HEY 6.3 Minimumprijs

6.3 Minimumprijs
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

6.3 Minimumprijs

Slide 1 - Diapositive

Deelvraag
Wat zijn de effecten van een minimumprijs voor de markt?

Slide 2 - Diapositive

Ingrijpen in de markt
  • Regulering van (vooral) de monopoliemarkt. Dit is vooral nodig bij natuurlijke monopolies. 
  • Minimumprijzen ter bescherming van producenten. 
  • Maximumprijzen ter bescherming van consumenten. 

Slide 3 - Diapositive

maximumprijs
minimumprijs

Slide 4 - Diapositive

Minimumprijs
De EU heeft voor een aantal landbouwproducten een minimum- of garantieprijs ingesteld.
De EU garandeert een bepaalde minimumprijs voor producten.

Slide 5 - Diapositive

minimumprijs voor boeren
De minimumprijs is zo vastgesteld dat de kosten van duurzame productie worden gedekt. Is de marktprijs hoger, dan volgt de minimumprijs gewoon de markt. Maar zakt de marktprijs door de bodem, dan wordt de minimumprijs van kracht. Zo biedt Fairtrade boeren een vangnet in tijden van lage wereldmarktprijs. 

Slide 6 - Diapositive

Minimumprijs 
- Er ontstaat een aanbodoverschot
 
- De overheid heeft hierdoor kosten omdat er een aanbodoverschot is en de overheid koopt dit overschot voor de minimumprijs op.

- Een minimumprijs wordt voornamelijk in de landbouwindustrie gebruikt door de overheid.


Slide 7 - Diapositive

Doordraaiprijzen op veilingen
Doordraai = partij goederen wordt uit de verkoop gehaald als de prijs beneden de bodemprijs daalt.

Bodemprijs wordt bepaald door de veilingeigenaar.

Bewuste aanbodbeperking -> leidt tot hogere omzet.

Slide 8 - Diapositive

Is dit een voorbeeld van een maximum- of minimumprijs
A
Maximumprijs
B
Minimumprijs

Slide 9 - Quiz

Wat is een minimumprijs?
A
Het is de hoogst toegelaten prijs voor een goed of dienst en ligt meestal boven de marktprijs.
B
Het is de hoogste toegelaten prijs voor een goed of dienst en ligt meestal beneden de marktprijs.
C
Het is de laagste toegelaten prijs voor een goed of dienst en ligt meestal beneden de marktprijs.
D
Het is de laagst toegelaten prijs voor een goed of dienst en ligt meestal boven de marktprijs.

Slide 10 - Quiz

Bij een minimumprijs …

A
stijgt het consumentensurplus
B
daalt het consumentensurplus

Slide 11 - Quiz

Bij een minimumprijs ….

A
stijgt het producentensurplus
B
daalt het producentensurplus

Slide 12 - Quiz

Waarom is er een minimumprijs ingesteld door de overheid?
A
Tomaten zijn belangrijk
B
Om boeren te beschermen
C
Omdat er anders niet geproduceerd wordt
D
Omdat er anders te veel wordt geproduceerd.

Slide 13 - Quiz

Twee beweringen over minimumprijs.
I. Een minimumprijs is ter bescherming van (het inkomen van) de producent.
II. Een minimumprijs dient ter ondersteuning van de productie van wenselijke goederen.
Welke bewering(en) is/zijn goed?

A
Beide zijn goed
B
I is goed, II is fout
C
I is fout, II is goed
D
Beide zijn fout

Slide 14 - Quiz

Bij een minimumprijs ontstaat een ...
A
aanbodtekort
B
aanbodoverschot
C
vraagtekort
D
vraagoverschot

Slide 15 - Quiz

Wat is het doel van een minimumprijs?
A
Beschermen van consumenten tegen een te hoge prijs
B
Beschermen van producenten tegen een te lage prijs
C
Zorgen voor meer winst voor producenten
D
Geen specifiek doel

Slide 16 - Quiz

Bij een minimumprijs
van € 20, ontstaat er een
.......

A
aanbodtekort van 50
B
aanbodtekort van 100
C
aanbodoverschot van 100
D
evenwicht tussen vraag en aanbod

Slide 17 - Quiz

Aan de slag!
6.3 Minimumprijs lezen
Maken opdr. 6.11 t/m 6.15

Slide 18 - Diapositive