DISK: technlogie (les 3)

Technologie
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Middelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Technologie

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nieuwe woorden

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

het onderscheid = розрізняти
  • dat waarin iemand of iets niet hetzelfde is als iets of iemand anders;
  • Synoniem: het verschil;
  • Tegenstelling: de overeenkomst
  • zin: Het onderscheid tussen jou en mij is dat ik niet veel aan sport doe en jij wel.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

onderweg = в дорозі

  • Tijdens de reis;
  • Als je van de ene plaats naar de andere plaats gaat;
  • Zin: Wij zijn met de auto onderweg naar Frankrijk.
  • Zin: Ik ben al onderweg naar het centrum. Ik kom eraan!

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

het onderwijs =

освіти







  • alle scholen
  • zin: Zij werkt in het onderwijs. Ze geeft Nederlandse les aan jongeren. 

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

de ontdekking =

відкриття
de ontdekking

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

onthouden = пам'ятати

  • niet vergeten
  • iets wat belangrijk kan zijn
  • Zin: Ik moet vandaag onthouden dat ik naar de winkel moet voor kaas.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

de ontwikkeling = 
розвитку



  • de manier waarop iets loopt en verandert;
  • de groei die je doormaakt;
  • Zin: Jullie ontwikkeling op de Schakel sinds de start is heel groot!

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

opladen = щоб завантажити
zorgen dat er weer elektriciteit bij komt
Ik moet mijn telefoon elke dag opladen.
Elektrische auto's  moet je opladen.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

de planeet = планета
  • een bol in de ruimte die om de zon heen draait
  • de aarde is een planeet
  • er zijn 8 planeten (tot nu ontdekt)
  • alle planeten hebben een naam
  • de zon is geen planeet, maar een ster
  • een maan is geen planeet
  • zin: Sommige planeten kun je met een telescoop zien.
  • zin: Mensen onderzoeken of je kunt leven op een andere planeet.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

de robot = робот



  • een machine die het werk van mensen doet 
  • robotisering= veel verschillende dingen die door robotten                   worden gedaan.
  • meervoud: de robotten
  • zin: Mijn grasmaaier is een robot, nu hoef ik het zelf niet te doen.   
  • zin: In de auto industrie is er veel robotisering.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

dom
slim
розумни
 
розумний

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vertaal de woorden in je eigen taal.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak een zin met:

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

DISK boek thema 7 'techologie'

blz. 68: opdr. 4 en 5

Daarna bespreken.

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

DISK
Samen maken opdr. 5 

Zelf maken opdr. 7, 8

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zelfstandig werken
Disk 
thema technologie

Klaar? Werk aan grammatica.

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kijk naar de video en beantwoord de vragen.

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

de robot-hond
Op de volgende bladzijde kijk je een filmpje. Het is een wedstrijd tussen:






                              een echte hond                                              een robothond            






Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de naam van de echte hond?
A
Ibo
B
Bas
C
Rakker
D
Botje

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Wat is goed?
A
De echte hond gaat eten.
B
De robothond gaat eten.
C
De echte hond kan praten
D
De robothond kan praten

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De echte hond heeft zachte haren.
De mevrouw zegt: ik kan de hond lekker...
A
haaien
B
aaien
C
paaien
D
snaaien

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Rendictee
Maak teams (tweetallen).

Wie doet wat?
Één leerling gaat rennen en onthouden.
Één leerling gaat met het woord een zin
schrijven.


Slide 25 - Diapositive

De docent bespreekt na afloop de betekenis van de woorden.