TL Ecologie/Duurzaamheid basisstof 3 Samenleven)

Samenleven
Thema 6 basisstof 3
1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Samenleven
Thema 6 basisstof 3

Slide 1 - Diapositive

Planning
  1. Terugkijken naar vorige les
  2. Leerdoelen vandaag
  3. Uitleg basisstof 3: Samenleven
  4. Maken opdrachten
  5. Klassikaal afsluiten

Slide 2 - Diapositive

Vorige week
Begrippen
  1. populatie
  2. Voedselweb en voedselketen
  3. Planteneters en vleeseters
  4. Producenten (produceren voedsel)
  5. Consumenten (consumeren voedsel)
  6. reducenten (reduceren voedsel)

Slide 3 - Diapositive

Leerdoelen vandaag
  1. Je kunt uitleggen wat een biologisch evenwicht is.
  2. Je kunt uitleggen hoe soorten afhankelijk zijn van elkaar voor voedsel, een schuilplaats en
    voortplanting.

Slide 4 - Diapositive

Populatiegrootte
  • Aantal organismen in een populatie hangt van verschillende factoren af (biotisch en abiotisch).
  • Soms grote populatie en soms klein. 
    Gemiddeld: biologisch evenwicht.

Slide 5 - Diapositive

Een populatie groeit

Slide 6 - Carte mentale

Een populatie daalt

Slide 7 - Carte mentale

1ste jaar

Slide 8 - Diapositive

2de jaar

Slide 9 - Diapositive

3de jaar

Slide 10 - Diapositive

4de jaar

Slide 11 - Diapositive

Samengevat
de populatiegrootte schommelt elk jaar rondom een evenwichtswaarde
Biologisch evenwicht

Slide 12 - Diapositive

Relaties in een groep

Slide 13 - Diapositive

Waarom meerdere leeuwen?

Slide 14 - Diapositive

1

Slide 15 - Vidéo

00:22-00:26
Kijk naar het gedrag van deze buizerds.
Waarom doen ze dit?

Slide 16 - Diapositive

Samenleven
  • Elk individu heeft een relatie met soortgenoten.
  • Gericht op concurrentie of op samenwerking.

Slide 17 - Diapositive

1

Slide 18 - Vidéo

00:02
Pikorde
Bij kippen

Slide 19 - Diapositive

Rangorde
  • 1 dier is de "baas".
  • Zo kent iedereen zijn plek.
  • Hebben van territorium --> minder kans op gevecht.
  • Territorium: gebied dat verdedigd wordt tegen soortgenoten.

Slide 20 - Diapositive

Zwanen blijven hun hele leven bij elkaar.  Sommige dieren zoeken ieder jaar een nieuwe partner.
Paarvorming is een manier van samenwerken ==> nakomelingen

Slide 21 - Diapositive

Relaties tussen soorten
afb.  Korstmos

Slide 22 - Diapositive

Schimmels en algen
De schimmel zorgt voor water en een beschutte plek voor de alg.  De alg heeft bladgroen en kan aan fotosynthese doen.  Zo produceert ze voedsel voor de schimmel.
Hoe werken beiden samen?

Slide 23 - Diapositive

Symbiose
  • Individuen van verschillende soorten hebben een langdurige relatie met elkaar.
  • Beiden hebben voordeel!


Wie heeft de film Finding Dory gezien?

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Vidéo

Parasieten
  • Hierbij leeft een individu, de parasiet, op of in een individu van een andere soort, de
    gastheer.
  • Eén soort heeft voordeel, de ander een nadeel.

Slide 26 - Diapositive

Muggen

Slide 27 - Diapositive

Teken

Slide 28 - Diapositive

COVID-19

Slide 29 - Diapositive

Kalkpoten bij kippen
  • Kalkpootmijt graaft gangen tussen de pootschubben van kippen.
  • Drinken bloed en leggen eitjes.

Slide 30 - Diapositive

Als het aantal roofdieren afneemt, zal de populatiegrootte...
A
Afnemen
B
Toenemen

Slide 31 - Quiz

Als er een ernstige besmettelijke ziekte uitbreekt, zal de populatiegrootte...
A
Afnemen
B
Toenemen

Slide 32 - Quiz

Als er een dik pak sneeuw ligt, zal de populatiegrootte...
A
Afnemen
B
Toenemen

Slide 33 - Quiz

Als er veel voedsel te vinden is, zal de populatiegrootte...
A
Afnemen
B
Toenemen

Slide 34 - Quiz

een gebied verdedigen tegen soortgenoten
ieder individu kent zijn plek in de groep
samenwerken voor voortplanting
paarvorming
rangorde
territorium

Slide 35 - Question de remorquage

Welke relatie is een voorbeeld van parasitisme?
A
Een mug zuigt bloed op en vliegt daarna direct weg.
B
Een schimmel en een alg vormen samen een korstmos.
C
Hoofdluizen leven tussen hoofdharen en zuigen daar bloed op.
D
Op de stam en de takken van een boom groeit mos.

Slide 36 - Quiz

Lees dit stukje tekst
Gemiddeld leven in een schoon huis zo’n 1500 spinnen. Vooral in het najaar loop je een grote kans er één tegen te komen. De volwassen mannetjes gaan dan op zoek naar vrouwtjes om te paren. Ze komen uit hun schuilplaatsen en lopen door het huis. Spinnen vangen insecten, zoals vliegen en muggen. Insecten leven vooral op plaatsen waar je niet zo vaak komt, zoals de zolder, een ruimte achter een kast of in de buurt van een afvalbak. Sommige mensen denken dat ze spinnen kunnen bestrijden door spinnenwebben stuk te maken. Dat klopt niet, want spinnen maken gewoon een nest op dezelfde plek. Als je een web heel vaak stukmaakt, verhuist de spin gewoon naar een andere plek in je huis. Spinnen hebben verschillende vijanden. Voor allerlei soorten vogels, wespen en sluipwespen is een spin een aantrekkelijke prooi. Vogels en wespen eten volwassen spinnen op. Sluipwespen verdoven een spin en leggen er eitjes in. Uit die eitjes komen larven die de spin van binnenuit opeten.

Slide 37 - Diapositive

Een spin komt in verschillende voedselketens voor.
Maak een deel van zo’n voedselketen.

Slide 38 - Question ouverte

Leerdoelen check
  1. Je kunt uitleggen wat een biologisch evenwicht is.
  2. Je kunt uitleggen hoe soorten afhankelijk zijn van elkaar voor voedsel, een schuilplaats en
    voortplanting.

Slide 39 - Diapositive

Opdrachten 6.3
Thema 6 basisstof 3
1 t/m 4
7 en 8
Klaar? Steek je handje omhoog in teams
ik kijk dan even hoe de opdrachten zijn gegaan
Niet klaar? om 11:20 Online in Teams klassikaal afsluiten

Slide 40 - Diapositive