1V/Z KA Opkomst handel en stedelijke burgerij 6.1 en 6.2

• Geschiedenis
• Middelbare school
• WO
• Studiejaar 1

De opkomst handel en het ontstaan van steden

De opkomst van de stedelijke burgerij en de toenmende zelfstandgheid van steden

Wat is de meest logische volgorde?

1. Bevolkingsgroei – landbouwoverschotten – ontstaan van markten – ontstaan van steden.
2. Ontstaan van steden – landbouwoverschotten – ontstaan van markten – voedseloverschotten.
3. Landbouwoverschotten – bevolkingsgroei – ontstaan van markten – ontstaan van steden.
4. Ontstaan van markten – bevolkingsgroei – landbouwoverschotten – ontstaan van steden.

Welk gevolg had het ontstaan van steden voor de positie van de koningen?

1. De groeiende machtspositie van de steden voorkwam centralisatie van de koningen
2. De steden werden rijker en dus machtiger dan de vorsten
3. Koningen konden hun machtspositie versterken dankzij de geldeconomie
4. Koningen stichtten in korte tijd centraal bestuurde staten

Wat is een gilde?

1. Betalingssysteem
2. Middeleeuws zeeschip
3. Het hoogste bestuur van een stad
4. Beroepsvereniging in een stad

Juist of onjuist.
Een gildemeester gaf les aan mensen die ook in het gilde wilde.

1. juist
2. onjuist

Het gilde controleert de kwaliteit en de prijs van de producten die de gildeleden maken.

1. Waar
2. Niet waar

wie had welk voordeel van het verlenen van stadrechten?

voordelen voor de landheer:

voordelen voor de burgers:

een flinke som geld

meer macht en invloed

eigen regels bepalen

meer handel en welvaart in de regio

Over welk stadrechten gaat bron 1?

Bron 1 Uit het stadsrecht van Delft

Ik, Willem graaf van Holland, maak aan ieder bekend dat ik aan de bewoners van Delft de volgende rechten heb verleend:

- Iedere misdadiger die door schepenen schuldig bevonden wordt, zal door hen gestraft worden.

- De burgers van Delft genieten in mijn gebied tolvrijheid.

Naar: J. Demey, Geschiedenis in documenten, Amsterdam 1971.

Waar

Niet waar

Stadsbewoners mochten hun eigen rechtspraak regelen.

Stadsbewoners mochten hun eigen bestuur regelen.

Stadsbewoners mochten een stadsmuur bouwen. 

Stadsbewoners hoeven geen tol te betalen. 

Landbouw verbeteringen; ....., .....,  ....., ....., 

zorgen voor overschot die verhandeld werd op de ......

Om die plekken heengroeide dorpen steeds groter en kregen ..... om zich beter te beschremen en te besturen. Zo groeide en onstonden er nieuwe steden in de late middeleeuwen (1000 -1500).

Zet de juiste woorden op de juiste plek in de tekst

Stadrechten 

Keerploeg

Markt

Keerploeg 

Mest

Stadrechten 

Ontginningen

Stadrechten