Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
LE 12
Les 1
Wat is leren?
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Wanneer is er sprake van leren?
Wanneer kan een baby zindelijk zijn?
Wanneer kan een baby / kind leren lopen?
Wanneer kan een kind zelfstandig leren fietsen?
Welke processen hebben tot dit resultaat geleid ?
1. Rijping + 2. Leren
Slide 4 - Diapositive
Wat is rijping?
Min of meer autonome ontwikkeling van het menselijk lichaam !
De ontwikkeling van het centraal zenuwstelsel.
De ontwikkeling van spieren en botten.
Slide 5 - Diapositive
Wat is leren?
Proces waarbij onder invloed van oefening of het opdoen van ervaring een relatief permanente verandering ontstaat !
Leren is het effect van oefenen of ervaring opdoen.
Leereffect moet waarneembaar zijn.
Min of meer permanent of duurzame verandering.
Alleen leereffect indien er een transfer is !
Slide 6 - Diapositive
De samenhang tussen rijping en leren ?
Herken je aan...
Indien een rijpingsgraad niet bereikt is, heeft oefenen geen enkele zin. Kan zelfs negatieve effecten hebben.
Leren is het meest effectief in de zgn. gevoelige periode.
Het tempo van rijping is voor iedereen verschillend.
Slide 7 - Diapositive
Wat heeft te maken met de ontwikkeling van het menselijk lichaam:
A
Rijping
B
Leren
Slide 8 - Quiz
Rijping en/of leren
Rijping
Leren
Baard in de keel
De pushtechniek bij hockey
Haargroei
Lezen
Menstruatie
Rekenen
Slide 9 - Question de remorquage
Wat betekent de term 'rijpingsgraad' ?
A
De lichaamswarmte
B
De mate van lichaamsontwikkeling
C
Een academische titel
D
De mate waarin hersenen ontwikkelt zijn
Slide 10 - Quiz
Rijping staat onder invloed van omgevingsfactoren. Welke ?
A
Milieu en opleiding
B
Stad of platteland
C
Voeding en milieu
D
Voeding en opleiding
Slide 11 - Quiz
Vormen van leren?
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Houding hoofd en insteken hand
Verplaatsen overtal
sociaal-affectief leren
Cognitief leren
Motorisch leren
Slide 14 - Question de remorquage
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Vidéo
Is het filmpje een voorbeeld van intentioneel leren of incidenteel leren?
A
intentioneel
B
incidenteel
Slide 17 - Quiz
Waaronder valt 'natuurlijk leren'?
A
intentioneel
B
incidenteel
Slide 18 - Quiz
Slide 19 - Diapositive
Waaronder valt 'spelend leren'?
A
incidenteel
B
intentioneel
Slide 20 - Quiz
Slide 21 - Diapositive
Sleep de juist manier van leren naar de methode toe.
Passieve leermethode
Actieve Leermethode
horen
zien
demonsteren
zelf uitleggen
ervaren
discussiëren
Slide 22 - Question de remorquage
Slide 23 - Diapositive
Maak een sociaal-affectieve doelstelling?
Slide 24 - Carte mentale
doelstelling sociaal-affectief :
De beslissing van de scheidrechter kunnen accepteren tijdens een 5 tegen 5 voetbalwedstrijd en de wedstrijd uitspelen waarbij ze respectvol en complimenteus zijn naar de scheidsrechter.
Slide 25 - Diapositive
Sociaal affectief leren
Is moeilijker te realiseren omdat:
1. De doelstelling is moeilijk concreet te maken
2. Is moeilijk te meten
3. Bijna altijd een lange termijn doelstelling
Slide 26 - Diapositive
Didactisch stappenplan voor het aanleren van sociaal affectieve vaardigheden
Beginsituatie
1. Maak een sociaal affectieve bewegingsomschrijving
2. Analyseer individu / groep t.a.v. deze bewegingsomschrijving
Doelstelling
Maak een zo concreet mogelijke doelstelling
Bewegingsvormen
Zoek bewegingsvormen die bijdragen aan de doelstelling
Begeleiding
Je hebt een aantal aspecten gekozen om aan te werken. Hoe ga je daar de nadruk op leggen?
Evalueren
Evalueer de doelstelling. Benoem wat je wel en niet bereikt hebt.
Bedenk, het is meestal een lange termijn doelstelling...
Slide 27 - Diapositive
Didactisch stappenplan voor het aanleren van cognitieve vaardigheden
Beginsituatie
1. Maak een cognitieve bewegingsomschrijving.
2. Analyseer individu / groep t.a.v. deze bewegingsomschrijving.
Doelstelling
Maak een zo concreet mogelijke doelstelling.
Bewegingsvormen
Zoek bewegingsvormen die bijdragen aan de doelstelling.
In welke volgorde wil jij ze aanbieden?
Begeleiding
Je hebt een aantal aspecten gekozen om aan te werken. Hoe ga je daar de nadruk op leggen?
Evalueren
Evalueer de doelstelling. Benoem wat je wel en niet bereikt hebt.