Herhaling spelling blok 3

Spelling blok 3
1 / 49
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 49 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Spelling blok 3

Slide 1 - Diapositive

Planning
1. oefenquiz spelling
2. oefenquiz fictie
3. lezen
4. evaluatie en afsluiting

Slide 2 - Diapositive

Huiswerk (opdr. 22-23) nakijken

Slide 3 - Diapositive

Huiswerk (opdr. 24) nakijken

Slide 4 - Diapositive

0

Slide 5 - Vidéo

Geloven | … jouw vader die smoes?

Slide 6 - Question ouverte

Bederven| Morgen … het vlees, dus dat moet vandaag op.

Slide 7 - Question ouverte

Verliezen |Wie … de wedstrijd zaterdag, denk je?

Slide 8 - Question ouverte

(VT) vissen Ik ____________ op zaterdag vaak met mijn vader

Slide 9 - Question ouverte

(VT) draaien
De dj ____________ erg goed op het feestje.

Slide 10 - Question ouverte

(VT) vieren
De meeste mensen ____________ vakantie in Frankrijk.

Slide 11 - Question ouverte

(VT) verven
____________ de schilders het nieuwe gebouw in twee weken?

Slide 12 - Question ouverte

(VT) blozen
De verlegen jongen ____________ toen hij de vraag fout beantwoordde.

Slide 13 - Question ouverte

(VDW) spelen
Ik heb gisteren twee wedstrijden ____________.

Slide 14 - Question ouverte

(VDW) aanbranden
In de oven zijn de aardappels ____________.

Slide 15 - Question ouverte

(VDW) verstoppen
Hoeveel eieren heb jij in de tuin ____________?

Slide 16 - Question ouverte

(VDW) voltooien
We hebben de opdracht____________ .

Slide 17 - Question ouverte

(VDW) worden
Onze lerares is gisteren 52 jaar ____________.

Slide 18 - Question ouverte

Slide 19 - Vidéo

Meervoud
A
dominee's
B
dominees

Slide 20 - Quiz

Wat is het meervoud ?
A
aapen
B
aapjes
C
apen
D
appen

Slide 21 - Quiz

Meervoud
A
cafées
B
cafees
C
cafés
D
café 's

Slide 22 - Quiz

Meervoud
A
taxis
B
taxi's
C
taxies
D
taxie's

Slide 23 - Quiz

Meervoud
A
mavo's
B
mavos

Slide 24 - Quiz

Wat is het meervoud?
A
pannenkoek
B
pannenkoeken
C
koekenpannen
D
koekenpanen

Slide 25 - Quiz

Meervoud
A
havo's
B
havos

Slide 26 - Quiz

meervouden

Wat is het meervoud van idee?
A
idees
B
ideeen
C
ideeën
D
ideën

Slide 27 - Quiz

meervoud
A
kroketten
B
kroketen

Slide 28 - Quiz

6. meervouden

Wat is het meervoud van rotzooi?
A
rotzoois
B
rotzooien
C
rotzooiën
D
rotzooi

Slide 29 - Quiz

Wat is het meervoud: meer
A
merren
B
meerderen
C
meren
D
meers

Slide 30 - Quiz

Meervoud
A
pianos
B
pianoos
C
piano's
D
pianoo's

Slide 31 - Quiz

Meervoud
A
caloriën
B
calorieën

Slide 32 - Quiz

Meervoud
A
garages
B
garage's

Slide 33 - Quiz

Slide 34 - Vidéo

De... (plastic) tas

Slide 35 - Question ouverte

Een ... (aardig) docent

Slide 36 - Question ouverte

De... (lekker) spaghetti

Slide 37 - Question ouverte

Een... (duidelijk) boodschap

Slide 38 - Question ouverte

Een... (breekbaar) servies

Slide 39 - Question ouverte

Het... (breekbaar) servies

Slide 40 - Question ouverte

ontbloten Het … hoofd

Slide 41 - Question ouverte

binden De … soep

Slide 42 - Question ouverte

invriezen De … pizza

Slide 43 - Question ouverte

Van welk werkwoord is het afgeleid?

Slide 44 - Diapositive

Het (gebakken) taartje

Slide 45 - Question ouverte

De (gezworen) vijanden

Slide 46 - Question ouverte

De (afgeleide) kinderen

Slide 47 - Question ouverte

Voor de schriftelijke overhoring...
Ben ik goed voorbereid
Moet ik de laatste dingen nog leren
Heb ik nog niks geleerd
Moet ik meneer Topal nog iets vragen

Slide 48 - Sondage

WerkwoordenJenga 
  1. Zin in de tegenwoordige tijd
  2. Zin in de verleden tijd 
  3. zin in de voltooide tijd  

Slide 49 - Diapositive