2. geef een of meerdere voorbeelden (van het genoemde/ onderwerp)
3. formuleer jouw standpunt over het onderwerp
Slide 6 - Diapositive
Middenstuk
Argument 1, 2 en 3 inclusief ondersteuning.
Per argument gebruik je een alinea.
Tegenargument en weerlegging (of afzwakking).
Slide 7 - Diapositive
Tegenargument + weerlegging: voorbeeld van leerling Z (2019)
[ tegenargument ] Nu zullen er mensen zijn die zeggen: die kinderen van zestien kunnen nog helemaal geen verantwoordelijkheid aan. Je ziet ze op allerlei gebieden onverantwoordelijk gedrag vertonen. [ weerlegging ] Maar tegen die mensen wil ik zeggen: je bent niet van de ene op de andere dag verantwoordelijk. Verantwoordelijkheid moet je eerst krijgen om ermee te leren omgaan. En hoe jonger die wordt geoefend, hoe sneller dit zal worden geleerd.
Slide 8 - Diapositive
Slot
- Je herhaalt jouw standpunt nogmaals
- Je benoemt heel kort nogmaals jouw argumenten (ultrakort)
- Je sluit af met een passende slotzin/ uitsmijter
Op de volgende slide enkele gruwelijk foute afsluiters uit de jaren 2015 tot heden:
Slide 9 - Diapositive
- Bedankt voor het lezen.
(Variant: Ik hoop dat je/u het leuk vond om te lezen)
- Groetjes!
- De toekomst zal het leren (te cliché!)
- Zo, dit was mijn betoog.
P.s. Een schrijver schrijft ook niet aan het einde van zijn boek: Zo, dit was mijn boek.
- Dit is geschreven door [naam].
(Zie vorig post scriptum)
Slide 10 - Diapositive
Wat: Wissel feedback uit op je betoog van opdracht 4 -
Als je het nog niet af hebt, geef feedback op wat je tot nu toe hebt.
Het feedback formulier (dat ook ter beoordeling gebruikt wordt) is te vinden in opdracht 4.
Wanneer: deze les
Hoe: Je mag (moet!) kritisch zijn, daar leert je duo-partner alleen maar van! Kijk goed of de tekst (of de opbouw) klopt. Zitten alle dingen die in het feedback-formulier genoemd worden ook in de tekst?
Aan de slag
Slide 11 - Diapositive
Wat: eigen leerlijn Schrijven H4, helemaal
- Let op: opdracht 4 lever je in als SO (nadat je feedback gekregen hebt van je duopartner (volgende les uiterlijk feedback geven)
Als je het betoog bij opdracht 3 geschreven hebt en je wilt weten of het goed is, vraag het dan even aan de docent, bij opdr. 4!
Wanneer: Deze betoog inleveren (it's)
Hoe: Zorg dat je argumenten kloppen en wil vooral niet te snel. Let op je spelling en je zinsopbouw als je gaat schrijven.
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.