introductie technologie Disk

Technologie
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Technologie

Slide 1 - Diapositive

Technologie
Waar denk je aan?

Slide 2 - Carte mentale

Slide 3 - Diapositive

Vroeger

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

De toekomst???

Slide 7 - Diapositive

Wat kunnen we
in de toekomst?

Slide 8 - Carte mentale

Slide 9 - Lien

Waar zijn de jongens en het meisje?
A
in huis
B
in de dierenwinkel
C
in de telefoonwinkel

Slide 10 - Quiz

Het meisje heeft een echte kat.
A
niet waar
B
waar

Slide 11 - Quiz

De jongen geeft eten aan een echte hond.
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quiz

Uitleg van nieuwe woorden 
1.  Lees het woord
2.  Lees de betekenis(sen)
3.  Lees de voorbeeldzin(nen)
4.  Bekijk de plaatjes

Slide 13 - Diapositive

de robot
een machine die het werk van een mens doet
Een robot werkt heel precies en is nooit ziek.

Slide 14 - Diapositive

het gebouw
iets wat gebouwd is en waar je in kunt
Onze school zit in een groot gebouw.

Slide 15 - Diapositive

dalen
naar beneden gaan / zakken
De temperatuur daalt vannacht flink.
Het vliegtuig daalt en zal snel landen.

Slide 16 - Diapositive

opladen
zorgen dat er weer elektriciteit bij komt
Ik moet mijn telefoon elke dag opladen.
Elektrische auto's  moet je opladen.

Slide 17 - Diapositive

kapot
als iets beschadigd is of niet meer werkt
Mijn telefoon is gevallen en nu is het scherm kapot.
Na het ongeluk was mijn auto helemaal kapot.

Slide 18 - Diapositive

de planeet
een hemellichaam (een groot iets) dat rond een ster draait
De aarde is een planeet.
De mens wil graag naar de planeet mars gaan

Slide 19 - Diapositive

winnen (won - gewonnen)
de beste zijn in een wedstrijd of een spel
Het voetbalteam heeft de beker gewonnen.
Wie denk jij dat de wedstrijd gaat winnen?

Slide 20 - Diapositive

downloaden
digitale gegevens naar je eigen computer halen
Ik wil die game downloaden, want dan kan ik hem spelen.

Slide 21 - Diapositive

            studeren                  
iets leren / oefenen
Als je een goed cijfer voor de toets wil, moet je goed studeren.
Bij buurmeisje studeert elke dag piano.

Slide 22 - Diapositive

leeg
iets waar niets of niemand in zit
Je moet altijd je bord leeg eten.
De batterij van mijn telefoon is leeg. Ik kan nu niet bellen.

Slide 23 - Diapositive

Aan het werk!

Slide 24 - Diapositive