BK 6.1 bloed

6.1 Bloed
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

6.1 Bloed

Slide 1 - Diapositive

Doel van de les: 
je moet de bestandsdelen van bloed kunnen noemen en hun kenmerken en functies


Slide 2 - Diapositive

We hebben 5-6 liter bloed in ons lichaam

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Slide 6 - Diapositive

Bloedplasma
7% eiwitten (waaronder fibrinogeen)
veel opgeloste stoffen: voeding, afval(co2) hormonen, enzymen, antistoffen

Slide 7 - Diapositive

Rode bloedcellen
bloedarmoede
ontstaan
hoogtestage

Slide 8 - Diapositive

Witte bloedcellen

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Bloedplaatjes
trombose
stolling

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Begrippen
  • verbranding
  • 5 liter bloed
  • bloedplasma
  • rode bloedcellen
  • rode beenmerg
  • witte bloedcellen
  • bloedplaatjes
  • fibinogeen ->fibrine
  • bloedstolling



Slide 13 - Diapositive

Test jezelf

Ga naar Lesson Up en log in met je google account

Slide 14 - Diapositive

Waar worden bloedcellen gemaakt?
A
Ruggenmerg
B
Hersenstam
C
Rode Beenmerg
D
Bijnieren

Slide 15 - Quiz

uit welke 4 onderdelen bestaat bloed?
A
bloedplasma, rode-, witte bloedcellen en zuurstof
B
bloedplasma, rode-, witte bloedcellen en koolstofdioxide
C
bloedplasma, rode-, witte bloedcellen en bloedplaatjes
D
bloedplasma, rode-, blauwe bloedcellen en bloedplaatjes

Slide 16 - Quiz

Waar bestaat bloedplasma uit?
A
water en zout
B
water en opgeloste stoffen
C
water en eiwitten en opgeloste stoffen
D
water en zout en eiwitten

Slide 17 - Quiz

Rode bloedcellen
Bloedplasma
Bloedplaatjes
Witte bloedcellen
Zorgen voor bloedstolling
Bestrijden ziekteverwekkers
Vervoeren zuurstof met behulp van Hemoglobine
Vervoert stoffen zoals vitaminen, hormonen, Co2 etc.

Slide 18 - Question de remorquage

Iemand met bloedarmoede heeft te weinig...
A
Zuurstof
B
Voedingsstof
C
Hemoglobine
D
Bloed

Slide 19 - Quiz

Wat is de belangrijkste taak van de rode bloedcellen?
A
Vervoeren van zuurstof
B
Ziekteverwekkers doden
C
Bloed laten stollen

Slide 20 - Quiz

Wat zorgt er voor de rode kleur in rode bloedcellen? Dit kan zuurstof vervoeren.
A
Glucose
B
Koolstofdioxide
C
Glycogeen
D
Hemoglobine

Slide 21 - Quiz

wat is trombose?

Slide 22 - Question ouverte

In de rode cirkel zie je:
A
Een rode bloedcel
B
Bloedplaatje
C
Een witte bloedcel
D
Een blauwe bloedcel

Slide 23 - Quiz

Wat gebeurd er als een witte bloedcel een ziekteverwekker heeft 'opgegeten'?
A
De ziekteverwekker gaat dood
B
De witte bloedcel gaat dood
C
Beiden gaan dood. Er ontstaat pus.
D
Allemaal

Slide 24 - Quiz

Wat wordt er aangegeven met het zwarte vlekje in de witte cel?
A
kern van een rode bloedcel
B
opgeslokte bacterien
C
kern van een witte bloedcel

Slide 25 - Quiz

wat is leukemie?

Slide 26 - Question ouverte

wat zullen de symptomen zijn bij de ziekte leukemie

Slide 27 - Question ouverte

Wat is de belangrijkste taak van de Bloedplaatjes?
A
Vervoeren van zuurstof
B
Ziekteverwekkers doden
C
Bloed laten stollen

Slide 28 - Quiz

Hebben bloedplaatjes een celkern?
A
ja
B
nee

Slide 29 - Quiz

Welk van de volgende onderdelen van het bloed heeft een celkern?
A
rode bloedcellen
B
witte bloedcellen
C
bloedplasma
D
bloedplaatjes

Slide 30 - Quiz

Welke stof helpt bij het vervoeren van zuurstof?
A
Hemoglobine
B
Pus
C
Trombose
D
Fibrinogeen

Slide 31 - Quiz

Bij het stollen van bloed verandert...
A
hemoglobine in hemoglobineen
B
fibrine in fibrinogeen
C
fibrinogeen in fibrine
D
hemoglobine in hemoglobine

Slide 32 - Quiz

Slide 33 - Diapositive