hst 9 paragraaf 2 "zoutoplossingen bij elkaar brengen"

hst 9.2 "zoutoplossingen bij elkaar brengen"
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

hst 9.2 "zoutoplossingen bij elkaar brengen"

Slide 1 - Diapositive

leerdoelen
  • Je kunt verklaren wat er gebeurt als je twee zoutoplossingen met elkaar mengt.
  • Je kunt een reactievergelijking opstellen van een twee zoutoplossingen die met elkaar gemengd zijn, waarbij een neerslag ontstaat.

Slide 2 - Diapositive

vandaag

Slide 3 - Diapositive

Is deze stof goed oplosbaar?
Na2CO3
A
ja
B
nee

Slide 4 - Quiz

Geef de oplosvergelijking van
Na2CO3

Slide 5 - Question ouverte

Slide 6 - Vidéo

2 zoutoplossingen mengen
Als je 2 zoutoplossingen met elkaar mengt, kunnen er 2 dingen gebeuren: 
  • Het blijft een heldere oplossing: alle ionen blijven in oplossing
  • Het wordt een troebele suspensie: 2 soorten ionen reageren met elkaar en worden een slecht oplosbaar zout. Dit heet een neerslag

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

. . . .
. . . . 
. . . .
. . . .

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Als je mini-oplosbaarheidstabel alleen maar g heeft. Wat krijg je dan?
A
Een heldere oplossing waarin alle ionen opgelost zijn
B
Een troebele suspensie waarin een slecht oplosbaar zout is ontstaan

Slide 14 - Quiz

tribune-ionen
Ionen die er wel zijn maar die niet meedoen met de reactie.
Als je het neerslag filtreert dan zitten de tribune-ionen in het filtraat.

Slide 15 - Diapositive

Zelf oefenen

Je mengt oplossingen van

  1. koperchloride en zilvernitraat
  2. kaliumchloride en natriumsulfaat
  3. bariumchloride en natriumcarbonaat

Slide 16 - Diapositive