Oefenen met molrekenen 4 havo

Doel van deze les
Je leert rekenen met de eenheid mol (grootheid: hoeveelheid stof)


1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Doel van deze les
Je leert rekenen met de eenheid mol (grootheid: hoeveelheid stof)


Slide 1 - Diapositive

Voorkennis
rekenen met eenheden
rekenen met dichtheid m.b.v. Binas 8 t/m 12
significante cijfers bij het afronden gebruiken
berekenen van de molecuulmassa m.b.v. Binas 99


Slide 2 - Diapositive

Rekenen met eenheden:
geef een voorbeeld van een
eenheid

Slide 3 - Carte mentale

Wat is de eenheid van
de grootheid lengte?
timer
0:10
A
liter
B
seconde
C
meter
D
lumen

Slide 4 - Quiz

Wat is de eenheid
van de grootheid: "hoeveelheid stof" ?

timer
0:10
A
kilogram
B
liter
C
pond
D
mol

Slide 5 - Quiz

Wat is de grootheid van
de eenheid Kelvin?
timer
0:10
A
frequentie
B
elektrische stroom
C
temperatuur
D
kracht

Slide 6 - Quiz

Bereken de molecuulmassa van
van LiCl (Binas 99).
timer
1:00

Slide 7 - Question ouverte

2,34 x 0,2= ...
hoeveel significante cijfers heeft
het antwoord?
timer
0:10
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 8 - Quiz

34,56 + 4,0002=..
hoeveel decimalen heeft
het antwoord?
timer
0:10
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Vidéo

De Mol
Hoeveelheid stof: 
6,022x1023 (moleculen, ionen)

Symbool: n
Formule:

m: massa stof in gram
M: massa molecuul in g/mol
n=Mm

Slide 11 - Diapositive

timer
1:00
g/mol
Macroscopische 
hoeveelheid
Molaire 
massa
Aantal 
deeltjes
n=m/M
Microscopische
hoeveelheid
Molecuul
massa
Mol
gram
Getalswaarde
gelijk
x Na

Slide 12 - Question de remorquage

Hoeveel mol natriumchloride komt overeen met 3,00 gram
timer
1:00
A
0,51 mol
B
0,051 mol
C
0,0051 mol
D
19,5 mol

Slide 13 - Quiz

Uit hoeveel moleculen bestaat 1,0 gram suiker
timer
5:00
C12H22O11
A
2,9
B
1,81024
C
6,021023
D
342,3

Slide 14 - Quiz

Natrium reageert met chloorgas tot 10 gram keukenzout. Hoeveel gram natrium heb ik nodig?
timer
1:00

Slide 15 - Question ouverte

Huiswerk
Lees paragraaf 2.5 De mol goed door en 
maak de opgaven: 66 t/m 75 en 78 +79

Slide 16 - Diapositive

Begrippen kennis

Slide 17 - Diapositive

Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Sondage