Ik kan verschillende onderdelen van een spier benoemen en ken de functie
Ik kan uitleggen wat een antagonist is en waarom deze nodig is.
Ik kan verschillende soorten spiervezels opsommen
Huiswerk T4 B4
Opdr. 1 t/m 7, 4k
Of uitdaging
Opdr. 5 t/m 9
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1
Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
B4 Spieren
Jas in de kluis
Spullen op tafel
Laptop/Leerwerkboek
schrift
Tas van tafel
Lees blz. 31-33
timer
5:00
Kennen/Kunnen
Ik kan spieren van afbeelding 20 benoemen.
Ik kan verschillende onderdelen van een spier benoemen en ken de functie
Ik kan uitleggen wat een antagonist is en waarom deze nodig is.
Ik kan verschillende soorten spiervezels opsommen
Huiswerk T4 B4
Opdr. 1 t/m 7, 4k
Of uitdaging
Opdr. 5 t/m 9
Slide 1 - Diapositive
Geheime leerling
Deze les heb ik willekeurig een geheime leerlinggekozen.
Ik let extra op deze leerling en kijk naar:
Inzet tijdens de les
Werkhouding tijdens de les
Aan het eind zal ik de geheime leerling onthullen, als ik deze leerling positieve feedback kan geven, dan verdient deze leerling ook 1/3 +0,5 OF +1 cm² spiekbriefje.
Slide 2 - Diapositive
Huiswerkrad
Ga vast naar Lessonup.app en gebruik deze code
Beloning
Straf
Beloningen
+1 cm2 spiekbriefje = Je mag een spiekbriefje maken voor een toets. Deze begint 1 bij 1 cm groot, per keer dat je dit verdient wordt dat 1 cm meer, tot een max van 4 bij 4 cm groot.
1/3 +0.5 = Als je deze 3 keer verdiend mag je 0,5 optellen bij een biologiecijfer naar keuze.
Snitch = Je mag een klasgenoot kiezen die ook wordt gecontroleerd. Je krijgt zelf 2 V's (3 V's levert een 1/3 +0,5 op)
Helaas = Je krijgt maar 1 V.
Straffen
45 min bijwerken= Na school kom je huiswerk maken, dit duurt 45 min of totdat je opgegeven taak af is.
Kleurplaat = Je kiest een kleurplaat, deze kleur je in en je maakt de opdracht die erbij hoort. De eerstvolgende les moet je deze inleveren. niet gedaan is 2 kruisjes.
2/1 kruisjes = Een kruisjes is een X, als je hier 3 van hebt, krijg je automatisch de 45 min bijwerken
Snitch = Je mag een klasgenoot kiezen die ook wordt gecontroleerd.
Niks! = Je krijgt geen straf
Slide 3 - Diapositive
Bij welke beenverbinding is geen beweging mogelijk
A
Alleen vergroeiing
B
Vergroeiing en naden
C
Naden en kraakbeen
D
Bij alle soorten is beweging mogelijk
Slide 4 - Quiz
Spaakbeen en ellepijp vormen samen een ..
A
draaigewricht
B
rolgewricht
C
kogelgewricht
D
scharniergewricht
Slide 5 - Quiz
Welke verbinding zit tussen de ruggenwervels?
A
Vergroeing
B
Naden
C
Kraakbeen
D
Gewricht
Slide 6 - Quiz
Welke verbinding zit tussen de schedelbeenderen?
A
Vergroeing
B
Naden
C
Kraakbeen
D
Gewricht
Slide 7 - Quiz
Welke verbinding zit in de knie?
A
Vergroeing
B
Naden
C
Kraakbeen
D
Gewricht
Slide 8 - Quiz
Hoe heet het bot waar je op zit? (1 woord)
Slide 9 - Question ouverte
Spierweefsel
Spieren bestaan uit spierweefsel met spiercellen.
Dit weefsel kan:
Aanspannen waardoor de spier korter en dikker wordt
Ontspannen waardoor de spier langer en dunner wordt
Pees
Aan beide uiteinden van een spier zit de pees.
Pees is taai, slecht rekbaar weefsel.
Hiermee zit de spier vast aan een bot
Aanhechtingsplaats
Uitstekende delen van botten, waar pezen aan vast zitten
Slide 10 - Diapositive
Antagonisten
Een spier kan alleen trekken, niet duwen!
Twee spieren werken vaak samen om een bot te bewegen.
Als spier 1 trekt, ontspant spier 2
Als spier 2 trekt, ontspant spier 1
Deze spieren zijn elkaars antagonist
Ze vormen een antagonistisch paar
Als een spier aanspant wordt deze korter en dikker. Dit kost energie en is gaat met kracht. In dit geval trekt een spier samen, een trekbeweging dus.
Als een spier ontspant wordt deze langer en dunner. Dit kost geen energie en kan niet met kracht!
Een antagonistisch paar = Twee spieren die tegengesteld werken in dezelfde beweging. Als de ene spier aanspant, dan ontspant de andere van het paar
Slide 11 - Diapositive
Bewust
Onbewust
Slide 12 - Question de remorquage
Bewuste en onbewuste bewegingen
Skeletspieren > beweeg je bewust
Orgaanspieren > beweeg je onbewust (= zonder dat je ze aanstuurt)
Slide 13 - Diapositive
Ga aan de slag met: T4 B4
Blz. 31 t/m 37
Opdr. 1 t/m 7, 4k
Of uitdaging
Opdr. 5 t/m 9
Klaar met het bovenstaande?
Verder werken/lezen
Samenvatten
Ander huiswerk
Boek lezen
Zs = Werken in stilte
Geen vinger opsteken
Aan het werk
Stil en stoor niemand
Blijf op je plek
timer
6:00
Slide 14 - Diapositive
Ga aan de slag met: T4 B4
Blz. 31 t/m 37
Opdr. 1 t/m 7, 4k
Of uitdaging
Opdr. 5 t/m 9
Klaar met het bovenstaande?
Verder werken/lezen
Samenvatten
Ander huiswerk
Boek lezen
Zf = Werken met fluisteren
Geen vinger opsteken
De docent komt langs
Aan het werk
Fluister alleen met de persoon naast je
Blijf op je plek
Slide 15 - Diapositive
Bram duwt een zware wasmachine naar een andere plek. a. Welke spier in de arm wordt het meest aangespannen bij deze beweging? b. Leg uit: zorgen de buikspieren en/of rugspieren ervoor dat hij rechtop kan blijven staan?
Slide 16 - Question ouverte
Geheime leerling
De geheime leerling was .......
Ik lette extra op deze leerling en keek naar:
Inzet tijdens de les
Werkhouding tijdens de les
Als ik je positieve feedback kan geven,
dan verdien je ook 1/3 +0,5 OF +1 cm² spiekbriefje.