Voltooid en onvoltooid deelwoord

Voltooid en onvoltooid deelwoord
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Voltooid en onvoltooid deelwoord

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Lesdoelen
  • Je weet wat een voltooid deelwoord is en hoe je zo'n woord spelt
  • Je weet wat een onvoltooid (tegenwoordig) deelwoord is en hoe je zo'n woord spelt 

Slide 4 - Diapositive

Vul een juist gespeld werkwoord in:
Wij hebben lekker .........(zwemmen).

Slide 5 - Question ouverte

Vul een juist gespeld werkwoord in:
Maria wordt door de arts .....( opereren).

Slide 6 - Question ouverte

Vul een juist gespeld werkwoord in:
Zij hebben vandaag 15 km ....( fietsen).

Slide 7 - Question ouverte

Het voltooid deelwoord
  • geeft aan dat iets afgelopen/ voltooid is
  • staat nooit als enige ww in een zin
  • het heeft altijd een hulpwerkwoord nodig (een vorm van hebben, zijn of worden)
    Ik heb………..(gemaakt)
    Ik ben………..(opgehaald)
    Ik word………..( verzorgd)



Slide 8 - Diapositive

VD sterke ww
Schrijf wat je hoort.
         Eindigt meestal op –en.
Bijv. gebeten, geschreven, gelopen, gekregen

Slide 9 - Diapositive

VD zwakke ww

  • begint vaak met ge-, be-, ver-
  • eindigt vaak met -t of -d

  • Ezelsbruggetjes voor als je twijfelt over de laatste letter:
  • gebruik 'T eX KoFSCHiP
        Bijv. gemaakt, geleerd
  • Of het VD langer maken...
        Bijv. gemaakte, geleerde

Slide 10 - Diapositive

Voltooid deelwoord
Spelling: 't ex-kofschip

Let op bij de wissel z/s en v/f!
Bijv. verhuizen - verhuisd
        beroven - beroofd

Slide 11 - Diapositive

Let op!
Sommige ww beginnen sowieso al met ge-, be-, ont-, ver-, en her-
  • gebeuren - gebeurd
  • beantwoorden - beantwoord
  • ontmoeten - ontmoet 
  • verbranden - verbrand
  • herinneren - herinnerd

Slide 12 - Diapositive

Let op!
Soms hoor je het verschil tussen pv en vd niet, maar je schrijft ze wel anders.

  • Zij verandert de opstelling.
  • Zij is veranderd.

Slide 13 - Diapositive

Opa is vorig jaar naar Oostenrijk...... (rijden)

Slide 14 - Question ouverte

In de coronatijd hebben we zelf maar ons haar..... ( knippen )

Slide 15 - Question ouverte

Ze hebben de nieuwe omgeving....... (verkennen)

Slide 16 - Question ouverte

Wat is het voltooid deelwoord van "interviewen"?
A
geinterviewd
B
geïnterviewd
C
geinterviewt
D
geïnterviewt

Slide 17 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord van "uitzoeken"?
A
uitzocht
B
uitgezocht
C
geüitzocht

Slide 18 - Quiz

  • Soms ben je nog niet klaar met IETS doen.
  • De handeling is ONvoltooid
    --> 
    is nog steeds bezig of zou nog bezig kunnen zijn.
    --> Hele werkwoord + d
 
  • Ik moet lopend naar huis.
  • Fluitend kom ik binnen.  
  • Kermend van de pijn lag de inbreker op de
   grond.
Het onvoltooid deelwoord (OD)

Slide 19 - Diapositive

Kermen van de pijn.
Kermen is het hele ww (infinitief).

-d- erbij =
KERMEND

Slide 20 - Diapositive

(Mopperen) en (huilen) kwam de voetballer de kleedkamer in.
A
Mopperent en huilend
B
Mopperend en huilent
C
Mopperend en huilend

Slide 21 - Quiz

Welke spelregel hoort bij het onvoltooid deelwoord?

A
is de infinitief met '-d(e)'
B
is de stam met '-d'
C
soms '-d' en soms niet

Slide 22 - Quiz

Staat er een OD in de volgende zin?
'Wachtend op de bus luisterde hij muziek.'

A
Ja
B
Nee

Slide 23 - Quiz

Staat er een OD in de volgende zin?
'Het meisje kwam huilend de kamer binnen.'

A
Ja
B
Nee

Slide 24 - Quiz

Staat er een OD in de volgende zin?
'De voetballer heeft de hele middag getraind op een vrije trap.'

A
Ja
B
Nee

Slide 25 - Quiz

Aan de slag!
Spelling en grammatica
11. Voltooid en onvoltooid deelwoord

Maken: Oefening 3 t/m 8 (p.148/150)

(Klaar? Zelf nakijken: Magister.Learn)


Slide 26 - Diapositive