3vm-8-4-Ontleden en naamvallen

• Duits
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Heute

• - Je weet wat de 1e en 4e naamval zijn.
• - Je kent de rijtjes van de/het/een, in het Duits, in de 1e en 4e naamval.
• - Je kan zinnen ontleden.

Wat heb je nodig voor deze les:

• device
• Je grammatica overzicht

Wiederholung

Op de volgende slide volgt een korte uitleg video m.b.t. de 1e en 4e naamval. 

Ontleden?

Om te bepalen welke naamval je voor een zinsdeel moet gebruiken, kun je volgende stappen zetten:

 onderwerp en lijdend voorwerp .

stap 1: Ontleed de zin naar onderwerp en lijdend voorwerp 

• onderwerp: 1e naamval
• lijdend voorwerp: 4e naamval
  

Zoals de der-Gruppe:

dies-,

welch-,

jed-, jen

manch-,

solch, all

Zoals de ein-Gruppe:

mein-,

dein-,

sein-,

enz. 

(alle bezittel.

vnw.)

Doe altijd hetzelfde!

Staat er een voorzetsel?

Ja --> kies dan meteen de juiste naamval 

nee --> ga ontleden en kies op die manier de juiste naamval

Weet je het nog?

Welke naamval hoort bij het onderwerp?

1. 1ste naamval
2. 2de naamval
3. 3de naamval
4. 4de naamval

Welke naamval hoort bij het lijdend voorwerp?

1. 1ste naamval
2. 2de naamval
3. 3de naamval
4. 4de naamval

Hoe vind je het Onderwerp? 

Wie/wat + gezegde*

* gezegde zijn alle werkwoorden in de zin

Hoe vind je het Lijdend Voorwerp?

Wie/wat + gezegde + Onderwerp

Hoe vind je het onderwerp in een zin?

1. zin vragend maken
2. wie / wat + pv
3. wie / wat + onderwerp + gezegde
4. aan wie / voor wie

Hoe vind je het lijdend voorwerp in een zin?

1. zin vragend maken
2. wie / wat + pv
3. wie / wat + onderwerp + gezegde
4. aan wie / voor wie

Üben

Je gaat oefenen met het ontleden. 

Gebruik voor de oefening je grammatica overzicht.

Maak gebruik maken van een kladpapier voor het beantwoorden van de vraag. Let goed op het geslacht en welk schema je moet gebruiken. Vergelijk jouw antwoord met de gegeven uitleg. Gebruik de stappen - gezegde, onderwerp, lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp.

Wat is het ONDERWERP in deze zin:
Der Mann kauft einen Apfel

Wat is het LIJDEND VOORWERP?
Johann isst ein Eis

Wat is het ONDERWERP in deze zin:
Meine Mutter hat zwei Kinder

Wat is het LIJDEND VOORWERP
Deine Eltern haben ein Haus gekauft

Der Gruppe & Ein Gruppe

D.. Opa (m) spielt Tennis

1. der
2. den
3. dem
4. die

Martin ruft d.. Lehrer (m)

1. der
2. das
3. die
4. den

D.. Mädchen (o) isst ein.. Pizza (v)vee

1. die, eine
2. das, ein
3. die, einen
4. das, eine

D.. Fahrrad (o) hat ein.. Gepäckträger (m)

1. das, ein
2. der, ein
3. das, einen
4. der, einen

D.. Schule (v) hat ein.. Schulhof (m)

1. die, einen
2. der, einen
3. das, einen
4. die, ein