Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Welkom 3G!
Ga lekker zitten volgens de plattegrond.
Leg het volgende vast op tafel:
Nieuw Nederlands + schrift
leesboek
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Pak je leesboek en ga lekker lezen!
timer
15:00
Slide 3 - Diapositive
Deze les
Herhalen klas 2
Aan het eind van de les:
kun je de zinsdelen (pv, ow, gez, lv, mv, bwb) in een zin benoemen.
kun je enkelvoudige en samengestelde zinnen herkennen.
kun je hoofd- en bijzinnen herkennen.
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Zinsdelen klas 2
Slide 6 - Carte mentale
Zinsdelen
persoonsvorm (pv)
tijdproef, getalproef (vraagzin)
onderwerp (ow)
Wie/(wat) + pv?
werkwoordelijk gezegde (wg)
zegt wat het onderwerp (iets of iemand) doet - alle ww in de zin
lijdend voorwerp (lv)
Wat/Wie + wg + ow ?
naamwoordelijk gezegde (ng)
zegt wat het onderwerp (iets of iemand) is
- werkwoordelijk deel: koppelwerkwoorden
- naamwoordelijk deel: zet je tussen haken
meewerkend voorwerp (mv)
Aan/Voor wie + wg + ow + lv?
bijwoordelijke bepaling (bwb)
Overige woorden in de zin. Geeft antwoord
op vragen als: Waar?, Wanneer?, Hoe?. enz.
Slide 7 - Diapositive
Noteer de pv, ow, wg, lv, mv, bwb.
In deze situatie raad ik je aan een open vliegticket te boeken.
Slide 8 - Question ouverte
Noteer de pv, ow, wg, lv, mv, bwb.
Met een lijnvlucht vlieg je volgens een vaste dienstregeling.
Slide 9 - Question ouverte
Noteer de pv, ow, wg, lv, mv, bwb.
Lange mensen wensen in de meeste gevallen meer beenruimte in het vliegtuig.
Slide 10 - Question ouverte
Noteer van de zinnen persoonsvorm (pv), onderwerp (ow), werkwoordelijk gezegde (wg) of naamwoordelijk gezegde (ng). Zet het naamwoordelijk deel tussen vierkante haken. Staat een zinsdeel niet in de zin? Zet dan een streepje (-). Vioolspelen bleek voor mijn hyperactieve broertje een prima uitlaatklep.
Slide 11 - Question ouverte
Noteer van de zinnen persoonsvorm (pv), onderwerp (ow), werkwoordelijk gezegde (wg) of naamwoordelijk gezegde (ng). Zet het naamwoordelijk deel tussen vierkante haken. Staat een zinsdeel niet in de zin? Zet dan een streepje (-). Deze oude molen wordt binnenkort verkocht aan de hoogste bieder.
Slide 12 - Question ouverte
Enkelvoudige en samengestelde zinnen
Enkelvoudige zin: een zin met 1 persoonsvorm
VB: Evelien werkt bij de bakker.
Samengestelde zin: zin met meer dan 1 persoonsvorm
VB: Evelien werkt bij de bakker, want zij bakt graag koekjes.
Slide 13 - Diapositive
Omdat de aarde langs het kunstgrasveld zink bevat, zal de gemeente de grond reinigen.
A
enkelvoudige zin
B
samengestelde zin
Slide 14 - Quiz
Uit onderzoek blijkt dat jonge eendjes achter hun moeder zwemmend energie besparen.
A
enkelvoudige zin
B
samengestelde zin
Slide 15 - Quiz
Ga je morgen met mij mee naar het feest van de oude sportschool?
A
enkelvoudige zin
B
samengestelde zin
Slide 16 - Quiz
Hoofd- en bijzinnen
Hoofdzin:
Pv en ow naast elkaar
Pv staat vooraan
Bijzin:
Pv en ow niet naast elkaar
Pv staat achteraan.
Slide 17 - Diapositive
Uit onderzoek blijkt dat jonge eendjes achter hun moeder zwemmend energie besparen.
A
HZ + HZ
B
HZ + BZ
C
BZ + HZ
D
BZ + BZ
Slide 18 - Quiz
Het tijdschrift Quest onderzocht hoe een mens zijn energieniveau kan verhogen.
A
HZ + HZ
B
HZ + BZ
C
BZ + HZ
D
BZ + BZ
Slide 19 - Quiz
In huis moet je de lampen feller laten branden, want daardoor voel je je alerter en vitaler.
A
HZ + HZ
B
HZ + BZ
C
BZ + HZ
D
BZ + BZ
Slide 20 - Quiz
Natuurlijk begrijpt menigeen dat vitamines een positief effect op de fitheid hebben.