Duurzaamheid les 2

1 / 28
suivant
Slide 1: Vidéo
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 2

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

Criteria
Je beschrijft wat een ecosysteem is.
Je noemt ecosystemen op verschillende schaalniveaus.
Je beschrijft het broeikaseffect en de oorzaken ervan.
Je beschrijft de gevolgen van het versterkte broeikaseffect.
Je verklaart jouw eigen ecologische voetafdruk.



Slide 2 - Diapositive

Ecosystemen
Een systeem van levende organismen die een wisselwerking hebben met elkaar en met hun omgeving. De grenzen van het ecosysteem zijn enigszins willekeurig en zijn afhankelijk van de toepassing van het begrip. De omvang van een ecosysteem kan variëren van zeer klein tot uiteindelijk de hele aarde.

Slide 3 - Diapositive

Abiotische factoren

Alle niet-levende invloeden in een gebied noemen we de abiotische factoren. Dit zijn bijvoorbeeld de temperatuur, de hoeveelheid licht en de aanwezigheid van water.

 
Biotische factoren

De levende invloeden worden ook wel de biotische factoren genoemd. Denk hierbij aan planten, dieren en micro-organismen. 

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Slide 6 - Carte

Slide 7 - Lien

Wat is een ecosysteem?
A
Alle flora en fauna op de wereld
B
De balans tussen alle flora en fauna in een bepaald gebied
C
De manier waarop het woud Co2 omzet in zuurstof
D
Het effect van het broeikaseffect op flora en fauna

Slide 8 - Quiz

Hoe kan de balans in het ecosysteem de Veluwe verdwijnen?

Slide 9 - Question ouverte

Slide 10 - Vidéo

Het broeikaseffect

Slide 11 - Diapositive

Versterkt broeikaseffect
  • De drie belangrijkste broeikasgassen zijn:
    waterdamp koolstofdioxide en methaan.
  • Waterdamp, niet door de mens
  • Kookstofdioxide, door de mens door uitlaatgassen
  • Methaan, door de mens door de landbouw

Broeikaseffect = goed
Versterkt broeikaseffect = slecht

Slide 12 - Diapositive

Gevolgen opwarming aarde

  • Extreme weersomstandigheden (rampen, voedseltekorten, enz.)
  • Zeespiegelstijging                                (overstromingen, leefgebied verdwijnt, enz.)
  • Het verstoren van ecosystemen      (koraal verbleekt, dieren sterven uit, enz.)

Slide 14 - Diapositive

Waardoor warmt de aarde nu extra op?
A
Het broeikaseffect
B
Het versterkte broeikaseffect
C
Global Warming
D
Fake news

Slide 15 - Quiz

Het broeikaseffect is slecht
A
Juist
B
onjuist

Slide 16 - Quiz

Welk gas veroorzaakt o.a. het versterkte broeikaseffect?
A
zuurstof
B
koolstofdioxide ( CO2)
C
stikstof
D
biogassen

Slide 17 - Quiz

Klimaatverandering is een gevolg van het gebruik van fossiele brandstoffen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quiz

Waardoor stijgt de zeespiegel?
A
Doordat het te veel regent boven de zee.
B
Door het toenemende aantal vissen in de zee.
C
Door het smelten van de ijskappen.
D
Doordat het koud is, zet het water uit.

Slide 19 - Quiz

Welk deel van Nederland komt onder water te liggen bij een te hoge zeespiegel?
A
Groningen + Friesland + Drenthe
B
Heel Nederland, behalve Limburg
C
Limburg
D
Het westen van Nederland

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Vidéo

De oplossing voor klimaatverandering:
“Een duurzame ontwikkeling is een ontwikkeling die voorziet in de behoeften van de huidige generatie zonder de mogelijkheden voor toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien in gevaar te brengen” 

Slide 22 - Diapositive

Klimaatklappers

Slide 23 - Diapositive

De overheid moet iedereen verplichten om duurzamer te leven.

Slide 24 - Sondage

Ecologische voetafdruk

Slide 25 - Diapositive

Wat is de ecologische voetafdruk?
A
De gemiddelde CO2-uitstoot (in liters) van een persoon in een bepaald land per jaar.
B
De gemiddelde ruimte (in hectaren) die nodig is om het voedsel dat een persoon in een bepaald land nodig heeft te kunnen verbouwen.
C
De gemiddelde ruimte (in hectaren) die nodig is om het welvaartniveau van een persoon in een bepaald land te kunnen behouden.
D
Het gemiddelde waterverbruik (in kubieke meters) van een persoon in een bepaald land per jaar.

Slide 26 - Quiz

Wat kun jij persoonlijk doen om jouw ecologische voetafdruk te verkleinen?

Slide 27 - Question ouverte

Huiswerk
Maken de werkdoelen:


Ecosystemen
Het broeikaseffect
Jouw ecologische voetafdruk


Slide 28 - Diapositive