L2D - 6 maart 2020

L2D
Le six mars 2020
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

L2D
Le six mars 2020

Slide 1 - Diapositive

Aujourd'hui:
  • Ik kan vocabulaire 3E uitspreken. 
  • Ik kan een werkwoord in de imparfait (o.v.t.) zetten.
  • Ik kan de werkwoorden die eindigen op -ir vervoegen in de présent en in de passé composé.
  • Ik kan in het Frans iets schrijven over mijn idool. 

Slide 2 - Diapositive

Vocabulaire 3E
  • WB p. 130
  • Écoute bien et répète moi!

Slide 3 - Diapositive

L'imparfait 
  • Vertel aan elkaar hoe je ook alweer in het Frans de imparfait moet maken (2- of 3-tallen) 
  • Stap 1: Neem de nous-vorm in de présent
  • Stap 2: Daar haal je -ons af.
  • Stap 3: Plak de juiste uitgangen erachter (-ais -ais -ait -ions -iez -aient)

Slide 4 - Diapositive

ADORER - IMPARFAIT
Tu ...
A
adorais
B
adorait
C
adoraient
D
adoriez

Slide 5 - Quiz

CHERCHER - IMPARFAIT
Nous ...
A
cherche
B
cherchons
C
cherchait
D
cherchions

Slide 6 - Quiz

REMPLIR - IMPARFAIT
Je ...
A
remplais
B
remplait
C
remplissais
D
remplissait

Slide 7 - Quiz

TRAVAILLER - IMPARFAIT
Il ...

Slide 8 - Question ouverte

AVOIR - IMPARFAIT
Vous ...

Slide 9 - Question ouverte

Les verbes -ir
  • Vertel aan elkaar hoe je ook alweer deze werkwoorden moet vervoegen in de présent en in de passé composé (2- of 3-tallen) 
  • Présent: stam maken (-ir eraf) + uitgangen (-is -is -it- issons -issez -issent
  • Passé composé: vorm van avoir + voltooid deelwoord (stam + i)

Slide 10 - Diapositive

RÉFLÉCHIR - PRÉSENT
Je ...
A
réfléchais
B
réfléchait
C
réfléchis
D
réfléchit

Slide 11 - Quiz

CHOISIR - PRÉSENT
Elles ...
A
choisit
B
choisissent
C
choisait
D
choisaient

Slide 12 - Quiz

FINIR - PASSÉ COMPOSÉ
On ...
A
est fini
B
est finit
C
a fini
D
a finit

Slide 13 - Quiz

RÉUSSIR - PRÉSENT
Tu ...

Slide 14 - Question ouverte

GRANDIR - PASSÉ COMPOSÉ
Vous ...

Slide 15 - Question ouverte

L'expression écrite 
Je gaat een stukje schrijven over:
  • Welke artiest je goed/leuk vindt
  • Nationaliteit
  • Muziekgenre
  • Of je zijn/haar handtekening al hebt
  • Wat je van hem/haar vindt (bijv. stem)
Gebruik TB p. 43 + 49

Slide 16 - Diapositive

Les devoirs: 
  • Écris une petite histoire sur ton idole.
  • Révise vocabulaire ABE

Slide 17 - Diapositive