Hoofdstuk 4 Paragraaf 3 Staatsvorming en centralisatie

Staatsvorming &
Centralisatie
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Staatsvorming &
Centralisatie

Slide 1 - Diapositive

Doelen voor deze les: 
• Je kan het volgende kenmerkend aspect in je eigen woorden uitleggen: ‘Het begin van staatsvorming en centralisatie.’
• Je kan uitleggen hoe de koningen in Frankrijk begonnen met staatsvorming en centralisatie.
• Je kan uitleggen hoe de staatsvorming en centralisatie in Duitsland mislukten en in Engeland op gang kwamen. 
• Je kan uitleggen hoe de Bourgondiërs begonnen de Nederlanden te verenigen. 
• Je kan uitleggen waarvoor de Staten-Generaal dienden in Frankrijk. 
• Je kan uitleggen hoe in Frankrijk de centrale overheid versterkt werd. 
• Je kan 3 oorzaken geven waardoor de centralisatie in Duitsland mislukte. 
• Je kan uitleggen wat het gevolg is van de Magna Carta. 
• Je kan uitleggen hoe de Salische Wet de Nederlandse politiek heeft beïnvloed.


Slide 2 - Diapositive

Planning
  • 20 minuten zelfstandig werken. 
  • 20 minuten presentatie.
  • 10 minuten beantwoorden kenmerkend aspect.  

Slide 3 - Diapositive

Afspraak: 
Ben je klaar met beantwoorden van de vraag: Ga verder met je huiswerk. 

Slide 4 - Diapositive

Lesdoel: Je kan het volgende kenmerkend aspect in je eigen woorden uitleggen: ‘Het begin van staatsvorming en centralisatie.’
• Je kan uitleggen hoe de koningen in Frankrijk begonnen met staatsvorming en centralisatie.

Slide 5 - Question ouverte

0

Slide 6 - Vidéo

Frankrijk
Oorzaken 100-jarige oorlog:
  1. Engelse claim op de Franse troon. 
  2. Engelse koning was een Franse leenheer. 
  3. Begin was voor de Engelsen tot Jean D'Arc. 

Slide 7 - Diapositive

Leg uit waarom de 100-jarige oorlog een oorzaak was van de centralisatie

Slide 8 - Question ouverte

Frankrijk
Gevolgen 100-jarige oorlog: 
  1. Engelsen verliezen bijna al het grondgebied behalve Calais. 
  2. De Franse koning kon zijn macht centraliseren. 
  3. De Franse koning ging zijn rijk vanaf één plek besturen. 

Slide 9 - Diapositive

0

Slide 10 - Vidéo

0

Slide 11 - Vidéo

Noem drie voorbeelden van centralisatie

Slide 12 - Question ouverte

Frankrijk
Voorbeelden van centralisatie van het Frans koningschap: 
  1. Koning hief belasting door zijn hele rijk. 
  2. Maakte wetten die voor het hele rijk golden. 
  3. Reageerden vanuit één hoofdstad. 

Slide 13 - Diapositive

Leg het verband uit tussen het heffen van belasting en ambtenaren

Slide 14 - Question ouverte

Frankrijk
Doordat de belasting gecentraliseerd werd, kon de Franse koning duizenden ambtenaren en beroepsmilitairen betalen. 

Dit zijn de eerste vormen van de moderne staat. 

Slide 15 - Diapositive

Leg uit wat de Staten-Generaal was in Frankrijk

Slide 16 - Question ouverte

Frankrijk
Net als in andere landen waren, was Frankrijk een standenmaatschappij. 

In de Staten-Generaal werden er afspraken gemaakt over belastingen tussen de koning en de driestanden. 




Slide 17 - Diapositive

Noem 3 gevolgen van de centralisatie

Slide 18 - Question ouverte

Frankrijk
  • De centrale  overheid werd ook versterkt door toenemende kwaliteit van rechters en ambtenaren. 
  • Hiervoor werden universiteiten opgericht. 
  • Ook werden er overheidsorganisaties opgericht zoals de rekenkamer. 
  • Daarnaast werden koningen sterker doordat er krachtigere wapens uitgevonden werden, waardoor zij ongehoorzame edelen sneller konden dwingen  om te luisteren.  

Slide 19 - Diapositive

Leg uit wat het verschil was tussen de Duitse en Franse koningen (Bestuurlijk)

Slide 20 - Question ouverte

Duitsland en Engeland
Duits koningschap: 
  1. Weinig centralisatie. 
  2. Vorsten waren de baas in hun eigen gebied. 
  3. Keurvorsten kozen de nieuwe koning/keizer. 

Slide 21 - Diapositive

Leg uit hoe het bestuur gecentraliseerd werd in Engeland.

Slide 22 - Question ouverte

Engeland
Engels koningschap:
  • Willem de veroveraar stelde het leenstelsel in met Normandische leenheren. 
  • Ambtenaren aan die belasting inden en rechtspraken. 
  • Ambtenaren maakte wetten voor het gehele koninkrijk. 

Slide 23 - Diapositive

Leg uit hoe het bestuur werd gecentraliseerd in De Nederlanden.

Slide 24 - Question ouverte

De Nederlanden
  1. Tot 1430 verschillende graven en hertogdommen.
  2. Na 1430 onder komen de Nederlanden onder 1 vorst: Filips de Goede van Bourgondie. 
  3. Maria van Bourgondie kleindochter van Filips trouwt met Maximiliaan waardoor de Nederlanden in handen komen van de Habsburgers 

Slide 25 - Diapositive

De Nederlanden
Filips de Goede:
  1. Stelde centraal bestuur in. 
  2. Maakte Brussel de hoofdstad van zijn rijk. 
Karel de Stoute:
  1. Zette een centrale rechtbank op voor het Bourgondisch rijk. 

Slide 26 - Diapositive

Lesdoel: Je kan het volgende kenmerkend aspect in je eigen woorden uitleggen: ‘Het begin van staatsvorming en centralisatie.’
• Je kan uitleggen hoe de koningen in Frankrijk begonnen met staatsvorming en centralisatie.

Slide 27 - Question ouverte

Aan de slag: Huiswerk
  1. Maken paragraaf 4.3
  2. Nakijken paragraaf 4.3. 
  3. Nakijken vorige paragrafen. 
  4. Leren leerdoelen paragraaf 4.3. 

Slide 28 - Diapositive