Waterstofbruggen havo4

Lesdoelen
  • Kort herhalen
  • Bindingssterkte tussen moleculen verklaren
  • Weet je wat een vanderwaalsbinding is
  • Weet je wat een waterstofbrug is
  • Kun je waterstofbruggen tussen verschillende moleculen tekenen
  • Kun je aangeven of een stof hydrofiel of hydrofoob is
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Lesdoelen
  • Kort herhalen
  • Bindingssterkte tussen moleculen verklaren
  • Weet je wat een vanderwaalsbinding is
  • Weet je wat een waterstofbrug is
  • Kun je waterstofbruggen tussen verschillende moleculen tekenen
  • Kun je aangeven of een stof hydrofiel of hydrofoob is

Slide 1 - Diapositive

Hoe goed denk jij dat je de lesstof tot nu toe beheerst?
A
Ik weet niets meer...
B
Ik denk dat ik nog een heel klein beetje weet, dat is onvoldoende maar geen 1,0
C
Ik denk dat ik net aan voldoende weet
D
Ik denk dat ik het meeste nog wel weet

Slide 2 - Quiz

Beschrijf volgens het model van Bohr een atoom C-14

Slide 3 - Question ouverte

Wat weet jij van metalen?

Slide 4 - Carte mentale

Tot welke stof behoort stikstof?
A
Metaal
B
Zout
C
Moleculaire stof
D
Gas

Slide 5 - Quiz

Welke binding wordt of welke bindingen worden verbroken als de vloeistof butaan verdampt?

Slide 6 - Question ouverte

Teken volgens het model van Bohr een molecuul waterstoffluoride. Maak van deze tekening een foto en plaats deze foto hier.

Slide 7 - Question ouverte

Teken de structuurformule van een molecuul van de volgende stoffen:
stikstof, water, etheen (C2H4) en van ammoniak
Zet de naam onder elke structuurformule, maak hier een foto van, en plaats deze foto hier.

Slide 8 - Question ouverte

stoffen, welke soorten ken je?

Slide 9 - Carte mentale

Tot welke stof behoort methaan,
CH4
A
molecuul
B
metaal
C
zout
D
gas

Slide 10 - Quiz

Tot welke stof behoort magnesiumchloride,
MgCl2
A
molecuul
B
metaal
C
zout
D
vaste stof

Slide 11 - Quiz

Teken de structuurformule van een molecuul van de volgende stoffen: stikstof, water, etheen (C2H4) en van ammoniak
Zet de naam onder elke structuurformule, maak hier een foto van, en plaats deze foto hier.

Slide 12 - Question ouverte

Wat is de juiste naam van deze stof?



A
stikstofzuurstof
B
di-stikstoftetra-zuurstof
C
tertrastikstofdi-oxide
D
distikstoftetraoxide

Slide 13 - Quiz

Wat is de juiste naam van deze stof?



A
stikstofzuurstof
B
di-stikstoftetra-zuurstof
C
tertrastikstofdi-oxide
D
distikstoftetraoxide

Slide 14 - Quiz

Wat is de juiste naam van deze stof?



A
difosforpentachloride
B
di-fosfor-pentachloor
C
pentachloordifosfor
D
difosforchloride

Slide 15 - Quiz

Wat is de juiste naam van deze stof?

Slide 16 - Question ouverte

Welke binding/-en wordt/worden verbroken bij het verdampen van de vloeistof hexaan?
C6H14

Slide 17 - Question ouverte

Moleculaire stoffen
Bindingen tussen moleculen 
- alleen als vast of vloeibaar
- afhankelijk van grootte

= molecuulbinding
=vanderwaalsbinding
 

Slide 18 - Diapositive


Bereken de molaire massa van: 
1. methaan, CH4
2. butaan, C4H10
3. water, H2O                      

Slide 19 - Question ouverte

Grootste molaire massa, hoogste kookpunt, of toch niet...?

