Woordenlijst Praktijktoets sterrenkeuken

Snijden
Als een kok niet kan snijden, dan is hij nergens. Je moet allerlei producten kunnen snijden. Je snijdt niet alleen om iets kleiner te maken, maar ook om een bepaalde vorm aan een product te geven. Om te kunnen snijden, moet je een goede snijtechniek aanleren. In het begin zal dat niet meevallen. Maar door goed te oefenen en steeds de juiste techniek te blijven gebruiken, gaat het steeds beter. Een kok met een goede snijtechniek snijdt zich niet in de vingers!
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
HorecaPraktijkonderwijsLeerjaar 4

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Snijden
Als een kok niet kan snijden, dan is hij nergens. Je moet allerlei producten kunnen snijden. Je snijdt niet alleen om iets kleiner te maken, maar ook om een bepaalde vorm aan een product te geven. Om te kunnen snijden, moet je een goede snijtechniek aanleren. In het begin zal dat niet meevallen. Maar door goed te oefenen en steeds de juiste techniek te blijven gebruiken, gaat het steeds beter. Een kok met een goede snijtechniek snijdt zich niet in de vingers!

Slide 1 - Diapositive

Veiligheid
Veiligheid voor alles!
Leg een koksmes nooit met de snijkant naar boven. Je kunt er zo in grijpen.
Leg messen nooit in afwaswater. Iemand kan zich er gemakkelijk aan verwonden.
Draag een mes nooit met de punt naar voren. Houd het naar beneden en langs je lichaam.

Slide 2 - Diapositive

De snijtechniek met een koksmes
Bij het snijden is het belangrijk dat je het juiste gereedschap gebruikt. Een goed koksmes en de juiste snijplank. Snijplanken hebben een bepaalde kleur. Eén kleur voor elke productgroep die je snijdt.
Let goed op de afspraken die bij jullie in de keuken gelden. De snijplank moet altijd stevig liggen en mag niet verschuiven tijdens het snijden. Soms is het nodig om er een schone vochtige doek onder te leggen.

Slide 3 - Diapositive

De snijtechniek met een koksmes

Slide 4 - Diapositive

Werkwijze snijden:
Wanneer je rechtshandig bent, leg je de producten links op de snijplank. Pak het product vast met je
linkerhand en leg het midden op de snijplank. Zet de drie vingers van je linkerhand op het product en houd de producten zo vast dat je pinken duim achter je vingers liggen. 

Slide 5 - Diapositive

Vervolg werkwijze snijden.
Je linkerhand is de begeleidende hand.
Houd het mes met je rechterhand bij het heft (handvat) vast. De duim ligt links tegen het lemmet (het deel waarmee je snijdt). Je vingers liggen om het heft. Zo houd je het mes mooi recht. Je rechterhand is de snijdende hand.

Slide 6 - Diapositive

vervolg werkwijze snijden. 
Je linkerhand is de begeleidende hand.
Houd het mes met je rechterhand bij het heft (handvat) vast. De duim ligt links tegen het lemmet (het deel waarmee je snijdt). Je vingers liggen om het heft. Zo houd je het mes mooi recht. Je rechterhand is de snijdende hand.

Slide 7 - Diapositive

Aandachtspunten
Sta rechtop en recht voor je werkbank.
Houd een beetje afstand van je werkbanken zetje voeten iets uit elkaar.
Je houdt het werken op deze manier veel langer vol. Bovendien krijg je mindersnel last van pijn in je rug.

Slide 8 - Diapositive

Aandachtspunten
Til het mes niet te hoog op en blijf ermee onder de knokkels van je linkerhand.
Zo voorkom je dat je jezelf snijdt.
Stem de grootte van het mes af op de maat van het te snijden product. Zorg ervoor dat er op je snijplank geen messen en andere gereedschappen liggen als je gaat snijden.

Slide 9 - Diapositive

Tips
Gebruik altijd een scherp mes.
Botte messen glijden snel weg en zijn daardoor onveilig. 
Bedenk wel dat een mes net zo makkelijk in je vingers snijdt als in aardappelen. 
Houd je daarom altijd aan de snijtechniek en de veiligheidseisen.

Slide 10 - Diapositive

Als een kok niet kan snijden
dan is hij
A
nergens.
B
niet blij.
C
werkloos.
D
kelner.

Slide 11 - Quiz

Je snijdt niet alleen om iets kleiner te maken, maar ook om
A
te modeleren
B
te vormen
C
reinigen.
D
ontpitten

Slide 12 - Quiz

Om te kunnen snijden, moet je een goede
A
instelling hebben.
B
werkplek hebben.
C
werkhouding hebben.
D
snijtechniek aanleren

Slide 13 - Quiz

Een kok met een goede snijtechniek snijdt
A
graag.
B
zich niet in de vingers!
C
snel.
D
met zijn linker hand.

Slide 14 - Quiz

Wat is er soms nodig om een snijplank stevig te laten liggen?
A
een vochtige werkplek.
B
een stevige tafel.
C
een goede snijtechniek.
D
een vochtige doek.

Slide 15 - Quiz

Als je rechtshandig bent, leg je de producten
A
rechts op de snijplank.
B
links op de snijplank.

Slide 16 - Quiz

Zet de drie vingers van je linkerhand op het product en houd de producten zo vast dat je pinken
A
achter je vingers liggen.
B
duim voor je vingers liggen.
C
duim achter je vingers liggen.

Slide 17 - Quiz

Wat is je linker hand?
A
Je linkerhand is de snijdende hand.
B
Je linkerhand is de begeleidende hand.

Slide 18 - Quiz

Hoe houd je het mes vast?
A
Houd het mes met je rechterhand bij het heft (handvat) vast.
B
Houd het mes met je linkerhand bij het heft (handvat) vast.

Slide 19 - Quiz

Waar liggen je vingers?
A
Om het heft.
B
tegen het deel waarmee je snijdt.

Slide 20 - Quiz

Hoe ga je staan?
A
Sta rechtop en recht voor je werkbank.
B
Sta rechtop en rechts van je werkbank.

Slide 21 - Quiz

Hoe voorkom je dat je jezelf snijd?
A
Til het mes hoog op en blijf ermee onder de knokkels van je linkerhand.
B
Til het mes niet te hoog op en blijf ermee onder de knokkels van je linkerhand.

Slide 22 - Quiz