Samentrekking en foutieve samentrekking

Samentrekking controleren
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Samentrekking controleren

Slide 1 - Diapositive

Samentrekking
Samentrekking = weglaten van zinsdelen die herhaald worden
Voorwaartse samentrekking: in het tweede deel van de zin wordt iets weggelaten.
Achterwaartse samentrekking: in het eerste deel van de zin wordt iets weggelaten.

Miranda gaat naar de winkel en koopt een zak brood.

Slide 2 - Diapositive

Niveau van samentrekking
Woordniveau: als in twee woorden iets wordt herhaald
IJshoorntjes en ijsblokjes: IJshoorntjes en -blokjes

Woordgroepniveau: Als in twee woordgroepjes iets wordt herhaald
Werkloze mannen en werkloze vrouwen: Werkloze mannen en vrouwen

Zinsniveau: een herhaald zinsdeel wordt weggelaten 
Emma is ziek en Emma blijft thuis: Emma is ziek en blijft thuis. 

Slide 3 - Diapositive

Voorwaarts of achterwaarts?
Lisa heeft nieuwe bloemen gekocht en een vaas.
A
voorwaarts
B
achterwaarts

Slide 4 - Quiz

Op welk niveau?
Ik houd van dropauto's en -sleutels.
A
woordniveau
B
woordgroepniveau
C
zinsniveau

Slide 5 - Quiz

Op welke niveau?
Eline kocht een nieuwe fiets en heeft deze gelijk geverfd.
A
woordniveau
B
woordgroepniveau
C
zinsniveau

Slide 6 - Quiz

Alleen mensen met nieuwe schoenen en kleren kregen een paraplu.
A
woordniveau
B
woordgroepniveau
C
zinsniveau

Slide 7 - Quiz

Samentrekken gaat vaak fout
Wat is er mis met de volgende zinnen? 
  • Hier wordt een nieuw sportveld aangelegd en enkele kleedkamers geplaatst. 
  • Max keek naar een leuk meisje en daardoor niet goed uit bij het oversteken.
  • De maand augustus is vaak heet en brengen Italianen graag door aan de kust. 

Slide 8 - Diapositive

Drie voorwaarden
Om iets weg te laten moet je eerst aan drie voorwaarden voldoen:

De woorden hebben:
1. dezelfde functie (onderwerp, lv, koppelww, enz.)
2. dezelfde betekenis
3. hetzelfde getal (enkelvoud of meervoud)

Slide 9 - Diapositive

Stappenplan 
  1. Kijk wat er is weggelaten in het tweede deel van de zin.
  2. Bepaal de functie, de betekenis en het getal van het eerste deel.
  3. Bepaal de functie, de betekenis en het getal van het tweede deel. 
  4. Alles hetzelfde? Goede samentrekking. 
  5. Niet? Voeg de ten onrechte weggelaten delen toe.

Slide 10 - Diapositive

Is de volgende zin goed samengetrokken?
Emma liep naar de winkel en kocht een boek.
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quiz

Is de zin goed samengetrokken?
De cabaretier verbaasde zich erg over de prijs en de toeschouwers nog meer.
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quiz