven moeten zijn, omdat er minder inkomsten zijn: Nederland moet zich aanpassen. Lonen van ambtenaren en bij de werkverschaffing gaan omlaag, 
net als de steunuitkering. Het maakt de problemen alleen maar groter...

Slide 20 - Diapositive

Leg uit wat Colijn was.

Slide 21 - Question ouverte




Zo ziet Colijn zich graag: de leider die Nederland door de storm (crisis) heen stuurt...

Slide 22 - Diapositive




...en zo zien sommige Nederlanders hem: als iemand die helemaal niet helpt, maar mensen laat verzuipen!

'Colijn is een zwijn!', zeggen sommige mensen.

Slide 23 - Diapositive

Leg het verband uit tussen de Gouden Standaard en de crisis in Nederland.

Slide 24 - Question ouverte

De gouden standaard
De gouden standaard zorgt ervoor dat je munt veel waard is. De hoeveelheid geld staat gelijk aan een bepaalde hoeveelheid goud. Als je als land geld bijdrukt daalt de waarde van het geld omdat je meer geld hebt t.o.v. dezelfde hoeveelheid goud. (Inflatie)
- Nederland laat de standaard als een van de laatste landen los waardoor ook onze producten t.o.v. het buitenland duurder werden --> minder export. In 1936 wordt de standaard losgelaten en groeit de economie weer een beetje.

Slide 25 - Diapositive

Leg uit waarom de NSB niet zoveel aanhang kreeg als de Nazi's in Duitsland.

Slide 26 - Question ouverte


NSB
vanaf 1931



Ook in Nederland zijn er anti-democratische groepen die vinden dat 
de oplossing voor de crisis buiten de democratie moet worden gevonden.
De Nationaal-Socialistische Beweging van Anton Mussert is een partij die geïnspireerd is door de NSDAP van Hitler.

Slide 27 - Diapositive

NSB
vanaf 1931
De NSB haalde bij de eerste verkiezing dat zij meededen 8% van de stemmen. 

Maar de democratie kwam nooit in gevaar. 

Totalitaire partije maakten weinig kans doordat Nederland niet ontwricht was na de Eerste Wereldoorlog. 

Katholieken en protestantse kerken verboden gelovigen om lid te worden. 

Slide 28 - Diapositive

• Je kan het volgende kenmerkend aspect in je eigen woorden uitleggen: ‘De economische wereldcrisis.’

Slide 29 - Question ouverte

Huiswerk: 2.4. 
  • Maken 2.4. 
  • Leren leerdoelen 2.4.  

Slide 30 - Diapositive

Fijne dag!

Slide 31 - Diapositive