Les 3.1.1 Atoommodel

Les 3.1 Atoommodel
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 22 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Les 3.1 Atoommodel

Slide 1 - Diapositive

Planning
  • 3.1 deel 1
  • Maken opgaven
  • Nakijken opgaven 

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen 3.1
  • Je kunt de bouw van een atoom beschrijven.
  • Je kunt de begrippen atoomnummer, massagetal en isotoop gebruiken.
  • Je kunt de opbouw van het periodiek systeem beschrijven.
  • Je weet tot welke groep de halogenen en edelgassen behoren.
  • Je weet dat atoomsoorten zijn in te delen in metalen en niet-metalen en kunt in het periodiek systeem die verdeling globaal aangeven.

Slide 3 - Diapositive

De bouw van atomen

Slide 4 - Diapositive

De ontwikkeling van het atoommodel (hoef je niet te weten)

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Het atoommodel
Kern: 
  • Positief geladen protonen
  • Ongeladen neutronen
Elektronenwolk: 
  • Negatief geladen elektronen bewegen zich in vaste banen om de kern heen: (elektronen)schillen. 

Slide 7 - Diapositive

Het atoommodel
(elektronen)schillen: 
  • Het atoom is neutraal, daardoor is het aant protonen gelijk aan elektronen.  
  • Er zijn op dit moment 7 schillen bekend: K, L, M, N, O, P en Q. 

Slide 8 - Diapositive

Voorbeeldopdracht 1
Geef aan hoe elektronen van een fosforatoom over de verschillende schillen zijn verdeeld. Fosfor heeft 15 elektronen.  Noteer je antwoord als volgt:
  • K-schil: …
  • L-schil: …
  • M-schil: ...

Slide 9 - Diapositive

Voorbeeldopdracht 1 uitwerking
Geef aan hoe elektronen van een fosforatoom over de verschillende schillen zijn verdeeld. Fosfor heeft 15 elektronen. Noteer je antwoord als volgt:
  • K-schil: 2
  • L-schil: 8
  • M-schil: 5

Slide 10 - Diapositive

atomaire massa-eenheid
  • Atomaire massa-eenheid u: 1 u = 1,66 x 10-27 kg (BINAS 7B)

Slide 11 - Diapositive

atoomnummer en massagetal
  • atoomnummer = aantal protonen = aantal elektronen
  • massagetal = aantal protonen + aantal neutronen
  • atoommassa = zo exact mogelijk vastgestelde masa van een atoom. 


Slide 12 - Diapositive

atoomnummer en massagetal
  • Isotopen: atomen van hetzelfde element, die verschillend aantal neutronen in de kern hebben. 
  • Bijvoorbeeld: chloor kent twee isotopen in de natuur Cl-35 en Cl-37 (massagetal!)
  • ** Cl-35 heeft 35-17=18 neutronen, notatie: 
  • ** Cl-37 heeft 27-17=20 neutronen

Slide 13 - Diapositive

Voorbeeldopdracht 2
Magnesium heeft atoomnummer 12.
Bereken hoeveel protonen, neutronen en elektronen Mg-24 en Mg-26 hebben.

Slide 14 - Diapositive

Antwoord voorbeeldopdracht 2
Magnesium heeft atoomnummer 12.
Bereken hoeveel protonen, neutronen en elektronen Mg-24 en Mg-26 hebben.

Slide 15 - Diapositive

Voorbeeldopdracht 3

Slide 16 - Diapositive

Antwoord voorbeeldopdracht 3

Slide 17 - Diapositive

Maken: 1, 4, 8, 10a (vanaf blz 128)
timer
12:00

Slide 18 - Diapositive

1
  • a) in de kern
  • b) in schillen rondom de kern

Slide 19 - Diapositive

4
  • Isotopen hebben eenzelfde aantal protonen en eenzelfde aantal elektronen, maar een verschillend aantal neutronen.

Slide 20 - Diapositive

8
  • a) 14+ (protonen)
  • b) 14- (elektronen)

Slide 21 - Diapositive

10a
  • 5 protonen
  • 5 elektronen
  • 11-5=6 neutronen

Slide 22 - Diapositive