Lesdoel: Weet je welke drie seizoenen Egypte heeft gekend en kan je uitleggen wat irrigatielandbouw
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1
Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
H1 basis 4
Lesdoel: Weet je welke drie seizoenen Egypte heeft gekend en kan je uitleggen wat irrigatielandbouw
Slide 1 - Diapositive
Het geschenk van de Nijl
De eerste Egyptenaren waren:
Jagers/verzamelaars die naast de Nijl leefden.
Later kwamen herders uit de woestijn.
De opkomst van landbouw maakten Egyptenaren boeren.
Boven-Egypte
Beneden-Egypte
Slide 2 - Diapositive
Het geschenk van de de Nijl.
De Egyptenaren verdelen hun jaar in 3 seizoenen. Deze zijn gebaseerd op de waterstand van de Nijl. De Nijl was heel belangrijk voor de Egyptenaren, omdat het vruchtbare slib gaf.
Slide 3 - Diapositive
Overstromingstijd
september-december
Tijd van de overstroming van de Nijl
Op het land kan niet worden gewerkt.
Slide 4 - Diapositive
De zaaitijd
januari-april
Het water in de Nijl daalt en er blijft vruchtbare slib achter.
Graan en andere planten blijken goed in de modder te groeien.
Daarom is dit de tijd van het zaaien en bewerken van het land.
Slide 5 - Diapositive
Oogsttijd
mei-augustus
Tijd van het oogsten (graan).
De opbrengst van de oogst wordt bijgehouden en opgeschreven.
Voorraden worden aangelegd.
Slide 6 - Diapositive
De 3 seizoenen blijven elkaar opvolgen.
september-december
Tijd van de overstroming van de Nijl
Op het land kan niet worden gewerkt
Meehelpen aan de bouw van bijvoorbeeld de piramides en de tempels
Slide 7 - Diapositive
Landbouw waarbij kanalen en andere waterwerken de akker bevloeien.
Slide 8 - Diapositive
Schrijven en rekenen
In Egypte was het schrift ontstaan, zodat ze konden opschrijven wat de boeren verbuwden en aan belasting moesten betalen.
Rekenen is ontstaan om land op te meten, voorraden bijhouden en kalenders maken.
Kalenders werden gemaakt om volgende overstroming bij te houden.
Nieuw beroep ontstaat: de schrijver.
Slide 9 - Diapositive
Egypte:
Het hiërogliefenschrift
Mesopotamië:
Het spijkerschrift
Slide 10 - Diapositive
Uit welke twee delen bestond Egypte?
A
Grote en kleine Egypte.
B
Boven Egypte en Beneden Egypte.
C
D
Binnen en buiten Egypte.
Slide 11 - Quiz
Waarom was de Nijl belangrijk voor de Egyptenaren?
A
Het slib van de Nijl was nodig voor de landbouw.
B
Ze konden er lekker in zwemmen.
C
D
Om op vakantie gaan.
Slide 12 - Quiz
Wat is geen gevolg van de irrigatielandbouw?
A
Voedseloverschotten.
B
Ontstaan van de handel.
C
Het maken van kunst.
D
Ontstaan hiërogliefenschrift.
Slide 13 - Quiz
Slide 14 - Vidéo
01:33
Langs welke rivier woonden de Oude Egyptenaren?
A
De Nijl
B
De Delta
C
De Rijn
D
De Aswandam
Slide 15 - Quiz
02:59
Wat komt er door de overstroming op het land te liggen?
A
Kunstmest
B
Vissenmest
C
Vruchtbare Slib
D
Water
Slide 16 - Quiz
04:29
Welke zin is juist over de farao?
A
Hij is de baas van het leger.
B
Hij gaat over de waterhuishouding
C
Hij is de koning van Egypte
D
Alle antwoorden zijn goed.
Slide 17 - Quiz
06:51
Hoe worden de mensen genoemd die werken voor de farao?
Slide 18 - Question ouverte
07:37
Hoe heet het schrift van de Egyptenaren?
A
Latijn
B
Hiërogliefen
C
Hiërodieven
D
Spijkerschrift
Slide 19 - Quiz
10:09
Waarom laat deze farao geen piramide bouwen, maar zich op een andere manier begraven?