PED-B 23 2





PED- B 
Als het anders gaat





Kinderen met een specifieke ondersteuningsbehoefte
en het begeleidingsplan
1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
testMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon





PED- B 
Als het anders gaat





Kinderen met een specifieke ondersteuningsbehoefte
en het begeleidingsplan

Slide 1 - Diapositive

Lesinhoud 8-4
  • Lesevaluaties bespreken
  • Spellen uitvoeren in groepen: groep 3 en 4
  • Oefenen voor de toets

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen
  • De student weet aan het einde van de les verschillende manieren te benoemen hoe je om kunt gaan met storend gedrag
  • De student kan handvatten benoemen hoe ze in de kinderopvang om kan gaan met: ontwikkelingsachterstanden of leerproblemen, moeilijke omstandigheden thuis, rouwverwerking en ziekte in het gezin
  • De student kan in een spelvorm op een actieve manier kennis overdragen aan medestudenten

Slide 3 - Diapositive

Bespreken lesevaluatie
  • Positieve feedback
  • Opbouwende feedback
  • Wat ga ik hiermee doen? 

Slide 4 - Diapositive

Waar ga ik mee aan het werk
  • Minder groepsopdrachten geven online
  • De lesstof beter verdelen over alle lessen 
  • Lesson up afwisselen met iets anders (tips?)
  • Vaker vragen aan het einde van de les of er nog vragen zijn
  • Meer tijd inbouwen voor huiswerk als de lesstof dat toelaat

vraag: 1 onduidelijk door verkorten/ 2 langdradig

Slide 5 - Diapositive

Spellen spelen
Groep 3: Bente
Groep 4: Isabel

Slide 6 - Diapositive


feedback en vragen voor groep 3

Slide 7 - Question ouverte


feedback en vragen voor groep 4

Slide 8 - Question ouverte

Oefenen voor de toets

Slide 9 - Diapositive

Wat weet je over dromerig gedrag?

Slide 10 - Question ouverte

Wat weet je over angstig gedrag?

Slide 11 - Question ouverte

Wat wordt er verstaan onder een ontwikkelingsachterstand?

Slide 12 - Question ouverte

Welke kenmerken zou je bij jonge kinderen kunnen zien als hun motoriek zich langzamer of anders ontwikkelt? Noem er drie:

Slide 13 - Question ouverte

Noem de ontwikkelingsgebieden waarin je een achterstand kunt oplopen? Geef ook een tip per ontwikkelingsgebied hoe je het kind het beste kunt begeleiden.

Slide 14 - Question ouverte

Welke ontwikkelingsstoornissen ken je?

Slide 15 - Question ouverte

Welke leerstoornissen ken je?

Slide 16 - Question ouverte

Waar denk je aan bij opvallend gedrag?

Slide 17 - Carte mentale

ASS is een verzamelnaam voor verschillende vormen van autisme. Kinderen en jongeren met ASS hebben niet alleen maar problemen. Welke punten hieronder zijn de punten waarin mensen met ASS heel goed in kunnen zijn?
A
vangspelletjes
B
goed om kunnen gaan met computers
C
fantasiespel
D
feiten onthouden

Slide 18 - Quiz

Bedenk 2 positieve eigenschappen van een kind dat druk gedrag vertoont

Slide 19 - Question ouverte

Bedenk 2 tips voor het omgaan van druk gedrag bij peuters

Slide 20 - Question ouverte

Waar
Niet waar
De meeste jongens en meisjes in een bepaalde leeftijdscategorie zijn gemiddeld even druk en beweeglijk
Druk gedrag wordt pas 'opvallend' genoemd als het (vrijwel) altijd aanwezig is
Over een jongen van 11 die na twee uur hard werken in de klas onrustig wordt, hoef je je geen zorgen te maken
Over een meisje van 12 dat bijna nooit een kwartiertje rustig aan een rekenopdracht kan werken, hoef je je geen zorgen te maken
Jonge kinderen bewegen van nature veel en ze gaan bij het spelen van het een naar het ander

Slide 21 - Question de remorquage

Bedenk wat mogelijke onderliggende oorzaken/ problemen kunnen zijn van onverschillig gedrag.
Noem er 3 en licht de relatie met onverschilligheid toe

Slide 22 - Carte mentale

Hoe ga je als toekomstig pedagogisch medewerkster om met kinderen die stelselmatig liegen?

Slide 23 - Question ouverte

Welke uitspraak is juist?
A
Angst bij jongeren of kinderen is meestal reëel
B
Een angststoornis bij kinderen gaat altijd vanzelf over als ze ouder worden
C
Een kind of jongere met een angststoornis is altijd ergens met gegronde reden bang voor
D
Een extreme angst voor een voorwerp of situatie noem je ook wel een fobie

Slide 24 - Quiz

Welke kinderen en jongeren worden begeleid door een orthopedagogisch behandelcentrum en in welke situaties bieden ze hulp bij problemen thuis?

Slide 25 - Question ouverte

Wat betekend ODD en wat is het belangrijkste kenmerk van ODD?

Slide 26 - Question ouverte

Iemand met autisme heeft vaak problemen met drie dingen. Welke dingen zijn dat?

Slide 27 - Question ouverte

Een onveilige en stressvolle omgeving kan de kans op problemen bij een kind vergroten. Welke antwoord is juist?
A
Gedragsproblemen, ontwikkelingsspurt, gezonde voeding
B
Stress, veel sporten, leerproblemen, mishandeling, dyslexie
C
Verslavingen, psychische problemen, relatieproblemen, financiële problemen
D
Ziekte, overlijden, gezonde leefstijl, wisselen van school

Slide 28 - Quiz

Welke hulpmiddelen gebruiken slechtzienden en blinden?

Slide 29 - Question ouverte

Welke kinderopvangvormen en soorten scholen binnen Nederland ken je?

Slide 30 - Question ouverte

Wat weet je van dyslexie?

Slide 31 - Carte mentale

Kinderen met een ontwikkelingsachterstand kunnen gewoon terecht in de kinderopvang. Noem een reden waarom dat positief kan bijdragen aan hun ontwikkeling.

Slide 32 - Question ouverte

Leg in je eigen woorden uit wat de begeleiding van een kind met een ontwikkelingsachterstand kan betekenen voor het werk van de leidster in de kinderopvang.

Slide 33 - Question ouverte

Voor welke groep is een kinderdagcentrum bedoeld en welke activiteiten vinden hier plaats?

Slide 34 - Question ouverte

Nog niet klaar?
De lessonup komt in de chat/ op teams te staan, zo kan je thuis ook nog oefenen!

Slide 35 - Diapositive

Volgende week 15-4: Toets

Slide 36 - Diapositive

Huiswerk
  • Studeren voor de toets (5.5 "test jezelf " vragen uit je werkboek!!)

Slide 37 - Diapositive

Wat moet je leren voor de toets?
  • NU PW basisboek DCO: hoofdstuk 5 en alle vragen uit het werkboek van hoofdstuk 5
  • NU profielboek pedagogiek: hoofdstuk 7

Slide 38 - Diapositive

Deze boeken moet je bestuderen voor de toets

Slide 39 - Diapositive

Slide 40 - Diapositive