Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositive de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 15 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Vidéo
Hoe heet nummer 1
A
Kelkblad
B
Gekleurd blad
C
Kroonblad
D
Helmblad
Slide 2 - Quiz
Hoe heet nummer 2
A
Stamper
B
Stempel
C
Meeldraad
D
Stijl
Slide 3 - Quiz
Hoe heet nummer 3
A
Meeldraad
B
Helmknop
C
Helmdraad
D
Stengel
Slide 4 - Quiz
Hoe heet nummer 4
A
Stamper
B
Stempel
C
Stijl
D
Vruchtbeginsel
Slide 5 - Quiz
Hoe heet nummer 5
A
Stamper
B
Stempel
C
Baarmoeder
D
Vruchtbeginsel
Slide 6 - Quiz
Welke stoffen halen planten met hun wortels uit de bodem ?
A
mineralen
B
water
C
water en mineralen
D
water en koolstofdioxide
Slide 7 - Quiz
Planten maken hun eigen voedingsstoffen. In welk orgaan doen ze dit vooral ?
A
in de bloemen
B
in de bladeren
C
in de stengels
D
in de wortels
Slide 8 - Quiz
Bloemen zijn organen van planten die nodig zijn voor...
A
De ademhaling van planten
B
De voortplanting van planten
C
De groei van planten
D
Het mooi zijn!
Slide 9 - Quiz
Hoe heet dit deel van een bloem?
A
De bloemkelk
B
De bloemsteel
C
De bloembodem
D
Het bloemonderkantje
Slide 10 - Quiz
Wat is bestuiving?
Slide 11 - Question ouverte
Wat zie je hier gebeuren?
A
Bestuiving
B
Bevruchting
C
Vorming van stuifmeelbuis
D
Vorming van zaden
Slide 12 - Quiz
Er vindt bestuiving plaats als stuifmeel terechtkomt op het bovenste deel van een stamper. In de afbeelding is dit deel van een stamper aangegeven met de letter P. Hoe heet dit deel van de stamper?
Slide 13 - Question ouverte
Wat gebeurt er tijdens de bevruchting ?
A
Er komt stuifmeel op de stempel
B
Het zaadbeginsel groeit uit tot een zaad
C
Er groeit een buisje uit de stuifmeelkorrel door de stijl van de stamper
D
De celkern van de stuifmeelkorrel smelt samen met de celkern van de eicel
Slide 14 - Quiz
Heeft hier bestuiving plaatsgevonden? En bevruchting?
A
wel bestuiving, geen bevruchting
B
zowel bestuiving als bevruchting
C
wel bevruchting, geen bestuiving
D
geen bestuiving, geen bevruchting
Slide 15 - Quiz
Wat eet je bij doperwtjes?
A
wortels
B
vruchten
C
zaden
D
bloemen
Slide 16 - Quiz
Wat eet je bij MAIS?
A
bloemen
B
vruchten
C
wortels
D
zaden
Slide 17 - Quiz
Wat eet je bij PREI?
A
stengels
B
wortels
C
bladeren (+ stengel)
D
bloemen
Slide 18 - Quiz
Wat eet je bij rode BIETJES?
A
wortels
B
zaden
C
stengels
D
vruchten
Slide 19 - Quiz
Wat eet je bij WITLOF?
A
vruchten
B
bloemen
C
stengels
D
bladeren
Slide 20 - Quiz
Wat eet je bij ASPERGES?
A
wortels
B
stengels
C
bladeren
D
vruchten
Slide 21 - Quiz
Wat eet je bij AARDAPPELS?
A
wortels
B
stengels
C
vruchten
D
zaden
Slide 22 - Quiz
Wat eet je bij RODE KOOL?
A
vruchten
B
bloemen
C
zaden
D
bladeren
Slide 23 - Quiz
Aan de slag
LEES 7.6 en MAAK de opdrachten.
Klaar? Maak je stripverhaal af en lever in via SOM.