Doelstellingen - Siem Isselman

• Sport en Bewegen
• MBO
• Studiejaar 1

Doelstellingen

Inhoud

• Doelen
  
• Aan de slag
• Doelen behaald?
  

Doelen

• Je weet wat doelstellingen zijn en waarom deze belangrijk zijn;
• Je kunt de plek van doelstellingen in het didactisch model uitleggen;
• Je kunt de soorten doelstellingen benoemen en uitleggen;
  _______________________________________________________________
• Je kunt kortetermijndoelstellingen formuleren.

"De doelstelling heeft te maken met zowel de beginsituatie, de les/training en met de evaluatie"

1. Eens
2. Oneens

Soorten doelstellingen

Op basis van gedragsaspecten:

- Motorische doelstellingen

- Cognitieve doelstellingen

- Sociaal affectieve doelstellingen

Soorten doelstellingen

Op basis van termijn:

- Lange termijn doelstellingen

- Middellange termijn doelstelllingen

- Korte termijn doelstellingen (lesdoel, lesdeeldoel, oefendoel)

Motorische doelstellingen

- Schoolslagbeweging kunnen maken

- Dribbel bij voetbal kunnen uitvoeren

- Met de squattechniek 120 kunnen tillen

- Duurloop van 10km kunnen lopen

Cognitieve doelstellingen

- Vijf fouten/correcties kunnen opnoemen van een handstand

- 4-3-3 systeem bij voetbal kunnen uitleggen

- Het juist positie kiezen bij een zoneverdediging

- De techniek van de schoolslag kunnen analyseren

Sociaal-affectieve doelstellingen

- Plezier beleven aan sportbeoefeningen

- Kunnen omgaan met winst en verlies

- Bij het 'niet lukken' doorzettingsvermogen tonen

- Een beslissing van de scheidsrechter kunnen accepteren

Geef een voorbeeld van een motorische doelstelling

Geef een voorbeeld van een cognitieve doelstelling

Geef een voorbeeld van een sociaal affectieve doelstelling

Korte termijn doelstellingen

Altijd te maken met aanleren / verbeteren

- Aanleren van de schoolslag

- Verbeteren van positiespel

- Aanleren van de lay-up

- Verbeteren van het samenspel

Algemeen --> Concreet

Volleybaltechniek verbeteren --> 
De bovenhandse techniek bij volleybal kunnen uitvoeren

Een duurloop kunnen lopen --> 

Duurloop van 10km over een sterk wisselend parcours kunnen lopen

Formuleren...

Voor het concreet beschrijven van doelen gebruiken we de vier stappen:

1. Bewegingsvorm

2. Waarneembaar eindgedrag

3. Voorwaarden/omstandigheden

4. Minimumprestatie (kwalitatief/kwantitatief)

1. Bewegingsvorm

De deelnemers kunnen een wreeftrap uitvoeren

De deelnemers kunnen een duurloop van 10km lopen

De deelnemers kunnen een voorwaartse salto springen

2. Waarneembaar eindgedrag

De deelnemers kunnen een wreeftrap uitvoeren

De deelnemers kunnen een duurloop van 10km lopen

De deelnemers kunnen een voorwaartse salto springen

3. Voorwaarden/omstandigheden

De deelnemers kunnen de wreeftrap als voorzet toepassen

De deelnemers kunnen een duurloop van 10km over een sterk wisselend parcours lopen

De deelnemers kunnen een voorwaartse salto uit aanloop met afzet van een minitramp springen

4. Minimumprestatie

Deelnemers kunnen de wreeftrap als voorzet uitvoeren, waarbij het standbeen telkens goed naast de bal wordt geplaatst.

De deelnemers kunnen een voorwaartse salto uit een aanloop met afzet van een minitramp springen, waarbij met twee benen wordt afgezet en de landing tot stabiele stand plaats vindt. 

Wat is een voorbeeld van een bewegingsvorm?

1. 5 van de 10 zijn raak
2. Vanaf de baseline
3. Wreeftrap
4. Uitvoeren

Wat is een voorbeeld van waarneembaar eindgedrag?

1. Standbeen naast de bal
2. 10 kilometer
3. Bovenhandse opslag
4. Lopen

Welke stap ontbreekt er voor een concrete doelstelling:

De deelnemers kunnen een schoolslag zwemmen, waarbij er een lange uitdrijf-fase is.

1. Bewegingsvorm
2. Waarneembaar eindgedrag
3. Voorwaarde/omstandig-heid
4. Minimumprestatie

Welke stap ontbreekt er voor een concrete doelstelling:

De deelnemers zwemmen naar de overkant zonder armen te gebruiken.

1. Bewegingsvorm
2. Waarneembaar eindgedrag
3. Voorwaarde/omstandig-heid
4. Minimumprestatie

Welke stap ontbreekt er voor een concrete doelstelling:

De deelnemers kunnen de bovenhandse volleybaltechniek in een driehoeksopstelling demonstreren.

1. Bewegingsvorm
2. Waarneembaar eindgedrag
3. Voorwaarde/omstandig-heid
4. Minimumprestatie

Formuleer een doelstelling voor de sport: Turnen.

Formuleer een doelstelling voor een sport die iets met water te maken heeft.

Kies zelf een sport en maak voor deze sport een doelstelling.

Doelen

• Je weet wat doelstellingen zijn en waarom deze belangrijk zijn;
• Je kunt de plek van doelstellingen in het didactisch model uitleggen;
• Je kunt de soorten doelstellingen benoemen en uitleggen;
• Je kunt kortetermijndoelstellingen formuleren.

Geef je zelf een score m.b.t. jouw eigen kennis van doelstellingen

-2100

Vragen?