Water heeft het hoogste kookpunt (100*C), en is vloeibaar bij kamertemperatuur
Methaan en butaan hebben veel lagere kookpunten, ze zijn gasvormig bij kamertemperatuur

Slide 20 - Diapositive

Waterstofbrug
Tussen de ~O-H groepen van twee moleculen. 

Een waterstofbrug: loopt van een H-atoom naar een O-atoom.

Slide 21 - Diapositive

Waterstofbrug
Tussen de ~N-H groepen van twee moleculen. 

Een waterstofbrug: loopt van een H-atoom naar een N-atoom.

Let op, een C-H groep kan NOOIT een waterstofbrug vormen.

Slide 22 - Diapositive

Waterstofbrug

  • sterker dan vanderwaalsbinding.

  • Enkel aanwezig tussen moleculen met: 
  1. OH groepen
  2. NH groepen 
  3. (en HF)

Slide 23 - Diapositive

Water als vloeistof.
Waterstofbruggen zijn groen.


Een O-atoom uit een OH-groep - twee waterstofbruggen mogelijk
 
Een H-atoom uit een OH-groep -  één waterstofbrug




Slide 24 - Diapositive

Zijn hier waterstofbruggen mogelijk ?
A
Ja, tussen de N-H groep en de C-H groep
B
Ja, tussen de N-H groep van metaanamine en methaan
C
Ja, tussen alle H-atomen zijn waterstofbruggen mogelijk.
D
nee, er zijn geen twee N-H of O-H groepen

Slide 25 - Quiz


Ethanol, C2H5OH, is ook bij kamertemperatuur vloeibaar, dat komt door de waterstofbruggen tussen de ethanolmoleculen.
Teken drie moleculen en de onderlinge waterstofbruggen

Slide 26 - Question ouverte


Ethanol, C2H5OH, kan goed mengen met water, dat komt door het vormen van waterstofbruggen tussen de ethanol en watermoleculen.
Teken drie moleculen water en één molecuul ethanol en de onderlinge waterstofbruggen.

Slide 27 - Question ouverte

Hydrofiel of hydrofoob
Hydro = water
-fiel = 'houdt van'
- foob = 'bang voor / houdt niet van' 

Als een stof goed met water mengt => hydrofiel
Als een stof niet goed met water mengt => hydrofoob
- Stoffen die waterstofbruggen maken mengen goed met water.

Slide 28 - Diapositive

Leg uit welke stof beter in water oplost
a. methanol
b. pentaan-1-ol,
CH3OH
CH3CH2CH2CH2CH2OH

Slide 29 - Question ouverte

Lesdoelen
  • Kort herhalen
  • Bindingssterkte tussen moleculen verklaren
  • Weet je wat een vanderwaalsbinding is
  • Weet je wat een waterstofbrug is
  • Kun je waterstofbruggen tussen verschillende moleculen tekenen
  • Kun je aangeven of een stof hydrofiel of hydrofoob is

Slide 30 - Diapositive

Heb jij deze lesdoelen gehaald?
A. Bindingssterkte tussen moleculen verklaren
B. De vanderwaalsbinding duidelijk
C. Ik weet wat een waterstofbrug is, en kan deze tekenen
D. Ik kan aangeven of een stof hydrofiel of hydrofoob is
A
nee, ik begrijp er niets van
B
ik begrijp alleen de eerste lesdoelen, het gedeelte over de waterstofbruggen vind ik echt nog heel moeilijk
C
ik begrijp het denk ik wel, nog niet echt goed, maar het meeste is mij duidelijk
D
ik begrijp het meeste wel, nu dus veel oefenen

Slide 31 - Quiz

Zelf aan de slag in de (online) methode.
Belangrijke opgaven paragraaf 3.2 :  9 t.m. 14


Belangrijke opgaven 3.3 : 22 t.m. 26 

Slide 32 - Diapositive

Huiswerk volgende week :
leren tm 3.3

H 3.2 : opgave 9 t.m. 14  (dit is maandag voor de les af)
H3.3 : opgave 22 t.m. 26  (dit is vrijdag voor de les af)


Slide 33 - Diapositive